Alledaags

Terug van de bouwmarkt

Als wij terugkomen van de bouwmarkt is het leed nog niet geleden. (Als je niet weet over welk leed het gaat, loop je twee verhalen achter) Na de kwelling op de heenweg en de martelgang in de winkel zou je zeggen dat ik weer opgelucht ademhaal. Wat ik heel graag zou willen, maar meestal niet lukt omdat ik dubbelgevouwen klem zit in de auto. En door alle spullen die erin vervoerd moeten worden op weg naar huis. Het was inderdaad handiger geweest als we het aanhangertje hadden meegenomen. Maar ja, we waren ook niet van plan om die lange palen mee te nemen maar omdat we er toch waren….

Natuurlijk probeer ik wel altijd positief te zijn. Het inladen van de kar in de auto gaat meestal wel vlot. Dat heeft twee oorzaken. Allereerst omdat ons oude autootje veel opbergruimte heeft. Bewust gekozen omdat we altijd veel verslepen. En de tweede reden, omdat we supersnel kunnen inladen door jarenlange ervaring. Het feit dat ik zo snel mogelijk weg wil, nog niet eens meegerekend.

Maar goed, in zit dus dubbelgevouwen tussen een paar palen die schuin overdwars toch precies in de auto passen. Als ik na een kwartier wurmen eindelijk de gordel in het slot heb weten te krijgen zit mijn T-shirt ertussen. Dat zag ik niet, want ik kon niet opzij buigen door die palen. Resultaat; er zit een gat in. Mijn lief vraagt of ik wel die palen even vast kan houden. Want als er plots hard geremd moet worden, zouden ze door het raam kunnen vliegen. Dat willen we natuurlijk niet. Braaf klamp ik me eraan vast. Wat kun je dolgelukkig zijn met het simpele gegeven dat je ook straks weer mag uitstappen. Met een stijve nek weliswaar en een slapende hand, maar dat terzijde.

Maar zover zijn we nog niet, want eerst moet de boel nog worden uitgeladen. Onze puber is net naar zijn matties vertrokken, dus die heeft weer mazzel. Je lief alleen laten sjouwen is lullig, dus ik help braaf mee. Ja ik snap dat de 6 x 20 liter (lees kilo) bemeste tuinaarde niet door het huis vervoerd moet worden. Dus naar binnen om de poort van het slot halen en via de tuin de zakken naar hun plaats brengen. Maar waar is de plaats? We dumpen het ergens in de tuin, om het later nogmaals te verkassen. De palen zijn te lang om in je eentje te tillen, dus doen we ook samen. In gedachten zie ik Laurel en Hardey die zich plots omdraaien en de ander een knal voor de kanis ermee geven. Maar omdat ik nog steeds geïrriteerd ben, kan ik er niet om lachen.

Nee, de rest hoeft niet naar de schuur. Mijn lief staat te popelen om verder te gaan met de klus. Want zonder deze spullen konden we niet verder. Geen tijd te verliezen dus en door! Hoopvol verlang ik naar koffie met lekkers erbij, als troost voor het ongemak van vandaag. Mijn lief wil ook wel wat drinken, maar geen pauze. Er is al teveel kostbare tijd verloren gegaan. Of ik nog even wil helpen?

Mijn ‘helpen’ bestaat uit vasthouden, aangeven en vooral in de weg staan. Als mijn lief me tijdens de werkzaamheden even de schuur instuurt voor een vijl, elektrische schroefboor of een doosje bitjes weet ik het al. Braaf sjok ik erheen om vervolgens voor Jan Joker zoekend om me heen te kijken. Mijn (nagel)vijl zit altijd gewoon in mijn tas. Die grijp ik zelfs in donker zonder zoeken. Hier heb ik geen idee waar het ligt, staat of hangt. Welke schroefboor zou ze willen, er liggen er volgens mij vier. Ik pak altijd de verkeerde. Of die waarvan net de oplader leeg was. Dito bij het doosje bitjes. Er zijn meerdere doosjes. Zo hopeloos als mijn lief zich voelt in de keuken, zo voel ik me in de schuur. Maar ik stuur mijn lief nooit de keuken in. Terwijl je in onze keuken ook heel vies kunt worden. Denk aan de spattende kip, of de Masala die niet uit je kleding gaat en ook niet uit het blank houten aanrechtblad.

Het is een suffe vergelijking, maar er zijn vele overeenkomsten. Het kan op beide plaatsten jammerlijk misgaan. Je grijpt er vaak mis, waardoor je naar de winkel moet. Maar meestal kun je er  hele fijne dingen uit toveren. Daarom gooien wij dit vastgeroeste patroon nimmer overboord. Mijn lief is lekker aan het rommelen in de schuur, ik in de keuken. En we proberen elkaar zo min mogelijk te storen voor hinderlijke onderbrekingen zoals boodschappen. Behalve als we naar de bouwmarkt moeten (zucht).