Alledaags

Opticien

Ik poets voor de zoveelste keer de vlekken van mijn leesbril. Behoedzaam, niet te hard. Want de pootjes zijn al een beetje wijd geworden. Maar zacht wrijven schiet niet op, want dan gaan de vlekken er niet af. Ik zoek naar een passende middenweg want onze opticien is dicht. Dus als er iets gebeurt met mijn bril, ben ik hopeloos de Sjaak. Er mag geen pootje verbuigen. Of erger; afbreken. Behoedzaam wrijven dus.

Toen ik van de week in de tuin klaar was met lezen, had ik mijn bril even op tafel gelegd. Een beetje kleur opdoen in het voorjaarszonnetje vind ik altijd zo heerlijk. Maar als je eind van de dag in de spiegel kijkt en dan nog een witte neus hebt van je bril, das balen. Op tafel leggen was ook niet bijster slim, want in een iets te hard zuchtje wind schoof mijn bril van tafel en kletterde op straat. Als door een wesp gestoken vloog ik erop af. De opticien is dicht dus mijn bril mag niet stukgaan! Na grondige inspectie van de glazen constateerde ik opgelucht dat hij nog heel en onbeschadigd was.

Nadat ik me realiseerde hoe kostbaar mijn bril eigenlijk is, bedacht ik me dat ik ergens nog een zonnebril op sterkte moest hebben. Ik keek door de donkere glazen van mijn ooit zo coole Ray Ban en mopperde. Dit was het model van twee jaar terug, toen ik nog iets minder sterke glazen had dan nu. Op de een of andere manier loopt de kwaliteit van mijn ogen toch wel elke twee jaar ietsje terug. Irritant gevolg van ouder worden. Soms scheelt het maar 0.25 op sterkte, maar het is net het verschil tussen ingespannen of relaxed kijken. Deze bril kijkt niet relaxed. Het model vind ik ineens ook geen reet meer aan.

Ongeveer 4 was ik, toen ik een brilletje moest. In de winkel aan de Oostzijde (nog van de vader van onze huidige opticien) vond ik alles stom. Ik wilde geen bril. Want met een bril werd je gepest. Het enige wat ik er leuk aan vond was de brillenkoker. Ook die mocht ik zelf uitkiezen; grasgroen was hij met Goofy erop. Het pesten op school was vreselijk. Zo klein als ik was, zal ik de woorden ‘brillenjood’ en ‘wc-bril’ nooit vergeten. Het maakt je onzeker. Als ik de schoolfoto’s uit die periode terug kijk, voelt het nog net zo. Ik was oké maar die bril vond ik verschrikkelijk. Toen ik ietsje ouder werd deed ik hem om de hoek bij ons thuis al af en propte ‘m in mijn tas. Weg met dat kreng. Toen later bij een periodieke oogcontrole bleek dat ik alles eigenlijk weer prima kon zien, kon ik mijn geluk niet op. Ik was eroverheen gegroeid.

Toen ik een aantal jaren geleden zorgelijk bij de huisarts zat omdat ik steeds zo’n hoofdpijn had, moest hij een lachje verbergen. Misschien moest ik even langs een opticien, want ik was immers 40+? Opgelucht dat dit alles was wat ik mankeerde, zocht ik een fijn modelletje uit in dezelfde winkel als vroeger. Goede zaken gaan gelukkig lang mee. Nee, ik wil echt geen contactlenzen, ga je weg, er is nu zoveel moois! Nooit meer hoofdpijn gehad.

Ons kind was bijna vier en moest ook een brilletje. Ik kon wel huilen. Naïef dacht ik dat ook hij het mikpunt op school zou worden. Alles bleek anders. Hij vond onze brillenwinkel geweldig en kon maar moeilijk kiezen tussen alle kinderbrilletjes die hij allemaal cool vond. Op zijn school was niets gek, ik kan me niet herinneren dat hij ooit is gepest om zijn bril. Wel kwam hij regelmatig thuis met een kapot glas, of een soort Wokkel model omdat hij gestoeid had. Voor hem alleen maar een heerlijke aanleiding om weer een nieuwe uit te mogen kiezen. Ook hij is er, nog sneller dan ik, overheen gegroeid.

Kon ik maar naar onze opticien in de Westzijde. Want die had de laatste keer dat ik er was, weer zoveel moois. Mijn huidige, transparant zacht bruine exemplaar, was er ook in spijkerbroekblauw. Glanzend, maar ook mat. Ik kon toen al moeilijk kiezen. Ik denk slim te zijn en verzin een list. Als ik er nou een bij hem zou bestellen, dezelfde als nu, maar dan in blauw? Dat kan toch gewoon op afstand? Ik kan hem mailen, zeggen wat ik wil en hij kan vast in het systeem kijken welke ik heb en wat mijn sterkte moet zijn. Net als ik bijna spring van blijdschap realiseer ik me, dat als ik dit zou doen, hij mijn bril niet kan afstellen. En een nieuwe niet afgestelde bril zit voor geen meter. Zelf buigen durf ik niet, straks breek ik ‘m doormidden. Hij maakt ‘m volgens mij altijd een beetje warm, als hij afstelt. Als ik mijn bril warm maak, ben ik bang dat ik ‘m smelt. Weg top idee.

Ik mis onze opticien. Nou ja, hem niet zozeer maar zijn fijne zaak met mooie spullen, zijn expertise en klantvriendelijkheid. Zijn service mis ik ook. Onder normale omstandigheden had ik hem allang gevraagd even mijn pootjes bij te stellen. Hij wordt altijd heel blij van mijn lief. Ik hang er, als we daar samen zijn, altijd maar een beetje bij. Maar dat geeft niet hoor. Ik word ook altijd heel blij van mijn lief. Ik snap hem wel. Gelukkig heeft hij zelf ook een lief die leuk is. Ik gun het hem. Ik hoop dat zijn zaak snel weer open kan, en niet alleen voor mijzelf. Ik hoop dat onze opticien, en alle andere kleine ondernemers met hart en ziel voor hun zaak, deze bizarre situatie overleeft en snel te boven komt.

Ondertussen ben ik voor één keer blij dat het regent. We zitten binnen, kan mijn bril ook niet van tafel waaien.