Alledaags

Haring

Vroeger bij ons thuis aten wij graag en veel. Als je de hele dag druk in de weer bent, moet je goed eten. Mijn ouders zijn beiden geboren in de oorlog, dus wij zijn dankbare eters. De vele dingen die al jong zijn bijgebracht, leer je niet snel af: je eet wat de pot schaft, 3x per dag een maaltijd, je bord moet leeg en je gooit geen eten weg.

Eten wat de pot schaft is, als je een kind bent, vaak een drama. Kinderen lusten nou eenmaal geen spruitjes, andijvie of mosselen. En nu zijn dat nog de redelijke opties. Mijn moeder was modern en toverde ook Raapsteeltjes, Tofu of Pastinaak op tafel. Nee, daarvan hoefde je geen bord vol, maar een klein schepje. Maar dat bloedirritante kleine schepje moest wel op. Je mocht net zolang blijven zitten tot het op was. Dat resulteerde er in mijn geval in dat de afwas meestal al gedaan was en ik nog aan tafel zat achter een koud bord. Nu ik groot ben snap ik waarom ik koud eten lust. Maar ook waarom ik het haat. Als ik ’s avonds het warme eten op tafel zet en er verschijnt niemand ten tonele na 3x roepen, zit ik al in de gordijnen. Warm eten moet warm zijn!

Drie keer per dag eten doe ik nog steeds.  Een enkele keer sla ik heel dwars het ontbijt wel eens over. Maar daar krijg je spijt van wanneer je om 13.00 uur bijna flauwvalt omdat je nog niks gehad hebt. Ontbijten dus. Ook al is het maar een beetje, het moet. Als je gewend bent aan 3x per dag eten, wil je het ook gewoon hebben. De oer-Hollandse traditie van 18.00 uur aan tafel? Ik ben er gek op. Als je wel eens gevraagd wordt om bij iemand te eten om 20.00 uur, dan voel ik de onrust al opkomen. Hoe hou ik het vol tussen zes en acht?

Als je altijd geleerd hebt om je bord leeg te eten, dan begin je steeds meer te lusten. Ik lust dus alles. Oké, ik vind niet alles even lekker. Maar het heeft er wel voor gezorgd dat ik ook probleemloos overal mijn bord kan leeg eten. Ik moet altijd lachen om mensen die niets lusten. Dat is heel vervelend voor die mensen. Je bent dan hopeloos verloren als je met een groepje aan tafel zit en de boel wordt uitgeserveerd. Ga jij maar op een discrete manier melden dat je iets niet te pruimen vindt. Je kunt toch ook niet in een chique restaurant vragen om er appelmoes overheen te mikken? Alles lusten is makkelijk, maar ook rot. In een all-you-can-eat restaurant wil ik alles. En als dingen dan heel lekker zijn, wil ik er nog meer van. Ik krijg liever gewoon een bord onder mijn neus. Dat is overzichtelijk. Dan kun je kiezen welke hap je tot het laatst bewaart en word ik minder hebberig. Scheelt ook heel veel kilo’s.

Als je kind bent vind je de regels van je ouders vaak stom en vervelend. Nu zeggen mensen vaak tegen ons dat het zo makkelijk is dat ons kind alles lust. Nou eeh, dat klopt. Maar dat komt omdat wij eigenlijk precies hetzelfde gedaan hebben als onze eigen ouders. Hoe klein je ook bent, je moet alles proeven! Onze kleuter at op die leeftijd al alles; van olijven tot haring. Die haring at hij meestal bij oma Judith. Het is een van het weinige voedsel dat ik niet wil proeven. Alleen al het aanblik van die structuur met die graten doet me grillen. Helaas is mijn lief er ook gek op, dus als mijn gezin haring heeft gegeten wordt er door mij even niet gezoend. Gatver, wat een lucht. Oma noemde haring vroeger altijd ‘dode vis’. Als ons kind vroeg wat ze ging eten, was dat op zaterdag vaak het antwoord. Die dode vis is zo gewoon geworden, dat hij niet beter wist dan dat het zo heette. Toen ik hem een keer vroeg of hij haring had gegeten, ontkende hij stellig. Met grote oprechte ogen sprak hij de legendarische woorden; ‘nee hoor, er zit geen haar in!’