Ons kind ging naar zwemles. We hebben een vijver in de tuin, aan het eind van de tuin is een sloot en we hebben een boot. Het zou een ontzettend rustgevend idee zijn als hij kon zwemmen. Aan de rand van het bloedhete bad staat hij te bibberen. In een zwembroekje dat ongeveer zo groot is als een washandje. Wat is ie klein en lief. Een kordate juf doet spelletjes om de ukkies vertrouwd te maken met het water. Ik zie ons binkie wel kijken met een blik van ‘ja, ja, ammehoela’. Als juf even de andere kant op kijkt, wipt hij behendig de plastic ringen met zijn voetje vanaf de bodem. Om dan hard te roepen dat hij ze heeft ‘opgeraapt’. Vooral zijn hoofd niet onder water. Ik voel wat hij voelt. Ik heb me voorgenomen hem niet te vertellen hoe het mij verging vroeger. Nog niet. De ouders kijken vanachter glas. Wat eigenlijk wel zo rustig is voor de kinderen. De meeste ouders komen alleen, wij vinden het wel gezellig met z’n tweetjes. We beppen even bij en vaak zijn er andere bekenden waardoor we gerustgesteld worden. Niet alleen ons kind is nog geen waterrat.
Langzaam maar gestaag schuift ons mannetje toch telkens een ‘badje’ op en het diploma A komt in zicht. Dapper houdt hij zich drijvende in het diepe. Het water tot aan zijn neus weliswaar en met een zeer bijzondere slag, maar toch. De kracht in zijn mini-armpjes is duidelijk nog niet ontwikkeld. Een zwemdiploma halen op zo’n jonge leeftijd vind ik een grootse gebeurtenis. De hele familie is dan ook mee als het grote moment daar is. Ons kleine bibberende jongetje heeft het toch maar mooi geflikt.
Direct door voor diploma B. De af te leggen afstand onder water is ver, mega ver. Door het gat in het zeil zwemmen onder water was voor hem net zo spannend als voor ons. Gelukkig konden we dat onderdeel bij de lessen net niet zien vanachter het glas. Van Sinterklaas heeft hij zelfs een kijkdoos gekregen waarin je een blik onder water kon werpen. En een grote rode handdoek met een gat erin. Opa Klaas heeft het zelf gemaakt, we vinden het fantastisch. Er moeten meer kleren aan en langer gewatertrappeld. Een heel arsenaal aan verplichte nummers moet erin gestampt worden. Onder water zwemmen en blijven, blijkt het lastigst. Vooral als je verkeerd duikt, waardoor je erin plompt. Dan maak je geen vaart en moet je het hele eind op eigen kracht. Als je duik goed is heb je de eerste meters al overbrugd en is het niet ver meer. We moeten hier extra op oefenen. Wekenlang zijn we, naast de gewone lessen op vrijdagavond, op zondagmorgen vroeg naar het zwembad gegaan. Eén keer ben ik, in alle consternatie tijdens zo’n ochtend, mijn badpak vergeten. Shit. Terug naar huis gaan was geen optie, want dan was de zwemtijd voorbij. Een vriendelijke badjuffrouw had ergens nog wel iets in de bak ‘gevonden voorwerpen’. Dolgelukkig dat er eentje bijzat die lang genoeg was, konden we te water. Om er na een toiletbezoek achter te komen dat het ding zó gaar was, dat je er dwars doorheen keek. Zucht, geweldig. Demonstreren hoe ver je kwam als je goed dook, was ook al geen succes. Ik gaf de rand van het zwembad een flinke duw, om natuurlijk plat op het water neer te komen. Uiteraard niet laten merken hoe pijnlijk dit was, alles om ons kind niet te ontmoedigen. Bij het afzwemmoment voor B, zat de hele familie weer op de tribune.
Omdat ons kind er hierna wel een beetje klaar mee was, was hij niet te porren om door te gaan voor diploma C. Maar het lidmaatschap van de zwemvereniging was per kwartaal vooruit betaald dus verzonnen we een valsigheidje. ‘Je blijft gewoon gezellig zwemmen op vrijdagavond, maar dan hoef je niet af te zwemmen’ was onze tekst tegen ons kind. Dat werkte. Het zwemmen vond hij immers inmiddels wel leuk. De kinderen in zijn groepje waren gezellig en als de druk van een diploma eraf was, dan wilde hij nog wel even verder. Er moesten nóg meer kleren aan bij de verplichte nummers voor diploma C. Dichte schoenen, een lange broek, trui en zelfs een jas met capuchon moest aan. Hij vond het wel lachen. Met een koprol achterwaarts zwiepte hij erin. Alle angst van eerder was weg. De af te leggen afstanden waren nóg verder. Crawlen kon hij inmiddels ook. Op zijn rug steevast schuin over om vervolgens totaal gedesoriënteerd om zich heen te kijken. Ik genoot ervan. We deden alsof we het zojuist bedacht hadden; ‘ze gaan afzwemmen voor C…….dat kun jij ook makkelijk, doe mee!’ Hij trapte erin. Onze kelen waren dichtgeknepen. Onze harten bonsden. Zou hij het redden? Die 9 meter onder water, dat was het enige dat mis kon gaan. Hij dook, ging diep onder en bleef heel lang weg. Om vervolgens verdwaasd maar ver voorbij de verplichte meters weer boven te komen. We sprongen met z’n allen overeind en juichten. Mijn lief en ik met tranen in ons ogen. Ik zag het ook bij mijn ouders. Wat geweldig mooi was dit.
Na die moeizame start, waarin ik het ukkepukkie nog voor me zie; huilend vastgeklemd om de badjuffrouw van angst, had hij nu het complete zwem ABC in de pocket. We hebben appeltaart met Roti gegeten om het te vieren. Wat kun je trots zijn op een kind.