Alledaags

Wandelclubje

Het was een druilerige zondagmorgen toen vriendin Ans, nicht Fem en ik elkaar troffen in het plaatselijke oude van dagen huis. We vonden het een wonderlijke plek voor het startsein van een wandeltocht. Maar Fem had zich sinds kort aangemeld bij een loopclubje, dat geinige wandeltochtjes organiseert. Het klonk aantrekkelijk, want dan hoefde je zelf niet steeds te bedenken welke kant je op zou gaan. Dit was dan al voor je geregeld. ‘Het is wel een beetje tuttie hoor’ waarschuwde ze me vooraf. Het kon ons niet schelen, we hadden er zin in.

Het was al een gezellige drukte in de ontvangsthal, maar ik merkte wel dat we vragend werden aangestaard door de reeds aanwezige krasse knarren. Op de gezichten kon je aflezen dat ze zulk jong spul alweer een tijdje niet gezien hadden. Na betaling van het inschrijfgeld kregen we een kaartje overhandigd. ‘Stomme vraag misschien hoor, vroeg ik de dame achter de tafel, maar moeten we daar nog iets mee?’ Het bleek dat je je daarmee moest melden na afloop. Top, voor slechts €3,- per persoon werd er dus ook nog op je gepast! Wat een geruststellend gevoel. Nee hoor, we lieten het hierbij en betaalden geen euro extra voor de herinnering achteraf.

Het kon niet omdat het gênant was, anders had ik graag wat mensen op de foto gezet. Om de sfeer thuis aan mijn lief te kunnen laten zien. Het was de categorie hoge witte sportsokken in sandalen, inclusief goed gevulde heuptas. Om de route maakten we ons totaal geen zorgen. Er deden zoveel mensen mee, we konden vast wel achter een groepje aanhobbelen. Maar dat viel een beetje tegen. Alle sportieve oudjes waren de deur al uit toen wij nog stonden te stuntelen met de routebeschrijving. Aanhaken was kansloos, omdat er verschillende afstanden werden gelopen. Geen idee wie waarheen ging. Even in de materie duiken dus.

Optimistisch bekeken we de twee (dubbelzijdige!) A4-tjes met daarop de route, geschreven in een piepklein lettertype. Het was handig geweest als ik mijn bril had meegenomen. Er stonden ook allemaal afkortingen op waarvan we alle drie nog nooit hadden gehoord. Zucht. Na veel getrut zijn we toch maar gaan lopen. De miezerige regen begon te veranderen in een buitje met echte druppels. Waarom zat er geen plastic hoesje om de route? Ik zag anderen behendig plasticjes uit de heuptassen tevoorschijn toveren, dit waren overduidelijk de ervaringsdeskundigen. Bij ons werden de letters van de achterzijde van het blaadje, zichtbaar aan de voorzijde. Gelukkig was er veel tijd om het leven door te nemen. Dat vinden wij altijd gezellig. Het leidde me wel erg af dat ik steeds moest opletten. Als ik niet bleef lezen welke kant we op moesten, ging het mis. Dat gebeurde in Wormerveer, nadat Ans ons trakteerde op een Latte to-go bij ‘De Koffiezaak’. Na een extra grote lus, kwamen we gewoon weer op dezelfde locatie uit. Toppers! Door de koffie voelde ik inmiddels ook wat aandrang opkomen.

Druk doende met de steeds natter wordende velletjes, was het ook nog een hele toer om staande te blijven in de nattigheid. Wat een ellendig rotpaadje was dit, helemaal blubberig en een grote groene smurrie. Ja, we konden wel lekker de frisse natuur opsnuiven. Toen ik las dat we over het ‘pas geopende natuurpad bij het Guisveld’ liepen, realiseerde ik me dat ik door alle consternatie geen tijd nam om van de prachtige omgeving te genieten. Ik was alleen maar heel erg mijn best aan het doen om mijn voeten een beetje droog te houden en niet onderuit te glijden. Maar toegegeven, het was ontzettend leuk! We kwamen door prachtige plekken waarvan ik het bestaan niet kende. Zoals het Volkspark in Wormerveer. We mochten zowaar een plas doen bij de IJsvereniging, wat lief! Om een beetje door te warmen (en omdat we ons bezwaard voelden) kochten we drie bakkies thee. Ineens kun je dan zielsgelukkig zijn van opluchting en verwarming. De laatste kilometers moesten nog overbrugd worden maar het eind was nu in zicht.

Het zat erop; we hadden 15 kilometer in de benen, waren heerlijk bijgepraat en hadden het supergezellig met elkaar gehad. Toen we ons braaf meldden bij terugkomst, werd Ans gewezen op de medaille. ‘Nee hoor, die hebben we niet besteld’ zei de eerlijkste vrouw die ik ken. We weten nog steeds niet goed hoe het kwam, maar weigeren bleek geen optie. Als een soort vijfdeklassers stonden we even later weer op straat met alle drie een medaille om ons nek. Nog nooit zo’n spuuglelijk ding gezien.