Alledaags

Vergeten

De zomervakantie is voorbij, net als mijn re-integratie periode. Ik werk alweer een tijdje volledig en normaal. Nou ja normaal, ik ben soms nog wel warrig. In de tijd dat ik overspannen thuis was bleek het één van mijn grootste uitdagingen te zijn: om dingen los te laten. Dat is aardig gelukt. Misschien zelfs een beetje te goed, want ik vergeet veel en onthoud weinig. Geeft lekker ruimte in je hoofd, dat wel.

Toen ik van de week iets te laat naar mijn werk wilde vertrekken, graaide ik snel al mijn spullen bijeen. Niks vergeten? Honden uitgelaten, eten gegeven, op hun plekje in de gang gedaan. Alles mee? Lunchpakket, tas, jas, fietssleutel, OV-kaart van werk…..achterdeur, schuurdeur en poort op slot. Ik sprong op de fiets richting station. Als ik zou haasten redde ik het nog. Fiets in rek, op slot, lampjes uitdoen, sleutel opbergen en OV-kaart pakken. Met een natte rug rende ik de trappen op richting trein. Toen ik mijn hand in mijn jaszak deed, stond de rits open. Er zat geen OV-kaart in. He?! Ik had hem thuis nog gepakt, hoe kan dat nou? Zou ik hem er wel ingedaan hebben maar verloren zijn tijdens het fietsen?

Ik maande mezelf tot rust en schakelen. Als ik zou terug fietsen zou ik de trein missen en minimaal een halfuur te laat op mijn werk komen. Geen optie. In mijn portemonnee zat nog een persoonlijke OV-kaart. Bril opzetten, anders zie ik het niet. Toen ik de kaart tegen de lezer hield gaf deze aan dat er te weinig saldo opstond. Shit, daar kwam de trein al aan en zwartrijden durf ik niet. Gelukkig kun je ook contactloos betalen. Jammer alleen dat dit retourtje me nu zeven euro kost. In gedachten hoorde ik mijn lief zeggen: ‘een OV-kaart opladen? Jeetje betaal toch gewoon met je mobiel!’ Toen ik die avond thuiskwam meldde ze iets in dezelfde strekking.

Precies een dag later had ik me voorgenomen om beter op te letten en op tijd van huis te gaan. Ondanks dat bleef het gevoel maar knagen dat ik toch iets vergeten was. Toen ik uit de trein stapte wist ik het: mijn bril lag nog thuis. Ook gewoon op tafel laten liggen (net als de pas gister). Zonder bril kan ik niet lezen en dus niet werken. Zucht. Terug naar huis zou minimaal een uur vertraging opleveren. Ik besloot me even af te melden op kantoor en door te lopen naar de Hema om een noodmodel aan te schaffen. 

Een lieve collega (klein beetje ouder dan ik) hoorde mij praten en zei: ‘wacht maar even, er ligt vast nog wel iets in het seniorenlaatje!’ Uit een hobbybox toverde ze vervolgens verschillende modellen waarbij ik mocht passen en kijken of ik er iets door zou zien. Het paars/rozige exemplaar had iets te korte pootjes maar ik was ermee gered. De koker met poetslap nam ik er dankbaar bij in ontvangst. Eerst een kop koffie. Ineens moet ik ontzettend lachen om ‘het seniorenlaatje’. Met de leenbril op keek ik in de camera van mijn mobiel en maakte een selfie.

De volgende dag keek ik weer heerlijk door mijn eigen bril. Mijn blik viel op de selfie. Door die leenbril had ik een enorme rimpel in mijn voorhoofd. Ik keek er toch iets minder lekker door dan ik dacht waarschijnlijk. Want na het maken had ik dat niet gezien. Op de brillenkoker plak ik een bedankbriefje voor mijn collega. Ik leg hem terug bij haar spulletjes. Morgen zal ik eens aan haar vragen of er geen een fillertje in haar seniorenlaatje ligt, om die rimpel weg te moffelen.