Alledaags

Pluktuin

Ik heb wel eens ergens gelezen dat, wanneer je er doorheen zit of gewoon even niet zo vrolijk bent, je moet terugdenken aan je jeugd. Wat deed je graag toen je jonger was en vond je enorm leuk? Vaak zijn dit dingen waar je op latere leeftijd mee gestopt bent terwijl je misschien best de draad weer kunt oppakken. Nou snap ik heus wel waarom jeugdige activiteiten naar de achtergrond verdwijnen. Als kind hoef je niet zoveel en ik verveelde me dan ook regelmatig kapot. Als je groot bent moet je van alles en kom je meestal tijd tekort.  Toch begon ik na te gaan wat ik graag deed en nu niet meer. Vooral heel veel tekenen en kleuren. Maar volwassen dames die kleurplaten kleuren vind ik een beetje sneu. Mijn liefde voor de poppenhoek is gelukkig gestild door het krijgen van een echt kind. Ik bedenk me dat één ding nooit veranderd is; de drang om bloemen te plukken.

Mijn vroegste herinneringen gaan terug naar de kleutertijd. In het grasveld bij kleuterschool De Watervogels Madeliefjes scoren en cadeau doen aan mijn moeder. Of een kransje ervan maken voor op je hoofd. Maar dat viel nog niet mee. Want daarvoor moest je met je nagel een gleufje maken onderin het steeltje, zodat je daar de volgende bloem in kon schuiven. Als dat wat je geregen had te zwaar werd, dan scheurden de gleufjes uit waardoor alles uit elkaar viel.

In het voorjaar was ik altijd betoverd door narcissen, die groeiden bij het park. Daar zou mijn moeder blij van worden! Ik begreep niet dat mensen mij erop aanspraken als ik die aan het plukken was. Bloemen waren toch voor in een vaas? In de voortuin van buurvrouw Betty stonden ineens geweldig mooie rode tulpen. Ook die heb ik eens geplukt. Waarna mijn moeder aangaf dat ik dit beter niet kon doen. Zo stom.

Dat ik nu het hele jaar door van alles pluk, laat drogen en lamineer, komt vast voort uit die tijd. Niet zo gek dan ook dat vriendin Natas me vorig jaar meenam voor een gezellige verrassing. Als een kind zo blij was ik toen we aankwamen bij een pluktuin! Een groot veld waar maanden eerder allerlei prachtigs was gezaaid en wat nu klaarstond om geplukt te worden. En dat gelukzalige gevoel zag ik ook in de ogen van de andere aanwezigen. Gewapend met emmer en kniptang mocht je je gang gaan. Wat een geweldig concept. Je knipt wat af en je ogen weten niet waar je kijken moet omdat er nog zoveel moois staat. Besprak je op de heenweg nog alle familieperikelen, hier beperkt je conversatie zich tot ‘kijk deze dan hoe mooi!’

In het voorjaar zijn er tulpen, in deze periode echte zomerbloeiers en als het op zijn eindje loopt alleen nog grassen en kalebassen. Ook leuk. Laatst vroeg ik vriendin Natas of ze weer zin had om een keer te gaan. Omdat ik zeker wist dat mijn moeder het ook leuk zou vinden, ook haar meegevraagd. Toevalligerwijs had ook haar kleindochter (en mijn nichtje) hetzelfde plan en kwam met haar dochtertje van bijna twee.

Na een onophoudelijke stroom geklets in de auto kwamen we na een klein halfuurtje aan. We namen ons voor om eerst een rondje te lopen om te zien wat er allemaal zou zijn. Dan kiezen en knippen. Terwijl we ons vergaapten aan het voorbeeldboeket op de toonbank, kregen we emmers en tangen uitgereikt. Het eerst-kijken-voornemen lukte ook deze keer weer niet. Teveel moois zorgde ervoor dat we allemaal een kant op stoven alsof er geen tijd te verliezen was. Mijn allesoverheersende hebberigheid die daar telkens ontstaat, herkende ik gelukkig ook bij de anderen.

Alleen de kleinste telg van de familie leek alles onder controle te hebben. Parmantig stapte ze door het veld en leek meer oog voor haar (overgroot)oma te hebben dan voor de rest. Hier en daar wees ze wat aan of rook aan een bloem. Toen wij onze volgestouwde emmers aan het eind van de middag afrekenden, zat zij zoet in het speelhuisje. Om even later nog vier keer van de glijbaan te gaan en rondjes met de mini kruiwagen te lopen. Ondertussen kletst ze al hele zinnetjes aan elkaar, zo knap. Toen ze die avond in bed gelegd werd en haar moeder vroeg of ze een leuke dag gehad had, was het alleszeggende antwoord; ‘bloemen knippen!’

Of je nou bijna twee bent of haast tachtig, ik realiseerde me dat we met vier generaties hadden genoten van dezelfde activiteit.