Alledaags

Kamperen

Ik was ongeveer vier jaar toen ik in onze nieuwe straat een meisje tegenkwam. Ze  was al bijna vijf, had rolschaatsen aan en een hoofddoekje om. Dat was in die tijd erg blits. Ik had geen hoofddoekje maar klompen en wel net zulk blond haar. We zaten niet op dezelfde school maar werden gelijk vriendinnetjes. Ze giechelde altijd om alles maar vooral toen ze hoorde dat mijn moeder ook Judith heette. Dat was natuurlijk bijzonder grappig. Ik moest enorm lachen toen ik hoorde dat zij een ‘tante Truus’ had. Wij noemden onze plassers namelijk onze ‘Truus’ dus dit was grote hilariteit. Haar flat stond haaks op het huizenblok van ons, dus we hoefden alleen de straat maar over te steken om elkaar te zien. Als we zin hadden in een snoepje of ijsje bietsten we eerst bij haar moeder om dit vervolgens nog een keer te herhalen bij de mijne. Dit lukte meestal wel en wij vonden onszelf bijzonder slim.  

Toen we wat groter waren en Judith hoorde dat wij wel eens gingen kamperen, vond ze dit bere interessant. Samen bedachten we grootse plannen om de wijde wereld in te gaan met een tent. Het feit dat wij een tent hadden maakte onze drang om er een nachtje in door te brengen alleen maar groter. Mijn moeder stelde voor om het eerst eens uit te proberen. Het veldje achter de flat van Judith kon, maar daarvoor waren we eigenlijk te klein. Ik vermoed een jaar of acht. Mijn moeder vond het goed dat de tent in onze achtertuin werd neergezet. Bij mijn moeder stelde je altijd de vragen, mijn vader had de uitvoerende rol. Zo stond er ineens een piepklein gezellig tentje in het gras achter ons huis. Judith en ik waren de hele dag al druk in de weer met plannen smeden over de inrichting van de tent. Er werden slaapmatten heen gesleept, knuffels, kussens, slaapzakken en veel snoep.

Het zal direct  na het avondeten geweest zijn dat ons avontuur begon. We kropen in het tentje en het was oergezellig. Een flinke opkomende bries maakte het knus en spannend. Met de rits dicht zaten we warm en droog en maakten we ons klaar voor de nacht. Het begon een beetje te regenen. Lachend en kletsend in onze mini wereld kon ons niets gebeuren. De wind trok aan en het begon harder te regenen. In de verte hoorden we een klap onweer. We keken elkaar vragend aan en vroegen ons af of het nog leuk was. De onweer kwam dichterbij en we voelden wat drupjes op onze hoofden. Het tentje begon langzaamaan overal door te sijpelen. Het tentdoek klapperde steeds harder door de nu zware windstoten. De regen kwam met bakken uit de hemel en de onweer klapte met harde knallen. In het tentje was niets meer droog. Zo stonden we, diezelfde avond nog huilend met onze kussens onder onze armen alweer in de keuken bij mijn ouders. Ons kampeer avontuur was abrupt en definitief ten einde gekomen. Geen van ons beiden heeft ooit  nog kampeerplannen geuit.

Judith en ik bleven jarenlang vriendinnetjes. Tot er andere vriendinnen kwamen en we ieder onze eigen kant op gingen. Op een gegeven moment verlies je elkaar uit het oog. Maar toen ik trouwde stonden er bij de trouwzaal een handvol belangstellenden. Tussen de mensen zag ik  Judith met haar moeder. Op haar arm had ze een baby; haar eerstgeborene. De groepsfoto op het bordes is een warme herinnering. Toen we later de trouwfilm terugzagen hoorde ik pas dat haar zoontje onophoudelijk gehuild had tijdens de plechtigheid. Op de dag zelf is dat, door alle emotie, totaal langs me heengegaan. Inmiddels is haar baby’tje van toen volwassen en heeft ze nog een tweeling die al 17 is. Laatst zag ik dat ze zelfs oma is geworden! In mijn gedachten gaan we nog steeds giechelend rolschaatsend de straat door met wapperende blonde haren. Binnenkort spreken Judith en ik een keer af, dan gaan we op de koffie bij mijn moeder. Ik weet zeker dat de oudste Judith bij ons zal informeren wanneer we weer een keer gaan kamperen.

‘Volgens mij had je vader dat tentje nog zelf gemaakt’ merkte mijn moeder laatst terloops op. Ook Judith vertelde me dit toen ik het verhaal met haar ophaalde. Ik heb het nooit geweten. Begrijp na al die jaren pas waarom hij niet waterdicht was. Krijg met terugwerkende kracht medelijden met die doorweekte grietjes van toen. Volgens mij was er wel een betere tent in huis, maar die was vast te groot voor in ons kleine tuintje. Mijn vader heeft die avond alleen maar heel hard gelachen.