Ik kan me de tijd nog herinneren dat wij thuis geen telefoon hadden. Nou was ons gezin op technologisch gebied ook niet bepaald vooruitstrevend. Maar als je niet anders gewend bent weet je eigenlijk niet beter. We gingen naar elkaar toe als er iets aan de hand was. In echte noodgevallen kon je naar de telefooncel. Of, als het nog belangrijker was, belden we bij de buren. Als je vriendinnetjes had die uit de buurt woonden, schreef je elkaar een brief. Op gezellig gekleurd postpapier, volgeplakt met stickertjes. Ja, ja, ik realiseer me dat dit lichtjaren geleden is. Toen wij op een bepaald moment wél telefoon kregen, was dat geweldig. Tot grote ergernis van mijn vader, belde ik uren met vriendinnen. Als hij iemand wilde spreken, was dat vaak kansloos door mij. Ik hoor hem nog roepen; “Zeg wat je te zeggen hebt en hang op!”
Tot er op een bepaald moment de eerste ‘draagbare telefoons’ verschenen. Nou, als je die had, dan was je wel heel belangrijk. Of rijk. Het was een soort zwarte schoenendoos met een hoorn erop. En een gekruld snoer eraan. Als je er nu aan terugdenkt een hilarisch gezicht. Vaak mensen in dure auto’s hadden zo’n ding. Of mensen die zichzelf erg belangrijk vonden. Ik snapte niet goed hoe je kon bellen en autorijden tegelijk. Dát gevoel is trouwens onveranderd gebleven door de jaren heen.
Dat je niet bereikbaar was als je niet thuis was, kon vervelend zijn. Wij hadden daarom wel snel een antwoordapparaat. In den beginne was dat een apart kastje, naast je vaste telefoon. Ik kan me nog herinneren dat er later nog een apparaatje bij kwam; de ‘nummermelder’. Je betaalde er 2 gulden 50 per maand extra voor aan de PTT (een andere ‘provider’ bestond nog niet voor vaste telefoons) en dan kon je zien welk nummer jou belde. Als je de naam bij het behorende nummer in je telefoon in geprogrammeerd had staan, wist je wie er belde. Zo niet, dan zei het nog niet veel.
Toen nog veel later de kleine mobieltjes bereikbaar waren voor iedereen, had ik er ook een. Mijn eerste Nokia, je kon ermee bellen en sms-en. Per verzonden bericht betaalde je een kwartje. Bellen was volgens mij duurder. Je kon ‘m opwaarderen met een kaart. Toen ik verkering had met mijn huidige partner, werd mij pijnlijk duidelijk hoe ouderwets ik was. Er kwam een abonnementje. En nee, ik hoefde later echt niet zo’n aanstellerige iPhone. Maar ik merkte wel dat ik steeds vaker in die van haar wilde kijken. Naar al het leuks wat je ermee kon. Zij nam een nieuwe, ik kreeg haar ‘oude’. Na een abonnement van 2 jaar wordt een mobieltje tegenwoordig oud genoemd. Als ik dat vroeger thuis had verteld, hadden mijn ouders (weet ik zeker) meewarig hun hoofden geschud. Mijn lief zorgt ervoor dat ik niet ben blijven steken in het jaar kruik. “Je moet met de tijd meegaan Tan, want als ik op jou moet wachten gebeurt er niets”. Zo irritant dat partners vaak gelijk hebben. Als een van de laatsten hebben wij onze vaste telefoon met ingebouwd antwoordapparaat een paar jaar geleden weggedaan. Waarom maandelijks betalen voor iets dat niet gebruikt wordt. Zo stom dat ik nog steeds bij thuiskomst altijd in die hoek kijk waar ie stond. Om te zien of het lampje van het antwoordapparaat knippert.
Door de jaren heen zou ik niet meer weten wat ik zonder mobiel moet. Als ik ‘m vergeet, ga ik terug. Je hele leven zit erin. Tot laatst iemand aan vriendin Ans vroeg of ze een bepaald bericht niet had gelezen op haar mobiel. Dat had ze niet. Ze had ‘m ook niet meegenomen. ‘Want dan moet je altijd zo bereikbaar zijn’. Ik keek haar aan en begreep het. Ze had gelijk. Door de komst van de mobieltjes leg je jezelf een soort druk op, waar je vaak helemaal geen in hebt. Als wij ’s avonds eten, liggen de mobieltjes niet op tafel. Althans, dat proberen we. Oké, als we willen weten of er nog iets op tv komt, dan mag er even gekeken worden. Want vroeger pakten we daar de tv-gids voor. Ook aan de eettafel. Maar als er geluid uit mijn mobiel komt tijdens het eten, attendeert mijn kind me erop. ‘Je hebt een appje mam!’ Elke keer leg ik uit dat we best even mogen eten. Dat als het echt belangrijk is, je me altijd mag bellen. Ook als het nacht is. Maar vriendin Ans, die heb ik hoog zitten. Zij snapt het. Soms moet je gewoon even niet bereikbaar willen zijn. Ik zal nooit zeggen dat vroeger dingen beter waren, maar als er echt iets is, laten we elkaar dan opzoeken in plaats van appen of bellen!