Alledaags

Naamleed

Als je Van Viegen heet wordt dit standaard door iedereen geschreven als Van Vliegen. Met een L erbij. Komt dat doordat Viegen niets betekent en vliegen wel? Lezen mensen niet? Ik heb het nooit begrepen maar tot op de dag van vandaag gaat het altijd en overal mis. Waar mijn lief vroeger nog dacht dat het wel meeviel, hanteert ook zij inmiddels de gevleugelde toevoeging: ‘vliegen zonder L’. Wanneer je ergens je naam moet opgeven, is dat onze standaard tekst. Doe je dit niet, dan heet je dus Vliegen, Fliegen of Vliegge.

Juist omdat ik er zelf zo’n hekel aan heb, doe ik bij anderen extra mijn best om niet de mist in te gaan. Oké, een uitspraak van een buitenlandse naam kan nog wel eens anders zijn dan de bedoeling is, en ook een klemtoon verkeerd begrijp ik nog. Maar verzin die L er toch niet steeds bij! Op de basisschool had ik een vriendinnetje die Anja heette. Dat was helemaal een drama; niemand wist wie Anja of Tanja was. Ondanks dat we voor geen meter op elkaar leken. In sommige opzichten kan het prettig zijn wanneer vriendschappen verwateren.

Nu deel ik mijn smart gelukkig met familie en put troost uit het feit dat haast iedereen er last van heeft. Behalve de mensen die Bakker of Visser heten, daar kan niet zoveel mee mis gok ik. Alhoewel ik me ook verbaasde toen er aan mijn vriendin gevraagd werd: ‘Hoe spel je Groen’? Meen je dat nou? Haar standaard toevoeging is vast ‘niet blauw maar groen’. Iemand heet ‘Brouck’, uitgesproken als ‘broek’. Net als Hoogendijck, met dubbel o en ck. Deze mensen hebben levenslang. Hun standaard toevoeging werkt bij mij als een soort ezelsbruggetje dat ik, door mijn eigen frustratie, nooit meer vergeet.

Nu zijn dit alleen nog de achternamen. Met mijn voornaam heb ik geluk, nooit problemen mee. Op die enkele keer na dat iemand Tanja schrijft als Tanya of Tanje. Maar ook daarin heb ik het voordeel inmiddels op zo’n leeftijd te zijn dat de meeste mensen gewoon mevrouw zeggen. En leeftijdgenoten zijn vaak wat punctueler, die weten het wel. Mijn lief heet Florence (haar toevoeging ‘zoals in Italië’) maar kort dit voor het gemak af tot Floor. Roept natuurlijk ook lekkerder dan zo’n mond vol. Dat het andersom ook kan werken, ook daar begrijp ik niets van. Ons kind heet Vince. Hoezo noem je die dan Vincent? Talloze mensen doen dit. Het klinkt zo betweterig om telkens te zeggen ‘hij heet geen Vincent’ dus laat ik het maar zo. De familie van mijn lief zegt trouwens wel altijd Florence, met de klemtoon op ‘ce’. Vreemden spreken het weer uit op z’n Amerikaans (zoals Florence Nightingale). Het blijft me intrigeren.

Gelukkig kan het altijd erger. Ooit zat er in mijn klas een meisje dat Iphigenia heette. Dit diende te worden uitgesproken als ‘iefiegenaaija’ geloof ik. Lijkt me vervelend als je als ouder zo’n imposante naam hebt bedacht voor je kind en geen hond weet hoe je het zegt. Al haar klasgenoten zeiden gewoon ‘Iefie’. Er zijn ook ouders die hun tweeling dezelfde voorletters geven. Zolang ze thuis wonen (en dat is tegenwoordig lang) weet je dus nooit voor wie de post is. Niet te doen voor organisaties toch, hoezo gek dat ze steeds door elkaar gehaald worden?

Mijn vader had ooit een collega die als achternaam ‘Sint’ had. Kun je niets aan doen natuurlijk.  Ikzelf zou dan, in Sinterklaastijd, toch niet de telefoon aannemen met de tekst ‘met Sint’. Hij deed dit wel met alle hilarische gevolgen van dien. Deze zomer werk ik alweer twee jaar bij mijn huidige werkgever. Het meest intensief met mijn collega Anja. De wereld draait door, geen dag is hetzelfde en alles is continue in beweging. Na al die jaren begint mijn naam te wennen; het blijft altijd Van Vliegen en ook nu weer word ik regelmatig verward met Anja. Het is inmiddels een vertrouwd gevoel dat geen naam mag hebben.