Alledaags

Nagellak

Kort voor kerstmis was ik met een collega bij de Hema. Ik zocht een bakvorm, zij wilde nog wat nagellak halen voor de feestdagen. Omdat de lunchtijd kort is, scheidden onze wegen bij binnenkomst en troffen we elkaar weer bij de kassa. ‘Ze zijn 1+1 gratis joh, haal ook nog wat!’ riep ze vrolijk. Toen ik vertelde dat ik er al een kast vol van heb, keek ze me vragend aan. ‘Maar ik zie jou nooit met nagellak?!’ En dat klopt.

Ik baal er zelf ook van, want ik vind het hartstikke mooi. Tenminste (en nu komt het) mits het er goed op zit! Perfectionisme zit mij bij nagellak zó in de weg, dat ik het haast nooit meer gebruik. Ten eerste krijg ik het niet fatsoenlijk gedroogd en vervolgens blijft het er nooit langer dan een dag mooi op zitten. Mijn frustratie is groter dan het genot.

Voorop gesteld; ik kan prima lakken. Al zeg ik het zelf. Op de basisschool stuurde mijn moeder me nog richting de acetonfles als ik er mee aankwam. Op het voortgezet onderwijs werden de touwtjes gevierd en kon ik mijn gang gaan. En dat kwam mooi uit. Want huiswerk maken, daar had ik nooit zin in. Maar het moest natuurlijk wel lijken alsof je wat deed. Dus braaf uit school naar je kamer en achter je bureau. De reden dat mijn topografische kennis om te janken is, moet uit die tijd dateren. De Romeinen en de Galliërs interesseerden me ook geen reet, dus hoppa, lekker lakken. Hoe maffer de kleuren hoe beter. Ik kan me donkergroen metallic herinneren, rood kon altijd en de keer dat ik wit kon scoren was geweldig! Fluorescerend was ook Uber cool. Omdat mijn fantasie verder was dan het aanbod van de Hema, maakte ik mijn nagels soms zwart met een merkstift. Als je er daarna een laag transparant overheen smeerde, leek het alsof je gewoon zwarte nagellak had. Voordat wit in de schappen lag, deed ik datzelfde maar dan met Tipp-Ex. En dat was nog een hele uitdaging, want dat spul droogt veel sneller dan echte lak. Ik heb gemerkt dat lakken zoiets is als fietsen; je verleert het niet.

De reden dat ik tegenwoordig niet meer lak, is het gebrek aan tijd. Daarbij ben ik jaloers op de mensen die wél tijd hebben om te lakken. Of het geld er voor over hebben om te laten lakken. Ik kan het zelf, bijt geen nagels dus waarom zou ik het laten doen. Maar ik weet niet waar ik de tijd vandaan moet halen om het te laten drogen! De ochtend valt sowieso al af; dan moet je douchen, aankleden en ontbijten. De honden uitlaten en naar het werk. Op het werk moet je werken en als je daarna thuis komt wil je eten. Tenminste, ik wel. Koken dus, tafel dekken, eten en afruimen. Tegen de tijd dat alles klaar is, is het avond en donker. Ik heb wel eens een avondpoging gedaan, maar dan zag het er ’s morgens vaak ineens heel anders uit dan ik in het donker gezien dacht te hebben. Stukjes gemist, ergens een haar of toch een beschadiging. Zó kan ik niet naar kantoor, dus sta je ’s morgens vroeg te stressen om het er nog op tijd af te krijgen. Dat mijn lief vervolgens zeurt dat het zo meurt in de badkamer nog daargelaten.

Het weekend dan. De catering en de honden-ochtend-uitlaatsessie is mijn taak dus meestal ben ik op tijd in de kleren. Als ik mazzel heb slaapt de rest van het gezin nog bij terugkomst, zodat ik in alle rust een verhaaltje kan tikken. Dan ga ik niet eerst lakken, want dat typt niet relaxed. Tegen de tijd dat ik klaar ben is het middaguur verstreken en willen we eten. Zelfs als we de middag niets in de planning hebben, lukt het drogen van de lak me niet. Er is toch altijd wel iets dat moet gebeuren? Hoe doen anderen dat? Als ik met natte lak zit, kan ik geen volle vuilniszakken omwisselen voor lege. De vaatwasser inruimen kan nog net, maar de was ophangen verprutst weer alles. Als je in de avond het licht goed hoog draait, kan het lukken. Maar dan moet je geen lunchpakketten meer hoeven maken. En als je toch te laat bent, staat ’s ochtends het laken weer in je nagels. Bloedirritant.

De enige keren dat het wel eens lukt, is in de vakantie. Het allerbeste gaat het bij een all-inclusive vakantie, maar die zijn er zó weinig. In de zomer gelakte tenen vind ik heel verzorgd. Maar ook dan weer drama. Het erop doen en laten drogen lukt altijd. Maar de Nederlandse zomers zijn zó onstabiel, dat je je sandalen regelmatig verruilt voor dichte schoenen. Maar die verruïneren je gelakte teennagels. Op de boot vroeg mijn lief zich eens af waar die rode strepen op het dek toch vandaan kwamen. Dito op de boot bij mijn ouders. De oorzaak was snel gevonden; het bleek de teennagellak van mijn moeder en mij. Als je op je knieën een lijn vastknoopt, schraap je met je gelakte teennagels over het dek en maak je strepen die er maar moeizaam afgaan.

Donkere tinten geven sowieso af, dus als je al eens lakt is het beter om andere kleuren te kiezen. Een trouwakte met een rode streep erop is natuurlijk not done. Zeker niet omdat het ding 75 jaar bewaard moet blijven. Het resulteert erin dat ik het nog regelmatig koop, maar nooit gebruik. Met aardrijkskunde en geschiedenis is het nooit meer goed gekomen. Het glittertje dat ik er voor oudejaarsavond had opgesmeerd, heb ik op nieuwjaarsdag snel weer eraf gepoetst. Want aan de randjes was het er alweer af. Zo waardeloos dat die pensioengerechtigde leeftijd is verschoven naar zevenenzestig. Duurt het nog twee jaar langer voordat ik weer eens in alle rust kan lakken.