Alledaags

Lesbisch

“Naar welke kroeg gaan jullie altijd?”, vroeg wijlen mijn lieve kapper Danny eens toen hij met zijn neus boven mijn oor hing. Ik begreep niet gelijk wat hij bedoelde, kroeg? Ik ben niet zo’n drinker, kom eigenlijk nooit in een kroeg. Hij bedoelde in welke ‘gay-kroeg’ we kwamen. Alleen hij stelde dit soort vragen. En alleen hij vroeg dan gelijk daarna bijvoorbeeld; “heb je mijn leren rok al gezien?” Om vervolgens trots zijn nieuwste aanwinst te showen. ‘Ik snap jou niet Tan, waarom ga je niet eens naar de ‘Vievelavie’ of ‘De Trut’? Ik had er geen antwoord op.  Jongens wat mis ik Danny, ook om dat soort vragen en opmerkingen.

Ik ben nog nooit in een gay-kroeg geweest, sterker nog, ik heb geen gay-vrienden of vriendinnen. Is dat raar? Waarschijnlijk had ik ze wel gehad als ik ze had opgezocht, dus mis het denk ik ook niet.  Maakt het uit of je gay bent of niet? Voor mij niet. Mensen zijn toch leuk om wie ze zijn en niet om wat? Ik ben bang dat ik me hopeloos verloren zou voelen in een gay-kroeg. Ik voel me niet gay. Alhoewel, ben toch gek op hysterische drags, De Toppers, het Songfestival, Willeke, Ruth en Karaoke. Ik kom alleen haast nooit in een kroeg. Een enkele keer met collega’s of oud collega’s, maar dat is altijd in een ‘gewone’ kroeg. Maar is een niet-gay-kroeg dan gewoon?

Ja het doet me veel als ik hoor dat er weer iemand mishandeld is om zijn/haar geaardheid. Maar niet meer dan wanneer dit een hetero overkomt. Het valt me wel op dat de haat altijd richting mannen gericht is. Hoezo? Het is gewoon treurig dat de tolerantie in het algemeen zo ver te zoeken is. Leven en laten leven en mensen respecteren zoals ze zijn, dat zou zo mooi zijn. Maar tegelijkertijd weet ik dat dit een Utopie is. Want als je van huis uit anders hebt meegekregen, door je ouders, je geloof, je gemeenschap of je macho vriendengroep, durf jij dan anders te zijn? Ik hou van mensen die anders durven zijn. Verzorgde mannen met mooie make-up, vrouwen in stoere beroepen, jongetjes die op balletles gaan omdat ze er goed in zijn of het gewoon leuk vinden. Meisjes die andere kleding dragen dan wat in de mode is, omdat ze er zich fijn in voelen. Dat je het lef durft te hebben om niet met de kudde mee te lopen.

Het is treurig dat een groot deel van de bevolking de drang voelt om hier een mening over te uiten. Wie zit daarop te wachten? Op hoe Annie uit Appelscha erover denkt? Net zo min dat het mij  interesseert, zo hoeven mensen toch ook geen aanstoot te nemen aan waaraan zij een hekel hebben? Niemand zegt dat je tijdens de Pride naar de botenparade hoeft te kijken. Is de aanblik van blote zoenende mannen vies? En waarom moeten hetero mannen daaraan toevoegen dat het zien van zoenende vrouwen wél opwindend is? Ik zie liever de wereld vol zoenende mensen dan de strijd die overal heerst. Al zoen je met de schutting, ga lekker je gang. (Ik zou wel de kunststoffen kiezen i.p.v. de houten, splintertechnisch gezien) Alsof blote vrouwen altijd fijn zijn om naar te kijken. Maar jij hoeft toch niet bloot? Jij hoeft toch niet te zoenen als je dat niet wil? Waarom voelen heren de behoefte om ons te melden dat het ze erg opwindend lijkt om tussen ons in te liggen? Zouden ze ook denken dat dit mogelijkheden biedt? Of dat we dit voor het eerst horen? Treurig genoeg niet. Ik zie al dat ik zo’n opmerking plaats tegen een getrouwd stel. Mensen voelen ook wel eens de behoefte om te zeggen dat ze onze relatie ‘oké/prima/niet erg’ vinden. Het is vast heel lief bedoeld, maar ik zit er echt niet mee als je het wél erg vindt.

Ooit leerden we een klein meisje kennen dat zich een jongetje voelde. Het was een prachtig mooi, lief, slim en stoer kind. Maar dan is de maatschappij in de war. Ze zat op voetbal, maar was veel beter dan de meisjes. Ze mocht bij het jongensteam, maar in de kleedkamer vonden de jongens dat maar gek. En nee, ze wilde geen roze ondergoed met bloemetjes maar dat stoere legergroen met een J-gulp. En wat stond het haar allemaal goed! Ik was zo trots op dat meisje. Maar mijn hart huilde omdat ik me kan voorstellen hoe bikkelhard de wereld tegen je kan zijn. Ik kon alleen maar hopen dat ze ertegen opgewassen zou zijn. Gender neutrale toiletten lijken misschien overdreven, maar je wordt als man toch aangekeken als je het waagt om in een damestoilet te verschijnen. Soms, als er lange rijen voor de damestoiletten staan, ga ik wel eens naar de heren. Maar voel me dan ook wat ongemakkelijk als bij binnenkomst iedereen met zijn geslachtsdeel in zijn hand staat. Nee, ze zeggen er nooit wat van, maar ik wil toch ook de indruk niet wekken dat ik piemels kom kijken.  

Toen ons kind nog in de kleuterklas zat, kwamen er bijna dagelijks kinderen mee naar huis om bij ons tussen de middag een broodje te eten. Een keer waren zowel mijn lief als ik thuis en we zaten gezellig met een meisje aan tafel. Zonder een spier te vertrekken meldde het kind met volle mond vanuit het niets; ‘jullie zijn lesbisch!’  Ik verslikte me bijna maar deed mijn best normaal te reageren. Ik vroeg haar waarom ze dat dacht. Dit had haar moeder haar verteld. Ons kind liet zijn vork vallen en keek ons met grote verschrikte ogen aan. ‘Niet! Nee he mamma, dat is toch niet zo?’ Ons kind had totaal geen idee wat ermee bedoeld werd. We hebben geprobeerd uit te leggen hoe het zat. Maar dat is lastig als je het zelf niet zo goed weet. Toen ik tot mijn 27e verkering had met jongens, vroeg niemand aan mij of ik hetero was. Toen ik verliefd werd op mijn lief, was ik in de war. Ik was toch niet lesbisch? Ik kijk en keek nooit naar vrouwen, ik ben toen alleen zwaar verliefd geworden op mijn lief. En dat is nooit overgegaan. Maakt me dat nu lesbisch? Ik weet zeker, als wij ooit niet meer samen kunnen zijn, dat ik weer zal uitkijken naar een leuke vent. Ben ik dan weer hetero? Het interesseert me eigenlijk niks.

Ik pas misschien niet in het etiket, noch in het hokje. Maar als je als vrouw met iemand getrouwd bent van hetzelfde geslacht, dan ben je lesbisch, punt. Of juist geen punt. Ik heb het er eigenlijk nooit over, daarom nu maar een keer. Collega Ellen vroeg me laatst waarom ik altijd schrijf over ‘mijn lief’. Wil ik niet laten weten dat het een vrouw is? Tuurlijk wel, alleen vind ik het volkomen onbelangrijk.  Iemand die we kennen heeft het altijd over ‘mijn man’. Dat vinden wij weer stom. De meeste gays hebben het gemakshalve over ‘hun partner’. Let er maar eens op. Ik maak er geen punt van, mijn lief ook niet. Erg gelachen toen haar baas haar een keer vroeg; ‘wat doet je man eigenlijk?’ Zonder een spier te vertrekken zei mijn lief toen; ‘die is directiesecretaresse!’