Alledaags

BHV

Ik was nog geen twintig toen er op straat, vlak naast me, iemand ineen zakte. Toen deze persoon ook nog hevig begon te schudden terwijl hij op zijn rug lag, begreep ik niet waarom iedereen bleef kijken of gewoon doorliep. Ik schreeuwde dat iemand een ambulance moest bellen en week niet van de zijde van de meneer. De afloop ben ik vergeten, maar de ervaring hakte erin. Als ik toen wat meer kennis van zaken had gehad, had ik geweten dat dit een epileptische aanval was. Wist ik veel.

Toen er in het grafische bedrijf waar ik werkte bedrijfshulpverleners (BHV-ers) werden gevraagd, wekte dit mijn nieuwsgierigheid. Wat was dit en wat moest je daarvoor doen? Een onderbreking in de dagelijkse werksleur sprak me wel aan. We gingen twee dagen (geheel verzorgd) de hei op en na afloop waren we een berg medische informatie rijker. Jaarlijks herhaalden we de brand bestrijdende oefeningen, kenden grepen als de Heimlich en Rautek, legden we opnieuw verbanden aan en deden de belangrijkste training; de beademing met reanimatie.

Toen er in mijn Zaanse werkkring weer BHV-ers gezocht werden, was het logisch dat ik me opnieuw aanmeldde. Ook hier begon het bij de basis; eigen veiligheid eerst, slachtoffer in veiligheid brengen, hulpdiensten inschakelen, erbij blijven en de lakens uitdelen. Oh ja, en als je wat kunt doen, dat dan ook uitvoeren. Oefenen met Lotus slachtoffers, ontruimingen en blussen van branden kwam jaarlijks weer terug. Onder bezielende leiding van oud ambulance broeder Wiebe die er, tussen alle ellende door, steeds weer een olijke draai aangaf. ‘Als je op de verkeerde plek de compressie uitvoert tijdens de reanimatie, komt de macaroni van gister eruit hoor!’ Om achteraf te vragen of de hilariteit niet te erg was. Juist niet, in alle medische ellende was het heerlijk om even te kunnen lachen.  

Ongemerkt, handel je direct als er iets ergs gebeurt. In je hoofd speelt zich ongemerkt alles af wat je de afgelopen dertig jaar hebt herhaald. Zo heb ik ons kind al een keer verlost van iets dat in zijn keel bleef steken. Legde ik iemand die voorover gevallen was pijlsnel andersom, ving de ambulance op toen de buurman in zichzelf gezaagd had. Oh ja, ik had hem voor de zekerheid nog wel even op een stoel geparkeerd omdat ik bang was dat ie neer zou gaan. Op het werk zijn er diverse mensen onwel geworden. Als jij daar als eerste bij bent sta je (op scherp) klaar met de defibrilator. Maar het is ook een keer gebeurd dat dit te laat kwam en je enkel ambulancebroeders de weg wijst en de collega was overleden. Tijdens deze momenten vind je steun bij je mede BHV-ers waar je je verhaal bij kwijt kunt. En altijd weer wordt er geëvalueerd. Wat kon er beter en wat ging er goed? Ooit kregen we van iemand een kilo paaseitjes omdat hij zo blij was met de opvang door de BHV.

Toen ik een tijdje geleden bakboter stond te smelten om vlees te braden, kwam er net bezoek. Ik raakte in gesprek en zag de meneer ineens heel wazig. Net toen ik besefte dat het hele huis blauw stond van de rook, gingen alle brandmelders af. Ik vloog richting het pannetje waar de vlammen al een meter hoog uitkwamen. Door de zenuwen viel de deksel de eerste keer uit mijn handen. Maar toen ik hem vervolgens rustig op de pan liet vallen, was het vuur gedoofd en het leed geleden. Het duurde nog wel een paar dagen voordat de stank uit ons huis verdwenen was. Het pannetje kon nog schoongeboend worden, de lepel die erin stond bleef zwart. Op zo’n moment sta je er maar niet al teveel bij stil dat je hele huis wel had kunnen afbranden.

Bij alle trainingen leer je dat je iemand niet altijd kunt redden. Maar het feit dát je in elk geval handelt en weet hoe je moet reanimeren, stemt mij wel gerust. Dat je achteraf na een actie staat te trillen op je benen of zwaar aangedaan en geëmotioneerd bent, gaat gelukkig altijd weer over. Het lijkt me erger als je wilt ingrijpen en niet weet wat te doen. Over twee weken mag ik weer op herhalingstraining. Bij mijn inmiddels niet meer zo nieuwe werkgever, maar wel met collega’s die ik nog niet zo goed ken. Een werkomgeving waar ik soms de weg nog moet zoeken en bij een nieuwe opleider. Ik zal de alleswetende en humoristische Wiebe missen, maar het gebrek aan opfrissing heeft alweer lang genoeg geduurd.