Alledaags

In Parijs

Ons gezellige Scandinavische appartement (alles van IKEA) was licht door de vele ramen en puien en had een zonnig dakterras. De afgelopen nacht was warm en luidruchtig geweest. Wanneer mijn opvlieger wegzakte begon iemand met snurken en als dat na een zachte duw ophield startte de buurtkat een luidruchtige ruzie met een soortgenoot. Onze twee slaapkamers hadden beide een aangrenzend badkamertje waar precies één persoon in paste. Omdat er in de douchecabine niets was om je shampoo/doucheschuim op te zetten, stond dit op de grond. Voor bukken was het te krap, dus na iets hurkend op te rapen, botste je met je achterste tegen de mengkraan en werd de waterstraal koud. Toen ik uit het hokje wilde stappen, begreep ik niet hoe ik erin gekomen was. Ik wurmde me tussen de muurtjes en de glazen deur door. Pas toen moeders (ook lekker vroeg op) een douche nam werd duidelijk hoe dit kwam. De douchedeur ging naar buiten open, ik trok hem bij het uitstappen naar binnen. Gelukkig stootte zij ook (meerdere keren) de mengkraan dicht/heet/koud.

Behalve veel gelummel en ongemak was het natuurlijk ook gewoon fantastisch in Parijs. Ik moet er soms voor waken dat het niet alleen een grote klaagzang lijkt. Dat zijn de dingen waarom ik moet lachen, maar we hebben natuurlijk enorm genoten. Elke ochtend verse baguettes en de lekkerste botercroissants die ik ooit gegeten heb. Het geweldig georganiseerde openbare vervoer dat ervoor zorgde dat we in vijf dagen heel Parijs door konden crossen.

Wandelend over de Champs-Élysées beklommen we daarna de trappen van de Arc de Triomphe om bovenop het dak te genieten van het indrukwekkende uitzicht. Tegen een strakblauwe lucht met de wind door onze haren voelde ik me op deze plek zo rijk met mijn moeder en gezin. Nog meer trappen richting de Sacre Cour passeerden we muzikanten, venters op kleedjes met plastic Eiffeltorens, slotjes aan hekken en massa’s andere toeristen. Verliefde stelletjes, jankende kinderen en vooral heel veel selfie-makende dames met getuite lippen en aanstellerige poses. Dwalend door de wijk Montmartre bleek ons kind een geliefd uiterlijk te hebben voor de vele kunstenaars. Voordat hij er erg in had werd zijn profiel uit een zwart papiertje geknipt en werd hem dringend verzocht een tientje af te tikken voor deze souvenir. Onze verontwaardigde puber was dit niet van plan waarna wij uitlegden dat hij dan misschien had moeten doorlopen tijdens de knipsessie. Na een discussie met kunstenaar en kind kwam mijn lief uiteindelijk tot overeenstemming en betaalde €7,50.

Voordat we naar het Louvre gingen aten we op een gezellig Frans terras midden op een dorpsplein. Onder de frisgroene bomen zaten we aan piepkleine tafeltjes te wiebelen op dito stoeltjes tegen de achtergrond van een dorpstheater. Het was grappig om te zien hoe we haast aan het eind van elke straat weer die Eiffeltoren zagen staan. Toen ik hem voor de zoveelste keer aan ons kind aanwees was zijn olijke opmerking: ‘Hoeveel van die dingen staan hier?!’

Op vier mei dwaalden we over de kilometerslange paden van de enorme begraafplaats Père-Lachaise en bezochten de graven van Jim Morrison en Edith Piaf. De gedenksteen van Maria Callas bevond zich tussen duizenden anderen in het columbarium. De locatie blijft overweldigend. De halfvergane, weggezakte, begroeide en vervallen eeuwigdurende monumenten steken schril af tegen de moderne varianten. Bij de vele gedenkplaatsen van de eerste wereldoorlog lagen verse bloemstukken. Ik deed mijn best om het niet al te veel naar mijn keel te doen grijpen. Toen het gesprek met moeders  herinneringen ophaalde aan overleden familieleden en nog komende uitvaarten, lukte me dit toch niet. We ploften neer op het terras aan de overkant om energie op te doen voor de volgende bezienswaardigheid; de Notre-Dame. Natuurlijk wisten we wel dat hier in 2019 een brand woedde, maar dat de herstelwerkzaamheden na vier jaar nog steeds in volle gang waren zagen we nu met eigen ogen. De posters op de hekken rondom de kathedraal toonden het verhaal van de brand en de werkzaamheden tot nu toe. Steigers, hoogwerkers en torenhoge kranen gaven een beeld van een megaproject. Er wordt gewerkt aan een documentaire die volgend jaar verschijnt op National Geographic, we kijken er nu al naar uit. Toen we ons die avond uitgeput klaarmaakten voor de nacht, realiseerden we ons dat we totaal de dodenherdenking waren vergeten. Dit is in mijn hele leven nog nooit gebeurd. En door de emotionele tocht over de begraafplaats, voel ik me daar gek genoeg niet schuldig over. Me dunkt dat we de doden hebben herdacht, alleen deze keer niet om acht uur.

De toren van Montparnasse is ruim 200 meter hoog en met één van de vele liften ben je binnen 38 seconden op de 58e verdieping. Mijn lief had online kaartjes besteld voor een tijdstip waarop de zon onder zou gaan. Je tot die tijd vermaken in Parijs is geen straf. Ons kind deed zich tegoed aan een ‘croque Mc Do’; een soort tosti bij Mac Donalds die we in Nederland niet hebben en we dwaalden door een enorm winkelcentrum. Dat er in Frankrijk ook gewoon Hema’s waren (waar ook drop verkocht wordt) wist ik niet. Het was dat de weersvooruitzichten voor vrijdag regen voorspelden, dat we besloten hadden om een dag eerder naar de toren te gaan. Nu was de lucht nog strakblauw.

Nadeel was dat moeders alleen een dunne blouse aanhad. Op grote hoogte moet het ijskoud zijn dus keken we uit naar een betaalbare warme trui. Het afgeprijsde exemplaar was een heerlijk warme hoody in hysterisch zuurstokroze met een geinige Franse tekst erop. Met veel tegenzin trok ze hem aan voordat we de lift ingingen. Waarna bovengekomen bleek dat alles (natuurlijk) door glas was afgesloten en het gewoon bloedheet was. Oma was toch al van mening dat zowel de kleur als het model niet bij haar leeftijd paste, waardoor hij binnen een minuut weer in haar tas zat.

De dag vóór vertrek was er in ‘onze’ straat een ochtendmarkt. Talloze kramen waarop vissen je aan lagen te kijken, kreeften, inktvissen, megagrote tonijnen en bergen groenten en fruit waren uitgestald. Traiteurs met pruttelende pannen, patés en soufflés. Stoffeerders met klassieke houten stoelen, kinderspeelgoed, kleding en vooral veel Parijzenaren met karren vol boodschappen. De fotocamera van mijn lief maakte overuren. De rest van de dag slenterden we door de prachtige stad en sloten we de dagen af met een etentje.

Inmiddels behendig geworden met de Google-maps app had ik bedacht dat, als we om 11.00 uur uit het appartement vertrokken, we ruim op tijd zouden zijn om de Thalys van 12.23 te kunnen halen. Dit keer niet meer twee metro’s, maar gezellig met twee bussen, zodat we nog konden nagenieten van de stad. Bij het instappen bleek dat het vervoerskaartje van ons kind nat geworden was in het hoesje van zijn mobiel. Dat slappe vodje kon zo natuurlijk niet in het apparaat. Na uitleg aan de buschauffeur gebaarde deze dat hij door mocht lopen. Waarna ons kind, in een fractie van een seconde (uit gewoonte?) besloot om hem in de automaat te doen en hij er (natuurlijk!!) niet meer uitkwam. Opgelucht omdat dit de laatste dag was bespraken we dat hij voor de allerlaatste busrit dan maar een kaartje moest kopen.

De tijd verstreek en wat passeerden we veel haltes. De app had storing maar ik wist de weg. Waarom dacht ik er nu pas aan dat een bus er natuurlijk veel langer over doet dan een metro?! De tijd begon te dringen, we moesten nog overstappen. Waar precies de volgende bus precies ging en hoe laat, geen idee. Toen begon de paniek me bij de strot te vliegen. Wat als we die trein naar huis zouden missen? Ons kind moest ook nog een kaartje kopen na de overstap. Minuten tikten pijlsnel weg en we realiseerden ons dat hiervoor geen tijd meer was. De keus tussen zwartrijden of de Thalys missen was gauw gemaakt. Godzijdank zagen we waar de bus stopte en kwam hij er al aan. Doordat er veel reizigers tegelijkertijd instapten, kon ons kind ongezien achterlangs glippen zonder vervoerbewijs.

Het laatste stuk naar het treinstation moesten we echt rennen. Met stuiterende koffers vlogen we naar het juiste perron. Precies één minuut voor vertrek zaten we in de trein, bezweet en gestrest. Het waren heerlijke dagen en drie van ons sukkelden zachtjes in slaap terwijl we richting Nederland koersten.

Of ik nog iets leuks mee terug heb genomen? Ja, een likdoorn. Pas na het bellen van pedicure nummer acht was er een plekje vrij om dat kreng te verwijderen; over twee weken. Oh ja, en een zuurstokroze hoody (van moeders gekregen).