Alledaags

Fysio

Mijn schouders doen zeer. Al weken. Het begon met de rechter en hoopvol verwachtte ik dat het wel weg zou trekken. Inmiddels doet ook links zeer en is de sulligste beweging (zoals haren borstelen) een uitputtingsslag aan het worden. Omdat ik er niet over wil zeuren maar ook niet blijvend aan de pijnstillers wil, moet er iets gebeuren. Naar de fysio leek me de beste oplossing.

Een beetje vervelend dat mijn oude therapeuten ermee gestopt zijn. De boomlange Bram met handen als kolenschoppen het eerst. Bij hem was je letterlijk en figuurlijk in goede handen. Ons hele gezin kwam al bij Bram. Hij was deskundig, enthousiast en grappig. Als ik tijdens de behandeling klaagde over pijn, was zijn antwoord steevast ‘als ik ga aaien heb je er niets aan!’. En dat is natuurlijk ook zo. Soms was ik bang dat ie me uit elkaar drukte, het duurde een tijdje voordat ik hem blind vertrouwde.

Zijn opvolger was Koos. Een vriendelijke toffe peer maar dan van normale afmetingen. Nooit meer zo’n massage gehad als van Bram. Toen mijn tennisarm maar niet over ging, vroeg Koos zich af of ik  open stond voor accupunctuur. De behandeling sleepte zich al zolang voort dat ik overal voor open stond, als ik maar opknapte. Natuurlijk scheet ik in mijn broek van al die ellendige naaldjes op de meest gevoelige plekken. Maar wonderbaarlijk genoeg was de kwaal ineens heel snel over. Koos mocht blijven maar ging een paar jaar later ook met pensioen.

Inmiddels was ik alweer aantal jaren klachtenvrij. Tot er zich weer iets aandiende en ik op zoek moest naar een opvolger. Nu was mijn lief al dolenthousiast over Harry, dus maakte ik een afspraak bij Harry. Hij stotterde een beetje en was boomlang. Stiekem gluurde ik naar de afmeting van zijn handen. Harry deed aan manuele therapie. Dit deed bij mij niet direct een bel rinkelen maar volgens mijn lief werd ze door hem uit elkaar getrokken. Door het duwen, trekken en kraken stimuleer je de beweging van je gewrichten. Het was doodeng om je aan hem over te geven. Hij sloeg altijd eerst discreet een handdoek om je heen als je tegen hem aan moest hangen. In een onbewaakt ogenblik rukte hij je dan omhoog en hoorde je je gewrichten kraken. Ik was altijd bang om doormidden gebroken te worden. Natuurlijk gebeurde dit niet en voelde je na afloop altijd dat je soepeler was. Wat een feest. Met Harry kon je ook lachen. Toen ik een keer enthousiast vertelde over mijn aangeschafte kano, haalde hij een hark tevoorschijn om me op de behandeltafel te leren wat de juiste peddelbeweging was. Best vervelend eigenlijk dat kundige mensen meestal op leeftijd zijn door de jarenlange ervaring. Ook Harry is met pensioen.

Voor mijn schouders had ik geen zin meer om te zoeken. Ik heb de dichtstbijzijnde praktijk gebeld en kon dezelfde dag nog terecht. Een sportieve bink nam de klachten met me door. Nee, ik doe even niet aan sport inderdaad. Even, nou ja, twee jaar eigenlijk al niet meer. Die lange wandelingen noem ik geen sport. Best logisch inderdaad dat dan alles een beetje vast gaat zitten misschien. Toen alles genoteerd en besproken was kreeg ik een oefening mee naar huis en de opdracht om een elastiek te kopen. Het maakte niet uit wat voor één.

Braaf zocht ik diezelfde maandagmiddag op Bol.com naar een fitness-elastiek. Ik moest de hele week werken en had geen idee waar ik in de stad zo’n ding zou kunnen vinden. Geen tijd om te shoppen dus. Ik vond een lieve roze dames set bestaande uit vijf verschillende sterktes. Inclusief tasje en instructies, bezorging op donderdag. Op vrijdag was er nog niets ontvangen en ik raakte al wat gestrest. Op maandag stond er weer een afspraak gepland en ik wilde graag beginnen. Opgelucht ontving ik zaterdag de envelop en bekeek de zoetgekleurde banden. Ze leken me wel wat kort.

Afgelopen maandag was ik terug bij mijn nieuwe therapeut. Ik noem hem maar even Bas. De praktijk is bij ons om de hoek en maar vijf minuten lopen. Omdat het ineens zomers warm was, kon ik eindelijk die nieuwe sandalen van vorig jaar aan. Gatver, waarom irriteerde die rechter bij mijn enkel? Straks maar kijken wat er aan de hand is. Fris gedoucht en met schone kleren beklom ik de behandeltafel. Schoenen maar even uitgedaan. ‘Je zit onder het bloed!’ constateerde Bas terwijl hij naar mijn voet keek. Nadat hij me schoon gedept had en van een pleister voorzien begon de massage. Als eerste aan de minst pijnlijke kant. Met mijn hoofd in het gat probeerde ik mijn gezucht en gekerm in te houden maar wat deed het zeer. Op die momenten denk ik altijd aan Bram: ‘van aaien gaat het niet over’.

Toen Bas klaar was en aanstalten maken om achter zijn laptop te gaan zitten, zei ik hem voorzichtig dat de rechterschouder de pijnlijke kant was. Toen ook deze klaar was vroeg hij naar mijn elastiek, was het nog gelukt? Ik toverde de leukerds uit mijn tas en hij concludeerde direct dat ik hier niets aan had. Ze waren te kort. Kon ik ze nog ruilen? En hoe ging het met de oefening die ik afgelopen week moest doen? Ik weet niet of het kwam door de drukte of de frustratie dat de elastieken niet bezorgd werden, maar ik had er nooit meer aan gedacht. Niks geoefend dus.

Thuisgekomen schrijf ik snel de oefeningen op die ik moet doen. Ik ken mezelf een beetje, over een halfuur weet ik ze vast niet meer. Als ons kind informeert waar ik vandaan kom vertel ik hem over de schouders en dat ik op zoek moet naar een langer elastiek. ‘Die hebben we toch gewoon, die heb je zelf laatst gekregen’ is zijn doodleuke reactie. Ook dat ben ik blijkbaar vergeten. Van mijn werk een keer een sportsetje cadeau gekregen. In de veronderstelling dat ik nooit iets zou gaan doen met het elastiek dat erbij zat, heb ik dat aan ons kind gegeven. Hij ligt bij zijn trainingsspullen. Naast die andere, hij had er namelijk al één. Ik voel me oud en vergeetachtig.

Soms mis ik Harry, en denk ik ‘ik zou willen dat iemand me even heel hard uit elkaar trekt’. Want dan voelt het daarna weer zo lekker licht en vrij.  Het zal misschien even duren, maar Bas en ik wennen vast wel aan elkaar.