Alledaags

Rouwadvertenties

Het digitale streekblad lezen is een fijn onderdeel van mijn ochtendritueel. Nou ja lezen, ik bekijk de voorpagina, check de chocoladeletters en lees flarden van artikelen die me interessant lijken. Maar meestal is het zoveel treurnis dat ik de grootste delen oversla. Ook door tijdgebrek overigens, want het gereserveerde kwartier dat ik wil voor koffie, brood en krant is in werkelijkheid vaak maar vijf minuten.

Vervelend dat de overlijdensadvertenties wél altijd mijn aandacht trekken. Ik wil het niet maar doe het toch: alle advertenties lezen inclusief de namen van familieleden, bijbehorende gedichten, psalmen en tijdstip en locatie van de uitvaart. Onderaan de advertenties staat nog een opsomming van overledenen waarvoor niet betaald is voor een advertentie, maar waarvan de nabestaanden het oké vonden dat er een vermelding werd gemaakt. Daar beperkt het zich tot de naam, geboortejaar of leeftijd, geboorteplaats en vermelding van uitvaart. En dat laatste zeer summier. Soms staat er niets, of alleen een datum.

Het komt vast door het ouder worden. Toen ik jong was las ik geen rouwadvertenties, blijkbaar sta je dan minder stil bij dat soort dingen. Iedereen om je heen leeft gelukkig dan ook nog. De tijd dat alle vier mijn grootouders er nog waren, jongens wat was dat fijn en zorgeloos. Zodra je een generatie bent opgeschoven merk je dat mensen je gaan ontvallen. Het wegvallen van je eigen familieleden en vrienden is dramatisch, maar soms zie je dit aankomen. Op het moment dat je minder of geen contact meer hebt met bekenden, kan een rouwadvertentie je van je stuk brengen. In een spannende film hoor je wel eens zo’n indringende klap, wanneer er iets vreselijks gebeurt waardoor je je kapot schrikt. Dat zelfde gevoel heb ik wel eens bij het lezen van een overlijdensadvertentie die voor mij onverwacht is. Van een oud klasgenoot bijvoorbeeld, of een collega. Direct gaan mijn hersenen dan in actie. Waarom staat er niet bij wat er gebeurd is? Hoe kon het zo plotsklaps eindigen? Soms kan ik zelfs opgelucht zijn dat ik iemand niet goed kende, dan raakt het je minder.

Ik kan er niets aan doen maar rouwadvertenties blijven intrigeren. Er staat wel eens een foto bij en regelmatig denk ik bij het zien ervan ‘wat erg dat er geen betere/leukere foto was’. Zou de persoon in kwestie deze bij leven al hebben uitgekozen of dacht een aangetrouwd familielid dat deze wel geschikt zou zijn? Je bent er toch maar mooi van afhankelijk. De teksten zijn vaak afgezaagd of overduidelijk uit het oersaaie boek van de begrafenisondernemer. Zelfs het eigenlijk prachtige versje van Toon Hermans ‘sterven doe je niet ineens………..’ komt me inmiddels de strot uit. Net als de klassieker ‘ga nooit weg zonder groeten’, wist je echt niets originelers? Niet dat ik zo geweldig ben hoor, ik snap dat je in je verdriet geen wereldgedicht uit je mouw schudt. Zeker als je niet zo’n schrijver bent. Soms is de kunst van het weglaten ook best mooi.

Laatst las ik in een advertentie: ‘na een moeizaam leven’. Daar gingen die hersenen weer. Wat erg zo’n tekst. Was er niets liefs of aardigs te melden dan deze treurige zin? Alsof iedereen blij was dat het over is. In weer een andere stond: ‘gelegenheid tot schriftelijk condoleren tussen 13.00-13.30 uur’. Echt?! Geen zoen, geen omhelzing en maar 30 minuten? Hoe zou dat gekomen zijn? Waren er geen vrienden, familieleden of kennissen? Of alleen maar hele zure, dat dit een ontmoedigingsactie was van de persoon die toch al geen zin had in deze tijdrovende rompslomp?

Mijn hart gaat open als ik lees ‘met dank aan de verpleging van huis huppeldepup voor de liefdevolle verzorging’. Uit ervaring weet ik dat er inderdaad mensen zijn die meer zijn dan het beroep dat ze uitoefenen. Verzorgenden die je oma een lieverd noemen en haar een omhelzing of een kus geven bij verdriet. Die tijd maken voor een praatje (terwijl die er eigenlijk niet is) en echt luisteren. Die troost bieden en geborgenheid. Toen mijn bonus schoonvader overleed bood de lieverd van de thuiszorg aan om hem te wassen en aan te kleden, want dat deed ze wel eens vaker. Ik heb haar in al het verdriet toen nooit kunnen zeggen hoe geweldig en intens dankbaar ik was door deze actie. Geen polonaise meer aan je lijf maar de vertrouwde handen van iemand die de laatste maanden dagelijks over de vloer kwam en die je aardig vond. Ik kom haar nog wel eens tegen, maar altijd zie ik het te laat of passeren we elkaar in de auto. De eerstvolgende keer als ik Monique weer zie zal ik het haar zeggen. Zelfs na twintig jaar zal ik het waarschijnlijk niet droog houden. Maar ik wil dat ze weet hoe blij ik met haar was.

Van de week zag ik een gedicht dat ik niet eerder had gezien. Het ging over iemand die was overleden en die graag gecremeerd wilde worden. De as moest worden uitgestrooid. De slotzin was zo mooi: ‘Mocht je soms erg naar mij verlangen, loop dan even in de wind, dan streel ik je wangen’. Wauw. Even verderop stond onder iemands naam ‘grote liefde van…’. Wat heerlijk als je zó wordt herinnerd. Zo zat ik ineens, zelfs na het lezen van een pagina vol rouwadvertenties, met een grote glimlach op mijn gezicht in de auto richting werk.