Alledaags

Slootje

Achter onze diepe tuin ligt een slootje. En aan dat slootje staan een paar huizenblokken. In het hoekhuis zijn nieuwe mensen komen wonen en er werd flink verbouwd. Tussen onze struiken door hadden we prachtig zicht op pallets bouwmaterialen, witte stofwolken, gierende machines en schreeuwende bouwvakkers. Ze lieten er geen gras over groeien. Over de opknapwerkzaamheden bedoel ik, in de tuin stond het metershoog. Het uitzicht op de Dixi vond ik het geinigst. Zou zelfs de toiletpot zolang verwijderd zijn dat de mannen noodgedwongen in dat hete plastic hokje moesten? Nu de ingrijpendste maatregelen genomen zijn, hangt er zelfs een gordijn voor de ramen en lijkt het bewoond. Of het echt zo is weet ik niet, want het enige wat af en toe gebeurt, is dat er een paar mannen hoofd krabbend in de wildernis staan, wat achtertuin heet. En dat zijn volgens mij niet de bewoners, nog steeds geen idee wie dat zijn. De spanning wordt flink opgevoerd.

Een paar weken geleden hebben twee potige snuiters zich door de rimboe gezwoegd waardoor alles nu bijna kaal is. De door de oude buurvrouw zo liefdevol verzorgde bloemen zijn weg en ook het lieve appelboompje is met de grond gelijk gemaakt. Toen we bijna uit onze stoelen trilden van de herrie zagen we een andere bink met een trilplaat in de weer. Geen idee wat het doel daarvan was. Want inmiddels was het onkruid alweer tot enkelhoogte. Wel renden er een paar dagen later een paar piepkleine kindjes door de tuin. En hoorde ik een mevrouw meerdere keren schreeuwen dat ze weg moesten van de waterkant.

Dit deed me direct terugdenken aan de tijd dat onze puber nog een ukkepuk was. Wij hebben toen meteen een hek langs de slootkant gezet. En als hij buiten was, waren wij er ook. Kleine kinderen zonder zwemdiploma kun je geen seconde uit het oog verliezen als er water in de buurt is. Toch zijn we nooit bang geweest, want we verloren hem nooit uit het oog. Tijdens een van de gezellige zomeravonden bij de buren, scharrelde ons peutertje langs de rand van hun zwembad. Nee, we wonen niet in een hele chique buurt hoor, het is meer een uit de kluiten gewassen badkuip, maar toch. Je kunt er geen banen in trekken, maar het is groter dan een vijver. In een vijver zit ook geen blauw water. Of je moet hem wel heel erg verwaarloosd hebben. Maar nu dwaal ik af. Ons kind scharrelde dus langs de rand van het zwembad en had het enorm naar zijn zin. Samen met het buurjongetje (dat al lang zijn zwemdiploma’s had) speelden ze met een bal. Tijdens het kletsen keken we allemaal naar de twee mannetjes. Het was wachten op het moment dat het mis zou gaan. En dat ging het ook. Het balletje rolde het zwembad in en ons kind wilde het nog grijpen. Maar omdat ons kind te ver voorover boog, viel ook hij te water. Voorover het zwembad in.

In films zie je kinderen die niet kunnen zwemmen altijd spartelen, schreeuwen en proesten. In werkelijkheid gaat dit heel anders. Het duurde maar een seconde, maar we zagen hoe het komt dat een kind in korte tijd kan verdrinken. Hij zakte, slap als een lappenpop naar de bodem. Geruisloos en bewegingsloos. In die seconde sprong ons buurjongetje erachteraan en hees ons kind direct omhoog en de kant op. Ons kind was natuurlijk totaal overstuur van schrik. Wij waren alleen maar een stuk wijzer geworden, zo gaat dit dus. Geschrokken waren we niet, want we zagen het allemaal gebeuren. Lang verhaal kort; ons kind is getroost en voorzien van droge kleding. Ons buurjongetje bleef voor altijd onze held. Nou ja, toen hij ouder was en de hele straat vol stond met dronken gasten en wij de deur niet meer in konden midden in de nacht omdat er dronken feestgangers en 4 scooters voor onze voordeur geparkeerd stonden, vond ik het even geen held. Maar zijn daad bij het zwembad was wel top. Dat is gelukkig was we niet zullen vergeten. Ook ons kind niet, want die weet nog steeds dat hij ooit gered is door ons buurkind.

Ik betrap mezelf erop dat ik, elke keer als ik in de tuin loop, mezelf inspecteer op wat ik aanheb. Want de nieuwe buurtkindertjes scharrelen steeds langs de waterkant. Zonder hek. En de mevrouw hoor ik wel roepen, maar is ook heel vaak aan het bellen of werkmannen instructies aan het geven. Het slootje is gelukkig heel ondiep. Zo ondiep dat als je achterover valt, je neus nog net boven water steekt. Maar als je voorover valt, en misschien in paniek raakt, dan ben je in een split second verdronken. Ik blijf ze met een half oog in de gaten houden als ik ze hoor spelen. Klaar om erachteraan te springen.