Alledaags

Sneeuwpret

De nieuwsberichten melden de hele week al niets anders; er is sneeuw, harde wind en kou op komst, en niet zo’n beetje ook. De aangekondigde bergen sneeuw kunnen niet anders dan blijven liggen omdat het de komende week aanhoudend zwaar zal blijven vriezen. Overdag zullen de temperaturen ver onder nul blijven en er kunnen gevoelstemperaturen van min twintig ontstaan. In het wekelijkse weersvooruitzicht kan ik niet zo snel zien wat nou de dag- en wat de nachttemperaturen zijn. Variabelen tussen de min zes en min twintig dus. Jeetje, nou spannend hoor. Mijn moeder heeft al gebeld dat ik de auto niet op de handrem moet zetten.

Dit soort weerberichten ontketenen altijd fantastische gevolgen. Terwijl het water in alle sloten nog vrolijk klotst, staan rayonhoofden alweer te kakelen over hoe lang geleden het was dat we genoten van de laatste Elfstedentocht en dat ze er klaar voor zijn. Gemeentewerven hebben alle manschappen paraat en tonen vol trots hun goed gevulde opslag met zout.  De sneeuwschuivers staan klaar en zelfs de NS belooft dat ze dit keer goed voorbereid zijn. Schaatsen en sleeën zijn al bijna uitverkocht en plaatselijke ijsverenigingen popelen om de deuren te openen.

De vrijdagavond dat de sneeuw zou starten staan we hoopvol voor de ramen. Als we hier en daar een verdwaald glinstertje zien dwarrelen, roepen we euforisch dat het begonnen is. Wat maakt sneeuw toch altijd een kinderlijk magisch en nostalgisch gevoel los. Onder een deken van sneeuw is de wereld ineens zo zacht en mooi. Ik ken geen kind dat niet vrolijk wordt van sneeuw. Maar ook op mij heeft het een aantrekkingskracht; je moet gewoon naar buiten. De velden bij ons aan de overkant zijn ineens veranderd van drassige modderpoelen met drollen, in wonderschone knisperende oases.

Als ik zaterdagmorgen uit het badkamerraam het schoons bewonder, staan de overburen ook voor de ramen. We zwaaien in onze pyjama’s naar elkaar. Mijn moeder heeft al geappt om te vragen hoe de honden het vonden, maar toen lag ik nog in bed. Mijn gezin houdt ook van sneeuw, maar springt niet gelijk uit bed als het zover is. Ik laat ze nog maar even en maak mezelf klaar voor de ochtendwandeling. De honden zijn compleet door het dolle. Voor de kleinste is dit de eerste keer dat er echt een pak ligt en dat is te zien. Hij rent, duikt en dartelt kwispelend en sneeuw etend voor me uit. Omdat hij na een paar minuten al in een soort sneeuwpop veranderd is, wil ik een foto van hem maken. Het blijkt een kansloze missie want hij kan niet stilstaan. Het is niet alleen blijven sneeuwen, maar de snerpende oostenwind giert om ons heen.

Als ik toch mijn mobiel pak voor een foto, doet de gezichtsherkenning het niet. Dat snap ik, want mijn muts heb ik tot over mijn oren getrokken en mijn sjaal tot boven mijn neus. Om de beveiligingscode in te typen moet ik mijn handschoen uitdoen. Mijn vingers vallen er zowat af zo koud is het. Als de honden enigszins zijn uitgeraasd, lopen we terug. Koffie en ontbijt. Ons kind vermaakt zichzelf ondertussen in de achtertuin. Op zijn buik ligt hij op de tuintafel. Als hij een sneeuwbal wil gooien, maakt hij zo’n gekke zwaai dat hij uitglijdt en tegen de vlakte klettert. Mijn lijf zou allang in duizend stukken gebroken zijn bij zo’n val, hij staat doodleuk en lachend weer op en mankeert niets.

Tegen het middaguur vraag ik mijn lief wanneer we eropuit gaan. ‘Wil je echt wandelen?’ Ja natuurlijk, wat wil jij dan, de hele dag binnen zitten? Ze vertrekt naar boven en ik hoor kasten en lades opengaan, gerommel en gehannes. Getooid in skibroek, met muts, sneeuwlaarzen, sjaal en ijsjas kunnen we vertrekken. Direct wordt er aangekondigd dat we niet ver gaan. Het veld in? Nee joh, ben je gek, op dat open veld, we waaien weg! Mopperend en klagend over de kou maken we een ommetje in de wijk. Ik krijg er de slappe lach van. Na een halfuurtje zijn we alweer terug. Het aankleden duurde langer.

Op NU.nl lees ik dat de treinen niet zijn uitgereden vanmorgen. Al het treinverkeer in Nederland ligt plat. De buurman is druk met de sneeuwschuiver. Onze ramen zien eruit als in tekenfilms; met randen sneeuw in de hoeken. De strooiwagen is al twee keer voorbij gereden, mét sneeuwschuiver voorop. Niet dat het veel uitmaakt, want alles is nog net zo wit en glad. Mijn lief heeft haar vroege diensten geruild om morgen en overmorgen niet de weg op te hoeven. Mijn baas appt dat we thuis mogen werken, fijn! Als ik verder lees in de nieuwsberichten, zie ik dat de schappen van de supermarkten leeg zijn. Het hamsteren is begonnen. Alles is ontwricht door de aanhoudende kou en sneeuw.

Zou er schaatsen zijn op tv? Wij kijken nooit naar sport, maar ik denk ineens terug aan de dagen dat mijn vader altijd schaatsen keek op zondagmiddag. Als ik ‘m aanzet is er rodelen, jammer. Ons kind kijkt ernaar en vraagt wat dat is. Ik leg het uit en zeg erbij dat het een sport is. ‘Een sport, ze zitten toch gewoon alleen maar een beetje in dat bakkie?!’ Wat zijn we toch een heerlijk sportief gezin. Ik klop slagroom voor bij de chocomel straks en verwarm nog een oliebol. Ik ga zo nog maar een keer met de honden naar buiten. Die worden er tenminste wel blij van.