Het klinkt gezellig maar zo voelt het niet: mijn ‘curly to’, oftewel gekrulde kleine teen. Al twee jaar kwelt hij me tijdens het lopen en vandaag wordt ik eraan geopereerd. Er zal een stukje bot verwijderd worden en er komt een metaaldraad in om ‘m recht te houden. Die mag er na vier weken uit. In de tussentijd is fietsen of autorijden uit den boze.
In de wachtkamer van de polikliniek zit een gezellig stel uit Almelo dat direct een praatje met ons begint te maken. Haar operatie is net achter de rug. Zo bijzonder dat je soms binnen een paar minuten iemands halve levensverhaal te horen krijgt zonder dat je elkaar ooit gezien hebt. Dit was al de derde operatie aan mevrouws teen, de eerste twee gingen niet helemaal lekker in Almelo. ‘Onze arts’ stond zo goed aangeschreven dat ze na 1,5 jaar naar hem is doorverwezen. Ja, de verdovingsprikken zijn wel ellendig hoor, nou ja, ze zou verder niets vertellen. Kreeg ik ook zo’n verbandschoen straks? Ik kijk naar het enorme pantoffel-achtige ding dat ze aan haar voet heeft en bevestig het. Dan mag ik verder komen, de operatiekamer in.
De arts vraagt voor de vierde keer of ik geen bloedverdunners gebruik en een dame neemt plaats naast mijn hoofd voor een afleidend gesprekje. Ik keek wel wat angstig zei ze. Dat klopte, de verdoving zat er nog niet in en ik had volledig uitzicht op mijn voet die straks opengemaakt zou worden. Vond ik dit vervelend? Keurig antwoord ik dat ik het liever niet zie. Het laken werd wat opgerold zodat me het zicht ontnomen werd. De ingreep ging vlug en binnen no-time mocht ik lopend weer richting wachtkamer. Ja, ik mag op die voet staan, maar niet afrollen. Dus maar een beetje leunen op mijn hiel. Een gekke gewaarwording. De verplicht meegebrachte krukken duw ik in de handen van mijn lief. De verdoving doet voorlopig nog prima zijn werk. Bij het verlaten van de parkeergarage worden we uitbundig uitgezwaaid door het Almelose stel dat eerst nog wil weten of het bij mij ook allemaal goed gegaan is.
Bij thuiskomst word ik onthaald door mijn moeder met taartjes van de banketbakker, het lijkt wel feest. Naarmate de uren verstrijken voel ik langzaam een zeurende pijn opkomen. Tegen bedtijd kan ik echt niet meer zonder krukken en vraag me af hoe ik de trap op kom op één been. Mijn lief zegt altijd dat ik heel ongezellig ben wanneer ik iets mankeer en dat klopt nu al. Ik mopper over het feit dat je krukken moet regelen maar geen info krijgt hoe je die dingen gebruikt. Toen mijn moeder een nieuwe knie kreeg, had ze een informatiefolder met foto’s en instructie. Ze appt me een afbeelding. Alleen op het plaatje zat de trapleuning aan de andere kant dan bij ons. Onze trap heeft ook een draai halverwege en ik ben moe van de dag. Even zoeken op internet komt niet bij me op. Uiteindelijk ga ik op mijn kont naar boven.
Zoals altijd word ik die nacht wakker omdat ik moet plassen. Zo zachtjes mogelijk zoek ik naar de krukken en hijs me overeind. Bij elk gewicht dat op die voet komt, voel ik een stekende pijnscheut. Slaapdronken hinkelend richting de badkamer moet ik langs twee deuren en de gang door. Halverwege verlies ik mijn evenwicht en kan me nog net overeind houden terwijl ik tegen de deurpost klap. Mijn lief was al wakker geworden en vraagt geschrokken of het gaat. Ineens is alles onhandig en een gedoe. Op de badkamermatten ben ik bang om uit te glijden.
‘Laat je maar lekker vertroetelen’ klinkt fijn, maar ondertussen moet iedereen bij ons thuis gewoon de deur uit om te werken. Het liefst gooi ik er die ochtend als eerste een paar pijnstillers in, maar durf dat niet op een lege maag. Echt spannend om op één been te wassen, tanden te poetsen en aan te kleden. Als ik mijn broek over het dikke verband heb gewurmd kom ik tot de ontdekking dat ik nog geen slip aanheb. De honden staan me onderzoekend aan te kijken als ik op mijn kont de trap afzak. Mijn lief en kind zijn er maar druk mee, want zij hebben ze gisteravond en vanmorgen al uitgelaten. Mijn blokje om moet worden overgenomen de komende weken. Eerst iets eten dus voordat de pillen kunnen worden genomen. In de keuken begint het tot me door te dringen dat je, als je met beide handen op krukken steunt, geen kop koffie kunt vervoeren richting tafel of bank. Ook geen bordje met eten. Zucht.
Ik smeer twee crackers, doe ze in een boterhamzakje en prop dit in mijn broekzak. Bij de kraan gaan de pillen erin en inmiddels doodmoe hink ik naar de bank. Ons kind moet een paar uur later hartelijk lachen als hij bij thuiskomst vraagt of hij iets voor me kan doen. Heb je nog steeds geen koffie gehad?!
Ondanks mijn geklaag wordt er natuurlijk prima voor me gezorgd. Het mooiste vind ik toch altijd de listen die door ons verzonnen worden. Mijn lief heeft een kruk om op te zitten neergezet in de badkamer omdat lang staan niet te doen is. In de slaapkamer en op de overloop heeft ze nachtlampjes in de stopcontacten gedaan zodat er licht is in de duisternis. In de ochtend vervoer ik mijn bammetje in een plastic tasje die ik aan mijn kruk hang. Daar kan ook een koffie-to-go-beker in die niet lekt. Na een paar dagen doet alles zeer van de spierpijn en is mijn arm blauw van de bijna val. Mijn lief tovert een kapperskruk op wielen tevoorschijn zodat ik mijn handen vrij heb in de keuken.
Ons kind blijft maar lachen, roetsjt de kamer door op die kruk en jongleert regelmatig met de loopkrukken. Verder is hij super zorgzaam, informeert telkens of ik nog iets nodig heb en komt zelfs regelmatig een knuffel brengen. Dat maakt die drol in de gang (doordat hij te kort tijd nam voor het uitlaten) heel snel goed. Ook mijn lief ziet de positieve kanten: ik moet zelfs wat afgevallen zijn, door dat weggehaalde stukje bot? Mijn gebrek aan lichaamsbeweging zegt me iets anders. Gelukkig heb ik een geweldig excuus om niet met één been op de weegschaal te gaan. Stel je voor dat ie omkiept.