Een gevleugelde uitspraak binnen ons gezin was altijd dat ‘de wintersnor’ nog even bijgewerkt moest worden. Dan werd er begripvol geknikt, want iedereen wist wat daarmee bedoeld werd. De wintersnor is onze verzamelnaam voor de algehele vrouwelijke beharing op plaatsen waar je geen behoefte aan hebt: bikinilijn, benen en oksels. In de zomer willen wij dit graag piekfijn in orde hebben, het oog wil tenslotte ook wat wanneer je een luchtig jurkje aanhebt. In de winter, als de boel toch bedekt is, maakt het niet heel veel uit en kun je best een scheerbeurt overslaan. Of, zoals het er een beetje insluipt, het gewoon de hele winter achterwege laten. Tot je zomergarderobe weer tevoorschijn komt in het voorjaar en je weer in actie moet komen.
Het voordeel van blijven ontharen is dat je er altijd piekfijn verzorgd uitziet en glad aanvoelt. Op het moment dat je even stopt met scheren, verschijnen er stoppeltjes die, zeker de eerste dagen, vlijmscherp aanvoelen. Ik schuif wel eens intiem mijn been over die van mijn lief, waarop ik word weg gesnauwd met de mededeling dat ik prik. Dan weet ik dat ik had moeten scheren, of gewoon op mijn eigen helft had moeten blijven liggen. Bloedirritant dat mijn lief alleen nauwelijks waarneembare donsjes op haar onderbenen heeft. Zij hoeft nooit iets. Als ik die lange stelten moet ontharen ben ik toch een tijdje bezig. Vaak gun ik me er geen tijd voor en roetsj ik er even snel overheen met het scheermesje. Het gevolg is steevast dat er hier en daar bloed uitloopt omdat ik over een huidplooi ben geschoten en te hard duwde. Een pleister op je blote been staat niet charmant.
Niet scheren in de zomer vind ik geen gezicht. Je zal mij nooit aan zee of in het zwembad aantreffen zonder dat ik er eerst flink werk van gemaakt heb. Ik kan me een keer in een restaurant herinneren dat er verderop een mevrouw zat in een kort zomerrokje. Ik kon mijn ogen er niet vanaf houden. Niet dat ze zó aantrekkelijk was, maar Bokito was er niets bij. Zijn er mensen die dit woest aantrekkelijk vinden, is puur natuur weer in? Ben ik ouderwets als ik het geen gezicht vind? Tuurlijk, leven en laten leven, maar ik zou me er bijzonder ongemakkelijk bij voelen.
Ooit gingen we met een muziekgezelschap naar het buitenland voor een paar optredens. Eén van de sessies was aan de rand van een zwembad en de muzikanten werden verzocht om in badkleding te verschijnen. De hele groep verstilde toen de dirigente verscheen in pas aangeschafte chique tankini, waar de bikinilijn vrolijk aan beide kanten uit wapperde. Toen iemand alle moed bijeen geraapt had om het uiterst subtiel kenbaar te maken, werd het subiet in de wind geslagen met de mededeling; ‘wat eruit hangt hoort er niet bij!’ Ondanks dat het duidelijke taal was, begreep niemand er iets van. Het uitje is inmiddels jaren geleden, maar alle aanwezigen van toen weten het nog.
Mijn nicht dacht ooit dat haar ongeschoren benen niet op zouden vallen en ging in een rokje naar kantoor. Een panty moest de boel fatsoeneren. (Ik heb zes nichten, dus ben niet bang dat iemand ontdekt over wie dit gaat) Geen vuiltje aan de lucht zou je zeggen, tot een collega, na een blik naar beneden, vrolijk opmerkte; ‘Ik wist niet dat jij een hond had?!’
De zomer is voorbij, ook ik heb geen zin meer in die dagelijkse scheerbeurt van mijn benen, maar ik hou voor de zekerheid mijn lange broek aan. Lang leve de wintersnor!