Ondanks de jonge leeftijd van ons kind heeft hij al een geinige sport ‘carrière’ achter de rug. De zwemlessen, daar begon het natuurlijk mee. Doodsbang was ie in het begin. Gelukkig was dat achter de rug toen zwemdiploma C in de pocket was. Dat het geen voetballer was, hadden we snel in de gaten. Als je de vliegtuigen in de lucht interessanter vindt dan de bal, dan weet je het eigenlijk al. Ook het feit dat je er modderig van werd, enthousiasmeerde ons kind niet. Nee joh, het was niet erg dat we net het persoonlijk bedrukte clubtenue hadden aangeschaft met bijbehorende kicksen en handschoenen.
De volgende sport was Judo. Goed voor je zelfvertrouwen, je kent het wel. Wonderwel vond hij het best leuk, al die slimmigheidjes leren. Maar ja, als je tegen zo’n klein meisje moest die dan ook nog ging huilen als ze op de grond viel….. Dat vond ons kind maar lastig. Een heer als het was, liet hij de kleintjes winnen als het erop aankwam. Mijn vader zei eens, na afloop van een wedstrijdje, ‘hij had wel het witste pak’. Ik begreep de hint. Ons kind is geen judoka. Balen zeg, ik wilde eindelijk Dennis van der Geest wel ergens een keer spotten. Die kans is nu een stuk kleiner.
Meneer wilde op tennis. Ik had al zo’n donkerbruin vermoeden dat dit ook weer geen blijvertje zou worden. Eén van zijn klasgenoten tennist, dus daar kwam het door. Maar ja, sporten juichen wij natuurlijk toe dus vooruit maar weer. Nieuw racket, andere schoenen, een speciale tas, huppakee. Het nog hagelwitte judo pak kon de club nog wel gebruiken voor de nieuwe leden. Ik weet niet of hij dacht gelijk op Wimbledon terecht te komen, maar de praktijk op de tennisbaan was niet wat ons kind verwacht had. Veel wachten en misslaan is geen bal aan. Tuurlijk mag je een keertje overslaan als het dertig graden is, en ja, ook als het regent. Maar vind je het eigenlijk nog wel leuk? Ook voor de wedstrijdjes was ie niet te porren. Buitenspelen was veel leuker.
En toen wilde meneer op kickboksen. ‘Ja echt mam, dit wil ik echt!’ Het was precies in het jaar dat er een real life soap op tv was met Rico Verhoeven en de wedstrijd van het jaar stond op de planning tegen Badr Hari. Nadat ik van mijn eerste rolberoerte was bekomen besloot ik eens wat wedstrijdjes op tv mee te kijken. Dat hielp niet. Voordat ze beginnen zie je al aan de bouw van de mannen wie er kansloos is. Soms zit je ernaast, maar het eindigt bijna altijd ellendig. Als moeder wil je toch niet zien hoe je kind langzaam murw wordt geslagen om tot slot als een zombie in elkaar te zakken? Ons kind lachte dit weg en zei dat je dan gewoon slecht was. Dit ging hem natuurlijk niet gebeuren. Tuurlijk niet, schat. Ik hoopte met hem mee. Een collega stelde me enigszins gerust. ‘Hij staat toch niet meteen in een Arena Tan, wie weet heeft ie het na een paar lessen wel weer gezien’. En stiekem hoopte ik daarop. Dat mooie kind van ons, die wil je toch niet in elkaar laten meppen?
Na de proeflessen werden we naar een speciaalzaak gestuurd voor de benodigde attributen die ik eigenlijk gewoon op internet had willen bestellen. Achteraf natuurlijk oliedom, want in een speciaalzaak heeft men gewoon verstand van zaken. Weet ik veel welke maat bitje ons kind nodig heeft? Daar zagen ze dat meteen. Met één blik op ons kind werden er scheenbeschermers uit een schap gehaald, een tok gevonden en wisten we welke maat broekje het moest zijn. Is het geen damesmodel, met die splitten? Oh nee, dat is nodig omdat je je been natuurlijk zo hoog in de lucht moet schoppen. Dan mag je natuurlijk niet belemmerd worden door een te krappe broek. Ik hou van mensen die hun vak verstaan.
We zijn nu ruim een jaar verder en ik moet toegeven, ik vind het superleuk voor ons kind. Hij heeft er lol in, hij kan het goed en zijn lijf is nog mooier geworden. Overal zitten al spieren en gelukkig weet hij ook dat je alleen in de sportschool het geleerde in de praktijk mag brengen. Nou ja, thuis wil hij wel graag aan ons zijn nieuwe trucs laten zien. ‘Ga daar eens staan mam, nee zo, en probeer mij nu eens een schop te geven?’ Nou je laat het wel, want binnen een seconde lig je onderuit. Grappenmaker. Tegen iemand die kleiner of bang is, is hij nog steeds vriendelijk en zal hij niet voluit gaan. Lieverd. Maar hij wordt niet ontzien en moet er gewoon vol tegengaan. Natuurlijk heeft ie als eens een bloedneus gehad of een andere harde klap. Als hij zag dat ik daarvan schrok was het antwoord steevast; ‘Ik had gewoon mijn dekking verkeerd, niks aan de hand hoor’.
Van de week had ie zo hard getraind, dat hij overal spierpijn had. ‘Smeer er wat ‘Middelgan extra heet’ op, was de tip van mijn lief. Zowaar werd het advies ter harte genomen en zag ik ons kind ijverig smeren in de badkamer, om vervolgens te mopperen dat hij er niets van voelde. Toen hij in bed gekropen was hoorde ik alleen maar geklaag. Ja, nu voelde hij het wel. Het was heet, het kleefde en het voelde alsof hij door de brandnetels had gerend. Drama-Queen. Maar hij dacht ook dat hij het verkeerd gedaan had. Hoezo dan, informeerde ik? Hij had het op zijn kuiten gesmeerd. ‘Is dat niet goed dan?’ informeerde ik. ‘Nee, want ik heb geen pijn in mijn kuiten maar in mijn enkel!’ Ik ben heel benieuwd hoe het verder gaat met de kickboks carrière. Voorlopig is er nog geen vuiltje aan de lucht.