Jaren geleden hadden onze buren een enorme struik Pioenrozen in de achtertuin. Waar het ooit begonnen was met een klein polletje, werd het door de jaren heen steeds groter. Het was in deze periode dat mijn bonus-schoonvader ziek was en niet meer beter zou worden. In de laatste fase van zijn leven zijn wij daarom bij hem in huis geweest. Net toen we er weer eens flink doorheen zaten, kregen we van buurvrouw Marion een zelf geknipt boeket Pioenrozen. Ze weet niet half hoe blij we daarmee waren. In alle treurnis een uitzicht hebben op veel warme zachtroze prachtige bloemen is fijn en zegt meer dan woorden. Mijn bonus-schoonvader leeft niet meer en bij de buren is de struik inmiddels verdwenen.
Ik vind die bloemen zo mooi dat ik ze zelf in de tuin wilde. Bij het tuincentrum kochten we een zak met bloembollen. Tijdens het planten viel het een beetje tegen dat er maar twee bollen in de zak zaten. We stopten ze in een pot waarna het wachten toch werd beloond met twee Pioenrozen. Wetend dat ze zich kunnen vermeerderen, verplantte ik ze na de bloei hoopvol in een border. Het ging niet zo snel als ik hoopte, maar inmiddels hebben wij ook een klein struikje. Elk jaar komen er toch een paar bij, fantastisch! De eerste keer dat ik er een echte bosje uit kon knippen, waren ze voor mijn oma. Ze lag in het ziekenhuis en zou niet meer beter worden. Ze vond ze prachtig. Het jaar nadat mijn oma overleden was, gaf het struikje geen bloemen.
Vorig jaar voorjaar zag ik gelukkig weer, net als elk jaar; de bordeauxrode steeltjes de grond uit piepen. Altijd weer een feest als ze terug zijn! Elke keer tel ik de knoppen om vast te stellen of er weer meer zijn dan de vorige keer. Het gaat tergend langzaam, maar het gaat. Het heeft overigens nog best wat voeten in aarde om een knappe bos uit je tuin te toveren. Allereerst moet je net zolang wachten tot de knoppen lekker groot en vol zijn. Maar als je te lang wacht, en de knoppen een beetje opengaan, ben je te laat. Zodra er een flinke regenbui in de knop terecht komt, gaan de zachtroze blaadjes rotten en worden bruin. En dat is best tergend als je ze net wekenlang uit de grond gekeken hebt.
Tegen die tijd zie je in alle winkels al bossen Pioenrozen staan, maar ik wacht natuurlijk nog steeds op een goed moment waarop die van onszelf geknipt kunnen worden. Anders dan mijn lief, kijk ik echt uit naar dat moment. De knipsessie moet overigens wel plaatsvinden als zij er niet bij is. Het moet niet zichtbaar zijn dat ik er spinnetjes en vooral heel veel mieren vanaf moet vegen voordat ze de vaas in kunnen. Het aanschouwen van slechts één mier die over tafel rent, kan al aanleiding zijn om te vragen of die rottige bloemen de deur uit kunnen. Waar ik hem nog snel en ongezien van tafel kan bonjouren, zijn de beestjes bij mijn andere gezinsleden niet welkom.
De tuin is al een tijdje aan het ontwaken uit haar winterslaap. Overal piept alweer fris groen je tegemoet. De fruitboompjes bloeien en ik herinner me ook weer hoe ellendig het onkruid is. Mijn lief heeft in onze achterste border al heel veel weggehaald en is vrolijk teruggekomen van het tuincentrum. Er zijn een paar nieuwe plantjes aangeschaft. Ze hebben blitse paarse pluimen. Als ik ga kijken waar ze staan, val ik een beetje stil. Precies op de plek van de Pioenrozen! Mijn frustratie onderdrukkend informeer ik of ze misschien ook wat bloembollen weggeharkt heeft. Dit zou niet zo zijn. Wat gek, dit was toch echt de plek van de Pioenrozen, of vergis ik me nou een meter?
Ze hebben hun steeltjes nog niet laten zien dit jaar. Hadden ze dat nou maar wel gedaan, dan was er niets anders bovenop ze gezet. Zouden ze nu afsterven, of erdoorheen gaan groeien? Gaan we de nieuwe plantjes gelijk een meter opschuiven? De bordeauxrode steeltjes hadden er volgens mij al lang moeten zijn. We wachten het maar even af, eerst zien wat er gebeurt. Kom maar op dames, ik heb jullie gemist en kijk (nu extra) naar jullie uit!