Ik sjouw de weekendboodschappen de gang in als ik mijn lief op de bovenverdieping hoor telefoneren. Mijn voelspriet staat gelijk op scherp want haar locatie belooft geen goeds. Wij bellen nooit boven, alleen als er drama is of niemand het mag horen. Het liefst had ik dwars door het gesprek willen vragen wie er aan de andere kant van de lijn was, maar dat is niet beleefd. Omdat ik ook het ijs en de diepgevroren borrelhapjes niet wil laten ontdooien, begin ik toch eerst met uitpakken en opruimen. We blijven natuurlijk wel prioriteiten stellen. Wel vervelend dat ik nu de conversatie niet meer kan volgen. Als ik voetstappen op de trap hoor, eindigt het gesprek met ‘dat moet ik overleggen’. De wasmachine is kapotgegaan.
Nee, gelukkig geen overstroming, maar ook geen onzichtbare stroomstoring of iets anders eenvoudigs. De complete trommel is van zijn ophanging gedonderd; afgebroken. Quasi optimistisch opper ik dat het vast nog wel gemaakt kan worden. Mispoes. Mijn lief belde dus net met de dealer en de kosten voor het te vervangen onderdeel, arbeidsloon etc. zouden neerkomen op een beginprijs vanaf vijfhonderd euro. Gatverdamme. Voor een beetje extra heb je een nieuwe, daar had de dealer er overigens nog wel één van staan hoor, kon ie gelijk leveren. Snap ik.
Maar die vlotte verkoper kent mijn lief niet. Die zat al lang en breed op internet te speuren en prijzen te vergelijken. Nou zijn wij echt de beroerdste niet en gun ik de plaatselijke verkoper zijn inkomen. Maar als blijkt dat dezelfde versie online tweehonderd euro goedkoper blijkt, versoepelen wij subiet onze principes. Per slot van rekening moet er NU iets anders komen en hadden we het nou niet bepaald ingecalculeerd. Zoals altijd wanneer zo’n kreng ermee stopt.
Kan me de tijd nog herinneren dat onze wasmachine op zolder stond en ineens zo bonkte wanneer hij draaide. Daar ging natuurlijk iets niet goed. Toen we de trappen opgerend waren bleek dat het ding de hele verdieping door gedanst was. Mijn ogen vielen de dag erna uit mijn hoofd toen ik op zolder kwam en het hele apparaat uit elkaar lag. Onder het motto ‘eerst zelf kijken, een monteur bellen kan altijd nog’ was mijn lief alvast begonnen. Op voor mij onverklaarbare wijze werd alles weer in elkaar geknutseld en vernam ik de nuchtere conclusie; ‘de steen zat los’. Hiermee bedoelde ze het contragewicht. Probleem opgelost. De dag dat mijn lief onze wasmachine weer op weg hielp, droeg er zeker aan bij dat ik a) de juiste partnerkeuze had gemaakt en b) dat het niet altijd zo erg is als het lijkt.
Na die dansende bovenlader was ik zo naïef dat ik veronderstelde dat een Miele wel twintig jaar mee kon. Als je mazzel had. Wij zouden die mazzel toch ook wel eens hebben? Nou, de eerste gaf al na een paar jaar de geest. Ervan uitgaande dat we die keer dus pech hadden, gingen we toch weer voor een volgende. Ik stond aan de grond genageld toen de monteur een paar jaar later een meting verrichtte en zonder een spier te vertrekken meedeelde dat ‘de draaiuren er wel op zaten’. Ook toen zou een dure reparatie slechts uitstel van het volgende defect zijn.
Op de één of andere manier denken wij altijd dat we iets nog niet zolang hebben. Maar als je gaat terugrekenen en de gebruiksaanwijzing met aankoopbon erbij zoekt, valt het altijd tegen. Hij blijkt ongeveer veertien jaar oud te zijn. De vorige monteur gaf wel wat goede tips waar wij ons braaf aan gehouden hebben. Maar als we heel eerlijk zijn gebruiken we hem gemiddeld wel elke dag. Dingen die intensief gebruikt worden slijten gewoon.
Het is zaterdagmorgen en ik zeg lachend tegen mijn lief dat ik mijn weekend-ochtend-ritueel mis. Zodra ik uit bed ben zet ik altijd als eerste de wasmachine aan. Nu staat ie afgekoppeld te wachten op iemand die er misschien nog wat onderdelen van kan gebruiken. Wat zijn de tijden toch positief veranderd ten opzichte van vroeger. Tuurlijk hadden de mensen vroeger misschien niet zoveel kleding als wij nu. Maar mijn oma’s hadden wasgoed van hun gezin met drie en vier kinderen. Er werd gewassen voor de ouders die het niet meer konden. Mijn ene oma waste ook voor de kinderen van een ondergedoken gezin in de oorlog. En dat allemaal in teilen met wasborden, borstels en (als je geld genoeg had) een wringer. In de oorlog was zeep op de bon of het was er helemaal niet. Geen keuzestress over Ariël, Omo of Persil. Geen energievretende drogers maar een bleekveldje.
De honden slaan aan en ik zie mijn moeder voor het raam. Ze valt gelijk met haar neus in de wasmachineboter. Ze biedt aan om een berg wasgoed mee te nemen. Zo erg is het gelukkig niet. Gemiddeld dagelijks wassen zorgt ervoor dat wij nooit een bult hebben liggen. De koffie is nog niet op of er is al een andere besteld. Levertijd één tot twee dagen. Snel reken ik uit hoe oud we zijn wanneer de nieuwe afgedraaid is. Dan zijn we haast met pensioen! Elke dag vrij zijn lijkt ineens helemaal niet meer zo ver weg.