Ik heb al vaker verteld over de boot die mijn vader bouwde in zijn achtertuin. Mocht je dit gemist hebben, lees ‘Bonker’ dan nog even terug. Het is natuurlijk geen vergelijking, maar denk aan de bouw van een huis. Als de buitenkant staat lijkt het al heel wat, maar dan moet alles wat erin hoort nog beginnen. Bij de Bonker was dat net zo. Toen de romp in de bok stond (voor niet botenkenners; de onderkant van de boot in een getimmerde standaard) was er alleen een leeg omhulsel. Maar omdat dit ongeveer 2,5 meter hoog was, kon je er alleen met een ladder in klimmen. Omdat mijn vader nogal minimalistisch was, had hij geen ladder. En als hij er wel één had, was het vast vervelend om het ding voor dit doel in te zetten. Hij was dan ongetwijfeld te groot, te klein of er mankeerde iets anders aan.
Hij besloot, zoals bij alles wat hij wilde hebben, om zelf een laddertje te maken. Geen poespas, precies de juiste hoogte, breedte, niet te zwaar maar toch robuust. Twee staanders met dwars liggende sporten. Een dwarse sport (zo heet een trede) is bijzonder sterk door de houtstructuur die horizontaal ligt. Nou ja, lang verhaal kort; het was een jofel laddertje geworden. Omdat hij tegen de romp aan moest leunen, moest er nog iets zachts aan de bovenste uiteinden gefabriceerd worden. Anders zou het krassen. En dat wil je niet als je wat moois aan het bouwen bent. Aan de bovenkant van het laddertje zaten dus stoffen uiteinden. Aan het materiaal te zien gok ik dat hij dit uit een, tot de draad versleten jas heeft geknipt. Hij kon ook prima met de naaimachine overweg, maar deze ‘kussentjes’ stikte hij met de hand. Te ingewikkeld om onder de machine te leggen.
In de vijf jaar dat hij bezig was met de bouw, heeft het
laddertje altijd dienst gedaan. We zagen het laatst terug op de foto’s, toen we
een fotoalbum bekeken. In de zomer werd er gevaren en in de winter werd de boot
op de kant gehesen. Dan werd hij in de bok gezet en konden de
onderhoudswerkzaamheden beginnen. Mensen die wel eens op een scheepswerf komen
waar boten op de wal liggen weten het; ladders liggen altijd met een ketting
vast aan de bok van de bijbehorende boot. Ladders worden namelijk vaak gestolen
geleend en niet meer teruggegeven. In de bijna vijftig jaar dat mijn ouders de
boot bezaten, is hij altijd in de winter de wal op gegaan. En het laddertje
bleef onlosmakelijk met de boot verbonden.
Dat de conditie van het laddertje door de jaren heen minder werd, leek iedereen op te vallen behalve mijn vader. Misschien zag hij het wel, maar ik vermoed dat hij geen zin had in nóg een klus terwijl er nog zoveel dingen te doen waren. De sportjes werden dunner en het ding onstabieler. Mijn ouders werden ouder en de klimsessies gevaarlijker. Zelfs het gemopper van mijn moeder, zette niet aan tot actie. Opperen dat er ook een trapje gekocht kon worden, was al helemaal niet aan de orde. Er mankeerde toch immers niets aan?! Tot het onstabiele kreng een keer wegschoot, net toen mijn moeder ‘m besteeg. Aan één arm kon ze zich nog net vastgrijpen aan de boot en smakte met haar lijf tegen de romp. Dat was nou ook de bedoeling niet, dus vanaf die tijd werd het trapje met een touwtje aan de boot vastgeknoopt. Nu kon er niets meer gebeuren. Er is wel eens een sportje vervangen, maar alleen als ie gebroken was.
Afgelopen zomer is de boot verkocht. Bij het opruimen van de bok, na de overdracht, viel ons oog op het laddertje. Door mijn broer en mij ‘dat kolereding’ genoemd omdat ie zo onbetrouwbaar was. Zou de nieuwe eigenaar ‘m misschien willen hebben, bedacht mijn lief? Het was wel een leuke curiositeit, en net zo oud als de boot zelf. Lachend gaven we ‘m mee aan de koper. Geloof dat we wel de tip hebben meegegeven dat ie wat gammel was. Afgelopen week kreeg mijn moeder een foto van de nieuwe eigenaar, die inmiddels bijna tot vriend benoemd is. Het laddertje was ontdaan van de oude lappen aan de bovenkant en had een plekje gekregen in zijn huis! Naast een prachtig kunstwerk tegen een witte muur, staat ie mooi te zijn. Er hingen kledingstukken overheen en bovenin een paar damespumps. Kom er maar op! Zoveel moois hebben wij er nooit in gezien. Het stond zo prachtig, dat ik bijna spijt had dat ik ‘m zelf geen plekje heb gegeven in ons huis.
Mijn lief heeft laatst de laatste hand gelegd aan een fotoboek, met daarin veel van mijn vaders werk en werkplekken. Het is een prachtige verzameling herinneringen geworden die voor ons zo dierbaar zijn. Op de achterkant van het boek prijkt het laddertje. Met de stoffen bovenkantjes en met een touwtje vastgemaakt aan de boot. De tijdloze, goedkope en praktische eenvoud van mijn vader. Nooit gedacht dat dit kolere laddertje na meer dan 50 jaar nog een tweede leven kon krijgen en zo mooi zou staan. Als mijn vader dit had geweten, weet ik wat hij gezegd zou hebben; ‘er mankeert niets aan die trap!’