Alledaags

In de bouwmarkt

Direct bij binnenkomst in onze bouwmarkt bevindt zich de klantenservice. En daar moeten wij bijna altijd zijn. Omdat er iets geruild of teruggebracht moet worden. Een slangetje met de verkeerde lengte, een pijp met verkeerde doorsnede of schroeven die niet roestvrijstaal blijken te zijn. Zwijgend sluiten we aan achteraan de rij. Als je pech hebt, en dat hebben wij meestal, is er maar één medewerkster achter deze balie. Ik hoop altijd op een oude doorgewinterde, maar bijna altijd is het een schuchtere schoolverlater die net weet hoe een zaag eruit ziet. Ga daar maar eens de discussie mee aan over hotelschakelaars die niet werken of vragen of ze ook betonankers en keilbouten met schroefdraad hebben, zoiets. En meestal net als wij eindelijk aan de beurt zijn gaat de kassière met pauze of moet iets overleggen met een collega over een andere klant die even tussendoor schiet. Nee hoor, wij stonden hier voor de gezelligheid…

En nee, de bestelde tegels kunnen we hier niet afrekenen, dat moet aan de kassa. We moeten hier wel eerst de bon ophalen en dan naar de afdeling Sanitair. Daar geven ze dan een seintje (ja, pas als je aan de beurt bent natuurlijk) en kun je het buiten oppikken bij uitgang 63. Maar daar moet je dan wel eerst even heenrijden met je auto omdat het anders zover lopen is met een zware kar. Gewapend met bon gaan we eerst op zoek naar de andere dingen op onze lijst.

De winkelwagen die we nu hebben is natuurlijk het maandagmorgenmodel.  Zit er nou iets tussen het wiel of zwenkt er iets niet? We komen er niet uit. Feit blijft dat het kreng naar links blijft wegrijden, ook al duw je met alle macht de andere kant op. Na vier klanten tegen de enkels gebeukt te hebben moet ik van mijn lief de kar aan de voorzijde voorttrekken. Allebei aan een kantje, dan lukt het. Dat er nu tegen mijn enkels aan gebeukt wordt, is waarschijnlijk minder erg. Chagrijnig was ik toch al. Op mijn vanmorgen nog schone broekspijp zie ik ineens een zwarte streep. Geen idee waar ik die zojuist gescoord heb.

De chloortabletten voor ons zwembadje zijn uitverkocht. Die hadden we in het voorjaar moeten aanschaffen en niet tijdens de hittegolf die nu heerst. ‘Ja mevrouw, ik had vandaag ook liever op het strand gelegen maar wij moeten nog wat klusjes doen. Dus als wij ’s avonds om 22.00 uur eindelijk gegeten hebben, is het fijn nog even te kunnen afkoelen in ons kinderbadje’. Ik overdrijf natuurlijk graag een beetje, we eten veel eerder en ons badje is redelijk groot. Maar door mijn zelfmedelijden wordt altijd alles erger.

Als we, na 178 bakjes opengetrokken te hebben, de juiste boutjes gevonden hebben, kunnen we op zoek naar het juiste houtje. Van de afdeling schroeven richting afdeling Hout. Toegegeven, wij weten wel de weg. Mijn lief vraagt me welk latje ik zou nemen. Als ik er één aanwijs, neemt zij steevast een andere. Na lang wikken en wegen natuurlijk, het is hier nooit pakken en doorlopen. We zijn de moertjes vergeten, dus terug richting afdeling Schroeven. De kabel die moet worden ingegraven heeft een mof nodig. Niemand die ik ken graaft zelf kabels in. Waar vindt je zo’n mof? Mensen die ik ken zouden zeggen ‘in Duitsland?’. Het is gokken tussen afdeling Sanitair, Bouwmaterialen en Electra. Slagen doe je natuurlijk altijd op de laatste afdeling, nadat je eerst nog een halfuur hebt gezocht. Die aardige werknemer die we aanschoten was eigenlijk van de Tuinafdeling, dus die wist het niet helemaal. ‘Een mof? U bedoelt een handschoen? Die liggen denk ik bij de werkkleding mevrouw.’ Bedankt lieverd, we vinden het wel.

Als we eindelijk aan de beurt zijn bij de kassa, wist de meneer voor ons niet dat je schroefjes moest afwegen op de desbetreffende afdeling. Hij dacht dat ze per stuk gingen. Het liefst kruip ik nu in die winkelwagen met mijn ogen stijf dicht. In de hoop dat ik in slaap sukkel en thuis zachtjes wakker gemaakt word als alle klusjes voorbij zijn. Maar ik pas er niet in, in die kar want hij is overvol. Dus wachten we, duwen we nog 12x onze veel te zware kar aan de kant omdat er iemand langs moet die te beroerd is om om te lopen tot de meneer van de afgewogen schroefjes eindelijk terug is. Met de verkeerde sticker want die was voor vleugelmoeren. Hij heeft gewone. Mijn mondhoeken zakken steeds verder naar beneden. Dat moet wel, want als ik zou ontspannen zou er heel veel lelijke herrie uit mijn mond komen.

Ons kind vroeg laatst waar Floor was. Ik kon het niet laten door te antwoorden dat hij 1x mocht raden.