Alledaags

Puber

Als ik op maandagavond na werktijd thuiskom, is ons kind ook naar zijn werk. Sinds een tijdje vult hij de vakken en entertaint hij de groenteafdeling van de plaatselijke buurtsuper. Hij wordt groot. Het knulletje is al bijna een kerel. Als ik mijn jas heb uitgedaan en de kamer inloop, breek ik mijn nek over zijn slippers. Op de een of andere manier blijven die altijd staan daar waar hij zijn schoenen heeft aangedaan. Nu liggen ze naast de bank, maar ze kunnen ook onder de eettafel, de trap of in de badkamer liggen. Niet zo gek dat ze regelmatig kwijt zijn. Voordat hij wegging heeft hij gelukkig nog wel gegeten zie ik. Op de eettafel zit een plakkerige afdruk van een glas en het spoor kruimels loopt tot in de keuken. Ook op het aanrecht kruimels en een mes waar nog boter aanzit. In de gootsteen ligt een bord. De achterdeur is dit keer gelukkig wel op slot.

Het eerste dat ik meestal doe na een werkdag, voorafgaand aan het koken, is mijn kleding verruilen voor een joggingpak. Bh uit en dan de keuken in. Boven in de badkamer liggen de kleedjes weggeschopt verspreid over de hoeken. Aan de toiletrol hangt nog precies één velletje. Als ik de lege kamer van ons kind in kijk, zie ik het bureau bezaaid met lege verpakkingen en gebruikt servies. Ik moet er al een beetje om lachen en doe snel de deur dicht, dan lijkt het net of het er niet is.

Tijdens het koken graai ik in de la in de verwachting daar de maatbeker van de rijststomer aan te treffen. Hij ligt er niet. Ook aan de kaasmolen te zien heeft ons kind de laatste keer de vaatwasser uitgeruimd. Het draaibare molentje zit namelijk links in plaats van rechts. De drie onderdelen zijn duidelijk door een linkshandige in elkaar gedraaid. Ik haal ‘m uit elkaar en draai het om zodat ik er mee uit de voeten kan. Het plastic maatbekertje zie ik later tussen de koffiemokken staan.

Als ik de klapgrill wil gebruiken is de kans groot dat daar nog kruimels en kaasresten in zitten omdat er tosti’s in gemaakt zijn en er daarna geen afwasborstel overheen is gegaan. Ook de airfryer is favoriet, dus daarin kan ik met pech nog precies zien wat er de laatste keer door hem uit getoverd is. Om een sausje te maken heb ik een scheut melk nodig. In het pak in de koelkast zit nog precies één slok. Ik zei laatst tegen ons kind dat ik dat niet begrijp. ‘Waarom zet je altijd iets terug dat zo goed als leeg is?’ Nou word ik meestal als enorme zeur ervaren, zo ook nu. ‘Ik had gewoon geen dorst meer!’ En ook geen trek in chips meer zeker, in die XXL-zak zaten nog precies vier chipjes, ik word er moe van.

Als mijn lief de honden uitlaat is het buiten hard gaan regenen. Kort daarna is ook ons kind weer terug en kunnen we eindelijk aan tafel. Mijn lief haalt nog even snel een vest van boven, omdat het frisser is dan gedacht. Ze vist gelijk nog even een rondslingerende ipad van de bank. Grote kans dat je daar anders op neerploft wanneer je achteloos op de bank wil gaan zitten. Bij terugkomst informeert ze waarom ons kind zijn drijfnatte jas heeft uitgehangen óver die van haar? Zo droogt het toch allemaal niet? Ons apengatje had er geen erg in. Net zo min als hij erg had in al die andere dingen. Als ik hem voor de vierhonderd drieëntachtigste keer vraag of hij zijn spullen achter zijn kont wil opruimen, is het geïrriteerde antwoord steevast; ‘Jahaaaaaaa, dat weet ik wel!’ Waarop ik hem dan meestal nog kribbiger toebijt; ‘als jij het nou een keer uit jezelf doet, dan hoef ik het niet steeds te zeggen!’ Hij in de pubertijd, ik in de overgang, het is niet sfeer bevorderend.

Gelukkig weet ik dat alles ook weer overgaat. Niet alleen die pubertijd maar ook die overgang. Jammer dat het laatste zo lang duurt. Ik mopper veel, maar als ik mijn best doe en de dingen aardig vraag, doet ons kind alles. Niet alleen de vaatwasser in- en uitruimen, maar ook de vuilnis wegbrengen, boodschappen sjouwen, tafel dekken en afruimen, de honden uitlaten en voeren, aangeven en vasthouden en daarbij is hij ook nog complimenteus. Hij zal het altijd zeggen wanneer ik lekker heb gekookt en het valt hem vaak als enige op als ik een nieuw kledingstuk heb of naar de kapper ben geweest. Zo lief. Verder is hij gezond en heb ik hem nog nooit betrapt op spijbelen. Hij kan mopperen, dwars doen en bokken, maar doet eigenlijk wel braaf wat er van hem verwacht wordt: huiswerk, proefwerken leren, tassen in- en uitpakken, kleding in de was en mee op bezoek ook al heeft ie er eigenlijk geen zin in. Hij is geen studiebol, is liever lui dan moe maar lijkt het toch allemaal wel te gaan redden. Soms denk ik wel eens dat ik gewoon jaloers ben op zijn relaxte houding. Hij redt het wel.

Dit weekend hebben we een nieuw bed voor hem in elkaar geknutseld. Hij vroeg al zo lang om een twee persoons bed, we begrepen hem. Zijn lijf is zo lang geworden, dat een éénpersoons ook niet lekker meer is. Omdat de ruimte in zijn kamer beperkt is, is het toch een twijfelaar geworden. Maar dat mag de pret niet drukken. Zelf heeft ie weer pittig meegeholpen met het in elkaar schroeven. Toen alles stond zei hij; ‘Ik denk dat het nu een prima tijd is om verkering te zoeken!’ Hij heeft gelijk en wat zijn we gek op hem. Ik kan niet wachten om mee te mogen maken hoe de rest van zijn toekomst eruit zal zien.