Alledaags

Kijkdoos

Toen wij vroeger klein waren en ingespannen bedachten hoe we aan wat extra zakgeld konden komen, kwamen we meestal niet veel verder dan een kijkdoos maken. Op de lagere school kregen wij namelijk geen rapport, dus daarmee kon niet langs de familie gegaan worden voor een extraatje. Een zwemdiploma om mee te pronken haalde ik pas toen ik de kijkdoos allang ontgroeid was. Er bleven weinig opties over dan de kijkdoos.

Wat op zich nog best lastig was, omdat we niet regelmatig nieuwe schoenen kregen. Of ik ben dat vergeten, sorry mam. Kortom, de dozen lagen zo gezegd niet voor het oprapen. De exemplaren die je bij de plaatselijke buurtsuper kon pakken waren te groot, voor bananen of er was geen deksel bij. Daar had je niks aan. Onze nieuwe schoenen waren meestal zo welkom dat aan de kassière gevraagd werd ‘Kunt u de labeltjes eraf halen? Ze wil ze zo graag gelijk aanhouden’. En als je dan trots thuis aangestapt kwam, merkte je meestal pas dat je geen doos had gekregen. Maar laat ik niet zo zeuren. Het was lastig, maar af en toe was er op onverklaarbare manier toch een schoenendoos voor handen die mogelijkheden bood.

In het deksel knipte je, zo netjes als je maar kon, een groot vierkant gat waarachter je vliegerpapier plakte. Er moest namelijk wel licht doorheen komen. Het hielp dat mijn vader reclametekenaar/ontwerper was, dus ons huis was een soort eindeloos mega-magazijn aan hobbymaterialen. Ons gezin wist haarfijn waar alles lag en zo pikten pakten wij lijm, gekleurd papier, stiften, dubbelzijdig tape, verf, karton en alles wat we verder nodig hadden. Een flinke dot watten deed het ook altijd wel goed, maar die haalden we uit de zak ‘zigzagwatten’ uit de badkamer. Het interieur van mijn kijkdoos bestond meestal uit een gezellig straattafereel met huisjes, een zonnetje, wat vrolijke meisjes, een hondje, een blauwe waterpartij en wat dingen die op bomen moesten lijken.

Maar dan kwam het moeilijkste van het kijkdoos-avontuur; je moest ermee langs de deuren. Eigenlijk durfde ik dat niet. Met Sint-Maarten zingend de deuren langsgaan vond ik al eng, maar dan kon je je nog een beetje achter je vriendinnetje verschuilen. Op elf november wisten de mensen in elk geval dat er kinderen konden aanbellen. Met een kijkdoos aanbellen voelt heel anders. Maar als ook maar één persoon niet in mijn creatie wilde kijken, dan was ik er al klaar mee. Ik kan me dan ook niet herinneren dat ik ooit een lekkere buit heb binnengesleept.

Andere kinderen die daarentegen bij ons thuis kwamen met hun kijkdoos, werden door mijn vader de hemel in geprezen en rijkelijk beloond. Ik ken niemand die zoveel geld neertelde voor de meest slechte dozen ooit. Hoe slechter hoe beter. Het loeren door een gaatje en in het donker wat gefrutsel zien, maakte hem zielsgelukkig. De kinderen werden uitvoerig bevraagd wat er allemaal in zat en werden vooral gestimuleerd om door te gaan met creatief bezig zijn. De portemonnee werd leeggeschud en ik weet zeker dat, als hij alleen nog maar papiergeld had, hij dit gegeven heeft.  Het resulteerde wel altijd in hilarische taferelen. Want je kon er donder op zeggen dat als de eerste kijkdoos geweest was, er binnen no-time hordes kinderen achteraan kwamen die hadden vernomen dat hier wat te halen viel.

De laatste kijkdoos die ik gezien heb kreeg ons kind als surprise van opa. Ons kind zat op zwemles en ‘het gat’ waar, op 7 meter afstand onder water, doorheen gezwommen moest worden was een dramatisch doel. Het was een rood gespannen zeil onder water met een rond gat erin. Wekenlang hebben we geoefend op dit spektakelstuk omdat je anders niet mag afzwemmen. Toen de kijkdoos werd uitgepakt en we keken erin, wisten we niet wat we zagen. Een complete onderwaterwereld uit het zwembad. Alles zachtblauw met tegeltjes aan de wanden en op de vloer. Een heuse zwemtrap aan de kanten en aan het eind van de doos; dat ellendige gat! Als cadeau was er een rode zwemhanddoek bij met een gat erin. Zo kon je ‘m na het zwemmen lekker over je hoofd doen en had je een soort poncho. De handdoek is jaren gebruikt, de kijkdoos nog op zolder.

Ik kan me niet herinneren dat ik ooit een kind met een kijkdoos aan de deur gehad heb. Wat jammer eigenlijk. Is het uit de tijd? Doen kinderen dit niet meer? Voelt het als bedelen? Voor mij vroeger wel altijd. Ik geef toe; ik zal misschien niet mijn portemonnee leegschudden, maar zal zéker wat geven.