Alledaags

Tek-team

‘U belt voor steunkousen? Dan verbind ik u door naar het Tek-team!’ Tek-team? Het maakt mij niet zoveel uit met wie of wat ik word doorverbonden, als ik maar een afspraak krijg. Zo zit ik een paar dagen later in de wachtkamer bij het Flebologisch Centrum. Flebologie is een onderdeel van het medisch specialisme dermatologie. Kort gezegd kom je hier als je last hebt van oedeem, vocht in je benen of spataderen. Alleen dat laatste heb ik, al ongeveer dertig jaar.

Vroeger hield ik dat liever voor mezelf, alsof het iets is waarvoor je je moet schamen. Nu ik ouder word interesseert het me niet zoveel meer. Het is erfelijk, mijn beide oma’s hadden het. Mijn klachten begonnen toen ik jarenlang in een lunchroom werkte vanaf mijn 18e jaar. Staan is dodelijk. Waar ik vroeger liever niet met blote benen liep door mijn zichtbare aderen, doe ik dat nu niet meer om het model. Nog steeds praat ik er meestal niet over. Ik heb het en het gaat nooit over.

Als het een keer ter sprake komt is er altijd wel iemand die het ook heeft. Maar als ze dan getoond worden zie ik meestal spinnetjes. Dat zijn de dunne rode adertjes. Als dat alles was, was ik nooit zo vaak behandeld. Want ja, en of ik weet dat je eraan behandeld kunt worden. Dat doe ik ook eens in de zoveel tijd. Bij het uitdeelmoment heeft onze lieve heer mij namelijk de flinke jetsers toebedeeld. De spinnetjes zijn vooral ‘cosmetisch ontsierend’ zoals ze dat zo mooi zeggen.

Mijn vroegere collega uit de lunchroom had ze ook en liet ze regelmatig wegspuiten. Zo begon het bij mij ook. Niets doen is geen optie. Dat wegspuiten is een gek iets. Met een venijnig naaldje prikken ze een vloeistof in een ader waarvan de klep niet meer werkt. Heb je veel van die krengen, dan krijg je dus heel veel prikken tijdens de behandeling. Op elke prik moet een drukverband komen om ervoor te zorgen dat de ader goed dichtgedrukt blijft. De behandeling geschiedt door twee personen. De ene prikt (en kan zijn enthousiasme soms niet bedwingen door hard te roepen hoe mooi het ding ‘wegschiet’) de ander legt een prop watten op het gaatje en plakt dit strak af met tape. Als alle prikken achter de rug zijn en je benen volgeplakt, gaat er een witte elastische kous overheen. Daaroverheen een strakke huidkleurige steunkous (ook) tot in je lies met een charmante klittenbandbevestiging om je middel.

Voor de bloedcirculatie moet je veel lopen dus direct na de behandeling de pas erin. De huidkleurige kous mag ’s nachts uit (hoera), de witte hou je aan. Douchen mag niet want dan worden de watten nat en drukken ze niet meer. Na een week ben je dolblij dat die stinkkousen helemaal uit mogen en je de plakkers eraf mag halen. Het tape is dan al op veel plaatsen opgerold door het hijsen aan die afzakkende krengen. Als alles eraf is zit je vol blauwe plekken omdat het goed gelukt is om de druk uit te oefenen. Vaak duurt het maanden voordat dit is weggetrokken. Mede spataderbezitters herkennen elkaar daardoor direct. Voor mij altijd een reden geweest om een lange broek of rok te dragen.

Ik vind het nog steeds wonderbaarlijk dat dichtgespoten aderen dan doelloos geworden zijn en het bloed weer een andere weg vindt. Maar ook daar heb je geen topkleppen, want na verloop van tijd krijg je gewoon weer uitstulpingen op andere plaatsen. Wegspuiten kan eindeloos. In den beginne bleef het hierbij. Totdat de Fleboloog aangaf dat er een hoofdader opgetrokken moest worden. In één been. Kleine ingreep (dagopname) met een plaatselijke verdoving. Maar omdat ik twee benen heb, moest na verloop van tijd het andere ook. Na elke behandeling kun je er weer even tegen. Soms een jaar, als je mazzel hebt langer.

Hoe vaak er is gespoten weet ik niet eens meer. Op een gegeven moment moest een hele ader ‘gestript’ worden. Mooi woord voor verwijderen. Ook dan zoekt het bloed gewoon weer een andere weg. Met steunkousen aan lag ik na thuiskomst ellendig te zijn op de bank. De boel begon op te zwellen en zeer te doen. Door de druk van de kousen zocht de zwelling zich een weg omhoog. Toen de pijn niet meer te harden was mocht ik voor controle terugkomen. Nog nooit heb ik een gênanter moment meegemaakt dan toen. De behandelaars riepen collega’s erbij omdat ze dit nog nooit eerder gezien hadden. Er stond vier man in mijn schaamstreek te staren. Mijn lief had na lang aandringen thuis al een blik geworpen. Ze zei niets maar had haar hand voor haar mond geslagen.

Spuiten, optrekken, strippen, weer spuiten, het gaat gewoon door. Spataderen zijn irritant. Als je benen er door onrustig zijn, kun je niet stilzitten. Dan voelt het alsof er een miljoen mieren in rennen. In de nacht wakker worden met kramp in je kuiten hoort erbij. Als het warm is of je zit of staat lang in dezelfde houding, dan zwellen je enkels. Soms zo erg dat je geen enkels meer ziet. En ook dat is weer een rotgevoel. Voor die momenten heb ik sinds jaar en dag steun(knie)kousen. Ze zitten top en je benen kunnen niet zwellen. Dat het warm is om te dragen neem je op de koop toe.

De verzekering vergoedt twee paar per jaar en dit is ook de tijd dat ze ongeveer meegaan. In tijden dat ik regelmatig behandeld werd, bestelde ik altijd weer nieuwe. Als het even niet nodig is ga ik niet. En dan vergeet ik ook dat mijn kousen ouder worden. Omdat het de laatste jaren redelijk goed gaat met de aderen, draag ik gewoon nog wat ik heb. De rek is wat minder geworden maar omdat ik ook zwaarder ben dan toen, heft dat dan weer een beetje op. Ieder nadeel heeft toch een voordeel. Onze autorit naar Slovenië, met de trein naar Londen en Parijs, ik zit braaf met mijn kousen aan. Het andere paar altijd bij me voor de terugreis. Lange broek erover en niemand die het ziet.

Een paar jaar geleden verscheen oud-collega Wil op kantoor met een rok en huidkleurige steunkousen in haar slippers. Ik keek vol bewondering. Waarom doe ik er zo spastisch over?

De mevrouw die de maten bij me opnam in het Flebologisch Centrum zag inderdaad aan mijn oude gegevens dat ik wat zwaarder was geworden. De fabrikant van mijn vorige paar was inmiddels overgenomen door een andere leverancier. Ik merkte ineens dat het uitzicht op een nieuw paar me enthousiast maakte. Totaal overdonderd was ik toen voorbeeldkleuren uit de la kwamen. Ja tuurlijk waren de klassiekers er nog: huidkleur, wit en (mijn veilige) zwart. Maar ook lavendelblauw, grijs en o.a. knalroze! Ik koos donkerblauwe. Na twee weken zouden ze thuisgestuurd worden. Je moet ze dan gaan dragen en als ze goed zitten bestel je het tweede paar. Die dan toch maar weer in zwart.

Van de week lag de envelop op de mat. Naast mijn naam en adres stond er met grote letters in de linkerhoek; Therapeutische Elastische Kousen (Tek-team). Lekker discreet! Vroeger zou ik opgelucht zijn dat het niet bij buren afgeleverd was. Nu denk ik terug aan Wil en schaam ik me helemaal nergens voor. Ze zitten weer als gegoten. Ik heb ze zelfs aan mijn collega’s laten zien van de week.  Het is dertig graden vandaag en ik verheug me nu al op het tweede paar.