Alledaags

Sokken

Met grotere voeten en dikkere enkels dan de gemiddelde vrouw, is het ogenschijnlijk makkelijk kopen van sokken bij mij andere koek. Een beetje geinig damessokje is verkrijgbaar tot en met maat 41. En ik heb maat 43. Dat schiet dus niet op. Sommige mensen beweren ‘dat het wel uitrekt’. Meestal zijn dit de types die zelf maat 37 hebben. Nou, neem maar van mij aan; het rekt niet uit. Daarom begrijp ik ook niets van die maatvoering ’38-41’. Dan past het toch nooit?

Toen ik jonger was wilde ik het eigenlijk niet weten. Ik kocht evengoed de te kleine maar pittige dames sok. Dan maar flink sjorren in de hoop dat ze langer werden. Met het gevolg dat het wel leuk stond maar nooit lekker zat. De vlag ging uit als het voorjaar werd, want dan konden de zomerschoenen weer tevoorschijn getoverd worden en had je na nóg wat hogere temperaturen helemaal geen sok meer nodig.

Nu ik ouder ben wil ik gewoon sokken die passen. Naar de damessokken kijk ik niet meer, die passen toch nooit. Scheelt een hoop frustratie. Ik zit er totaal niet mee dat ik dan een herenmodel koop. Die zijn er meestal gewoon tot en met maat 46. Wat wel jammer is, is dat de kleuren een stuk saaier zijn. Interesseert dat de gemiddelde man niet? Of is het gewoon onbelangrijk? Wit, zwart, donkerblauw en grijs en dan houdt het echt wel op. Maar oké, ik ben allang blij dat ik wat heb.

Alhoewel, als het een normale sok is dan knijpt de bovenkant altijd mijn been af. Hebben mannen van die dunne staakjes? Of heb ik van die biggenpootjes? Na een paar uur met een diepe kuil in je enkels lopen is ook niks. Dus koop ik het liefst een enkelsokje. Zo eentje die net boven je enkelgewricht valt. Dan moet je wel goed opletten dat je broekspijpen lang genoeg zijn, anders krijg je weer kouwe benen.

Ik zie in winkels ook wel eens bundels liggen van 10 paar dezelfde. Ben ik de enige die voor elke schoen een andere sok wil? In mijn zwarte wandelschoenen moet een dunne zwarte sok. In de witte zomergympies een witte korte. In mijn hardloopschoenen een dun sportsokje. In mijn nieuwe zwarte laarsjes een beetje dikke, want die moet ik nog uitlopen. (Een maat groter kopen kon niet, want ze waren er niet groter en ik wilde ze toch) In de avond draag ik het liefst een paar dikke lubberige te grote, want dat zijn dan een soort pantoffels. Maar daarmee kun je niet in je schoenen, daarvoor zijn ze te dik. Ik koop sokken zelfs expres wel eens een maat te groot. Als je je halve leven te kleine sokken hebt gedragen, dan voelt het rijk als ze eindelijk een beetje te ruim zijn.

Het wordt ook een soort tic. Als je niet makkelijk slaagt, wil je elke keer áls je passende ziet, ze gelijk kopen. Het resulteerde er vorig jaar in dat ik een uitpuilende sokken la had. Bij het opruimen van de kast heb ik toen flink de bezem erdoor gehaald. Alles wat ik nooit droeg, gekrompen of sleets was direct weggegooid. Alle witte badstoffen ook weg gemikt. Die waren nog prima maar kunnen echt niet meer. Er bleven twee keurige overzichtelijke rijtjes over.

Omdat ik nu niet meer zoveel paar heb, draag ik vaker dezelfde. De hele sokkenvoorraad gaat daardoor vaker in de was. Het slijtproces had ik eerst niet zo in de gaten. Als je ’s ochtends vroeg weggaat is het nog donker. Maar als ik de laatste tijd thuiskwam en mijn schoenen uitdeed, zat er steeds vaker een gat in. Alleen de sok met het gat gaat in de vuilnisbak. Want die andere kun je nog combineren met eenzelfde van een ander paar. Er liggen nu dus ook wat losse eenlingen, die wachten op een kapotte van een soortgelijk stel, zodat hij ze weer gedragen kunnen worden.

Maar nu de winkels alweer zolang dicht zijn, begint mijn diep weggezakte sokkenfrustratie weer de kop op te steken. De twee rijtjes in mijn laatje zijn geslonken naar één lullig rijtje en een paar eenzame exemplaren. Waar haal ik nu nieuwe? De supermarkten zijn open maar verkopen alleen olijke ‘36-41’ en krengen van herensokken die je kuiten afknijpen. Waar kwamen die andere nou ook alweer vandaan? Ik weet het niet meer. Moet ik online bestellen? Waar dan? De verzendkosten zijn hoger dan de sok. Ruilen is dan, als het niet past, weer zo’n gedoe.

Ik besluit toch een stelletje bij de supermarkt te halen. Een herenmaat. Als ik bij de kassa sta, zegt de (nog net niet gepensioneerde) kassière; “Wat een leuke, gezellig met dat streepje! De kassabon goed bewaren hoor, voor als HIJ ze niet leuk vindt”.