Alledaags

Groot

Aan mijn moeders kant van de familie is iedereen groot. Grote lijven, grote handen, voeten en neuzen. Vooral dat laatste is stom. Aan die van mezelf heb ik altijd een hekel gehad. Hij is enorm functioneel, hij doet het echt prima maar ik had graag één keer wat meer achteraan gestaan tijdens een uitdeelmoment.

Qua stabiliteit is het hebben van grote voeten best oké want ik val niet snel om. Maar een beetje leuk schoentje is niet uit te kiezen. Die roze damesgympjes zijn er bijvoorbeeld nooit in mijn maat. En als de verkoper triomfantelijk aankondigt dat ze er wel zijn, vallen ze klein. Daarom zijn mijn hardloopschoenen een soort roeiboten. Spuuglelijk maar ze zitten prima. Nu nog even in actie komen en gaan rennen. Ze staan me al vanaf januari bloedirritant aan te staren.

Die voeten zorgen er ook voor dat je niet fatsoenlijk in en uit je regenbroek komt. Omdat ik dus nooit een damesachtig schoentje aan heb (nou ja, in de zomer soms, maar dan hoef je geen regenbroek aan) gaan die broekspijpen niet over mijn comfortabele stappers. In de laatste regenbroek schoten scheuren toen ik hem in de fietsenstalling over mijn schoenen stond te sjorren. Ik dacht slim te zijn en bedacht een list.

Monter toog ik naar de ANBW winkel. Niet dat ik zelf op dat snuggere idee was gekomen, maar mijn lief zei; ‘koop toch eens iets knaps!’ Mijn traditie om voor een koopje te gaan hou ik graag in ere maar ze had wel een beetje gelijk. Vervelend is dat altijd. Aangezien ik een waterdichte zwarte jas heb, wilde ik er ook een zwarte regenbroek bij. De vriendelijke verkoper vroeg of ik zijn hulp kon gebruiken. ‘Tuurlijk meneer, ik zoek een zwarte regenbroek. Maar heeft u er een met pijpen die je kunt openritsen, of die wat breder zijn aan de onderkant want ik heb een beetje grote voeten?’ De meneer keek naar beneden en riep luid lachend; ‘nou die zijn inderdaad groot!’ en gaf me een model om te proberen. Maar na zijn uitroep was ik er al klaar mee. Ik besloot de lelijke scheldwoorden die  bij me opkwamen beleefd voor me te houden. Met een zachtmoedig ‘nou, dat valt best mee mevrouw’ was hij verder gekomen. Maar goed, ik was niet op zoek naar een nieuwe vriend maar naar een regenbroek. In het pashokje zag ik dat hij me maat XXL had gegeven. Toen de ergste stoom uit mijn oren was weggetrokken, heb ik hem toch even gepast. Misschien ben ik inderdaad een olifant. Per slot van rekening al een paar maandjes niet gerend en er best wat kilootjes bij gekregen. Het ding was een meter breed en reikte tot ver boven mijn bh. En hij was blauw. Maar dat was even voor de maat, zei de meneer. Hij was er ook kleiner. Maar nee, dan waren die pijpen weer smaller. Dag ANWB meneer, groetjes aan uw ANWB mevrouw. U bent ook vast een treurig onderdeel van zo’n setje. Dit dacht ik uiteraard alleen. Subiet ben ik teruggelopen naar mijn favoriete Hema en kocht, zonder te passen, weer hetzelfde modelletje als ik eerder had. Een zwarte maat M en lekker goedkoop. Dan doe ik mijn schoenen wel weer uit tijdens het aan en uitdoen van de broek.

Er zijn meer nadelen van het hebben van een groot lijf. In het theater of de bioscoop hoor ik de mensen achter mij balen omdat ze niet over mij heen kunnen kijken. De lange mouwen van mijn bovenkleding zijn meestal te kort. En de broekspijpen ook. Koop je een grotere maat, dan is het ding een meter breed maar nog net zo kort. Maar er zijn ook voordelen, echt. Op een vol perron heb ik overzicht en als ik moet staan bij een concert zie ik alles. Alhoewel ik, nu ik wat ouder word, liever wil zitten want mijn kantoorbaan-rug begint na een uurtje al te protesteren.

Ik ken mijn adresjes, ik koop vaak dezelfde merken en ook wel eens een herenmodel. In deze gender neutrale tijd moet dat kunnen. En ik heb toch al verkering, dat scheelt ook. Door de jaren heen gaat comfort bij ons thuis vaker boven ongemakkelijk (lees strak en knellend). Maar daardoor moet je wel opletten dat je niet verslonst. Als bij ons thuis ’s avonds onverwachts de bel gaat, is de kans groot dat er iemand in joggingbroek en zonder bh opendoet. En dat is soms best gênant. Vooral omdat die joggingbroek vaak te groot is, want die zit het lekkerst. En er zitten ‘knieën’ in van het bankhangen of zitten. En zo’n brede slappe kont. Nee niet van het rennen, echt niet. Dus na zo’n aanbelmoment kan ik die bh nog wel verdoezelen maar die broek niet. Het voordeel van zo’n herenmodel is dat hij lekker lang is. En in de mijne zit wat kunststof door het katoen waardoor hij netjes in model blijft. Maar er klopt iets niet aan die broek. Want aan de achterkant heb ik te weinig ruimte (of teveel bil) en aan de voorkant ruimte over. Maar ik begrijp ‘m hoor; mannen hebben natuurlijk minder inhoud aan de achterkant en meer aan de voorkant. Achterstevoren aandoen gaat ook niet, want dan zit het koordje op mijn rug. En de lekkere steekzakken ook. Dan maar weer inzetten op mijn eeuwig goede voornemen; ik wil 100 worden. Misschien krimp ik dan een beetje en komt het toch nog goed.