Alledaags

Los op Kos

De regen valt met bakken uit de hemel als ons kind wordt opgehaald door één van de vaders van zijn matties. Drie frisse boys zitten quasi nonchalant maar uitgelaten in de auto om veilig naar vliegveld Rotterdam gebracht te worden. Op mijn ‘zoek mijn vrienden-app’ gluur ik na een tijdje om te zien of ze er al zijn. Bijna gelijktijdig krijg ik een bericht van ons kind; ‘het vliegtuig heeft een halfuur vertraging’.  Geduld valt niet onder zijn eigenschappen dus nog langer daar moeten rondhangen zal de spanning vast een beetje opvoeren. Voor het eerst zonder ouders een week weg met het vliegtuig. Ik weet zeker dat het hele clubje nu tegen elkaar uitspreekt hoe blij ze zijn dat ze eindelijk even van het gezeur van die ouders af zijn. En dat snap ik ook. Van de week heb ik me nog beheerst door niet te vragen of alle identiteitskaarten nog geldig waren. Ik vermoed dat mijn lief en ik, afzonderlijk van elkaar, minstens vijf keer hebben benadrukt dat hij twee dingen niet mag verliezen; zijn bankpas en zijn identiteitskaart. Dat ie goed op zijn telefoon moet letten hoeven we niet te zeggen, dat ding zit zowat aan zijn hand vastgeplakt.

We proberen het te camoufleren maar loslaten is lastig. Natuurlijk hoeft hij niet continue te laten weten wat hij doet of waar hij is. Maar wat voelt het fijn als hij uit zichzelf laat weten dat zijn mobiel nu op de vliegtuigstand moet omdat ze gaan opstijgen. En ook het appje dat ze zijn aangekomen is heerlijk. Gelijk oma even gerustgesteld want die had al gebeld. Aan het eind van de avond stuurt hij een foto. Vijf pubers aan tafel achter borden met eten en cocktails erbij. Wat kijken ze blij en wat ziet het er gezellig uit. Hij appt wanneer hij gaat slapen en de volgende ochtend weer een foto van het uitzicht vanaf het balkon en het strand waarop ze liggen. Ik informeer niet of de rode inhoud van de glazen limonade is en ben trots op mezelf.

De hele week is het stil in huis en ik vergis me bij het koken. Teveel zout op een kleinere hoeveelheid aardappels en gehaktballen, teveel groente gekookt en bananen gekocht. Die gaan uiteindelijk donkerbruin (bah) de groenbak in. Stiekem tel ik de dagen af dat hij weer thuis is en ik betrap mezelf erop dat ik elke dag wel een keer via ‘zoek mijn vrienden’ kijk waar hij (bij benadering) is. Het beperkt zich tot drie plekken; het strand, de appartementen en het centrum.

De laatste nacht dat ze er zijn zie ik dat ze rond 03.30 uur nog in het uitgaansgebied zijn. Als ie meldt dat ze rond 07.00 uur worden gehaald om naar het vliegveld gebracht te worden, weet ik dat ze een nachtje doorhalen. Ze nemen het er nog even van. Een uur eerder dan ik dacht appt hij die ochtend dat ze in het vliegtuig zitten. Logisch natuurlijk, want het is daar een uur later. Alles gaat voorspoedig en een halfuur eerder dan verwacht staan we te kletsen met de vader die drie van de jongens weer veilig thuisbrengt. Het is een oudere kopie van de maat die erbij is. Ze zien er stralend, gekleurd maar moe uit. Op de buik van ons kinds T-shirt zit een grote vlek, iets met een broodje dat lekte is de verklaring.

Ze hebben genoten, bakken geld uitgegeven maar iedereen vindt elkaar nog leuk en ze popelen om de volgende trip te boeken. Er worden souvenirs tevoorschijn getoverd en er komen verhalen los. Van de zoekgeraakte deurpas waardoor ze met z’n vieren in een tweepersoonsbed de nacht hebben doorgebracht. Nee, niet geslapen, dat ging echt niet. Er zijn foto’s van drollen die niet doorspoelden en hilarische filmpjes van zelfbedachte persiflages. Natuurlijk krijgen we maar een deel te zien. De gehuurde fietsen waren niet om het eiland te verkennen maar omdat het zo ver lopen was in de hitte naar de stad.

Met zijn mobiel in zijn hand en ipods nog in zijn oren valt hij die avond al vroeg in slaap. Op zijn bureau zie ik een slof sigaretten liggen met vijf aanstekers ernaast. De wasmand puilt uit, in de koelkast staat een melkpak met nog één slok erin en aan de toiletrol hangt nog precies twee vel. Normaliter irriteert me dit, nu denk ik ‘he lekker, ons kind is weer thuis!‘