Alledaags

Struikjes

De tuin achter ons huis is een gek ding. Ik zal nooit de eerste keer vergeten dat de toenmalige poort openging en ik hem voor het eerst zag. Een soort verrassing uit de doos van Pandora. Wat een enorme grote lap! Het is me opgevallen dat alle mensen die hier voor het eerst komen deze reactie hebben. Meestal wijzen ze ook nog naar de schuur en het slootje met de vraag ‘hoort dat er ook bij?’ Ja, dat ook.

Terug naar zeventien jaar geleden; wij verhuisden naar deze plek. We ontvingen een brief van de gemeente; ze waren voornemens om het slootje wat te verbreden en de schoeiingen te vernieuwen. (Voor wie niet weet wat een schoeiing is; dat is een bescherming van de waterkant met een laag hout, kunststof of steen.) We waren verheugd, want het eind van onze tuin was een enorme wildernis. Er had vast ooit een prachtige schoeiing gezeten, maar kan me niet herinneren dat die toen nog waarneembaar was. Kwam dit even jofel uit! Niet lang daarna startten de graafwerkzaamheden en voordat we het wisten zat er tussen onze tuin en het slootje een keurige hardhouten betimmering.

Wat we ons echter niet gerealiseerd hadden, was dat alle privacy nu weg was. De gemeente had met dat handige graafmachientje niet alleen de slootkanten weg geschept, maar ook alle begroeiing. Ineens keken we recht in de tuinen van de huizenblokken achter ons, en zij in die van ons. Na wat brainstormen besloten we om manshoge groenblijvende struiken te planten. Maar voor iedereen die jaloers is op een grote tuin; het is veel werk, je hebt van alles veel nodig en dat is ook kostbaar. Omdat onze lap aan de waterkant ongeveer dertig meter breed is, hadden we heel veel struiken nodig. Met de aanhanger togen we naar het tuincentrum.

Mismoedig bekeken we de prijskaartjes van de prachtige Laurierkersen. Dit zou uitkomen op een paar honderd euro en dat was niet waar we op gerekend hadden. De keus was snel gemaakt, dan kochten we de kleinere exemplaren. Als we ze een beetje liefdevol zouden verzorgen werden deze ook vast snel groot. Met een aanhanger vol reden we huiswaarts en na een dag scheppen en zweten leek het alsof er nooit iets gebeurd was. Nu alleen nog even wachten tot ze gegroeid zouden zijn en we onze privacy terug hadden.

In het begin konden we ze wel omhoog kijken, inmiddels zijn de Laurierkersen uitgegroeid tot fenomenale afmetingen. Geen mens kan nog een glimp opvangen van onze tuin. Helaas zijn ze niet alleen 4 meter hoog geworden, maar ook 3 meter breed. Bijkomend nadeel is dat hierdoor het slootje haast niet meer door te varen is door onze overhangende takken. We hebben ze tussendoor echt wel eens gesnoeid, maar nu was het letterlijk en figuurlijk hoog tijd.  We hadden het veel te lang uitgesteld. In je eentje is er geen beginnen aan, het moet samen. Het was eindelijk lekker weer en we waren vrij, het moest nu gebeuren.

Gewapend met snoeischaren, takkenknippers, een zaag, handschoenen, een trap en een hark begonnen we in de linkerhoek. Het was slim geweest als we tijdens het planten hadden bedacht dat ze ooit groot zouden worden. Nu stonden de struiken stijf tegen elkaar aan en moest je je tussen de stammen wringen om erbij te kunnen. Omdat het warm weer was, liepen we in T-shirt en korte broek. Als ik aan een stam ging hangen, kwam er ruimte vrij waar mijn lief zich dan tussen kon wurmen. Als wij samen klussen voel ik me altijd een soort tandartsassistente; ik ben de aangever. Na elke knip of zaagbeweging moesten we dekking zoeken, want anders viel er een loodzware tak van twee meter op ons hoofd. Door het wringen en de vallende takken zat mijn lief binnen no-time vol schaafplekken en krassen. Een lange broek en dito shirt was handiger geweest, maar daarvoor was het nu te warm buiten.

Het was nog een hele kunst om niet in het water te vallen. Om bij de overhangende takken te kunnen moest je je in allerlei bochten wringen. Vaak balancerend op één been of met de schaar hoog boven je hoofd viel het niet mee. In het water gevallen takken hengelden we er met de hark uit. Na een dag hielden we het voor gezien; er was nog twee derde te gaan. Die avond kwam mijn lief tot de ontdekking dat de in de struiken aanwezige insecten lekker huis hadden gehouden. Haar hele lijf zat vol jeukbulten.

Een dag later regende het, heerlijk excuus om even niet verder te hoeven. Maar de metershoge berg afgeknipte takken lag nog op actie te wachten. Ons kind werd ingeschakeld om te assisteren. Eerst moest alles achter de loods vandaan gehaald worden en maakten we er met touw pakketten van. Omdat we onze aanhanger laatst verkocht hadden, mochten we nu die van buurman Richard gebruiken voor het afvoeren. Met z’n drieën hesen we de bundels erin tot je er niet meer overheen kon kijken. Om de boel vervolgens op het afvalbordes weer los te maken en in de containers te deponeren. Het eerste deel zat erop.

De dagen erna gingen we gestaag verder. Als een van ons er niet was, ging de ander door. Regelmatig ben ik jaloers op mensen die leuke dingen doen in hun vrije tijd. Ik had de aanhanger net weer tot de nok toe vol geladen, toen buurman Richard aanbelde. Hij had zijn aanhanger even nodig, of we al bijna klaar waren? Nee, nog lang niet. We haalden de inhoud eruit om het er de volgende dag weer in te stoppen. De klus was eindeloos. Na een week zagen we eruit alsof we gevochten hadden maar het eindelijk klaar.

Aan de waterkant is het nu weer keurig één meter tachtig hoog, het onkruid is weg en het gereedschap weer opgeborgen. Ik heb overal spierpijn en schaafplekken. De wetenschap dat het nu weer voor een paar jaar netjes is stemt me positief. Zo grappig hoe mijn lief dit gevoel in één keer weer om zeep kan helpen door te melden; “Ik lees net op internet dat de gebruikelijke hoogte van Laurierkers tussen de zes en acht meter is!”