Alledaags

Historisch Zaandam

Toen ik nog in Zaanstad werkte, schreef ik af en toe een stukje op de startpagina die collega’s zien wanneer ze hun computer opstarten. Dingen die ik leuk vond rondom de werkplek, waarvan ik hoopte dat anderen het zouden herkennen en er ook de humor van inzagen. Er kwamen leuke reacties en gezellige gesprekken uit voort. Zo kwam het dat een collega een keer vroeg; ‘Vind je het leuk om een keer een stukje te schrijven in Historisch Zaandam?’ Ja, erg leuk maar ik kon op dat moment niet bedenken waarover. Ben ik al zo oud, dat ik kan schrijven over de Zaandamse historie?

Ik had wel eens gehoord over het blad. De eerste editie kwam begin 2019 uit. Dat wist ik toevallig, omdat mij toen werd gevraagd of er misschien een tekening van mijn vaders hand in de uitgave geplaatst mocht worden. De redactie heeft dit toen met mijn ouders opgepakt en zodoende stond in de eerste uitgave een tekening van mijn vader. Hoe leuk was dat. Toen ik vele maanden later een keer bij mijn ouders was, viel mijn oog op het blad. Wat zag dat er goed uit zeg! Mooi stevig papier met prachtig sereen gekleurde bedrukking waarin je de oud Zaanse tijdgeest direct terugziet. Maar zolang alles normaal is sla je weinig acht op dingen. Tot mijn vader overleed. Toen werd de tekening in het blad ineens heel waardevol. Ook wist ik meteen dat ik graag over mijn vader wilde schrijven. Dat deed ik al privé in een afscheidsspeech. En ook op deze site lukte het even niet, om over andere dingen te schrijven dan over ons grote verlies. Ik realiseerde me ook dat mijn vader best een markant persoon was in Zaandam. Lange tijd later vroeg ik mij af of het aanbod van de collega en redactielid van het blad, nog zou gelden. We spraken af en ik kon beginnen aan een verhaal dat alweer een tijdje in mijn hoofd zat.

Maar gewoon een verhaaltje schrijven is zo anders dan schrijven over iemand. Als iemand nog leeft is het gemakkelijk. Dan vraag je vooraf of die persoon dat goed vindt. En als dat zo is, vraag ik ook hoe vrij ik mag zijn in mijn uitlatingen. Wat er wel en wat er niet in mag, omdat ik snap dat je sommige dingen liever voor jezelf wil houden. En elke keer valt het me op hoe open mensen zijn. Schrijven zonder belemmeringen is heerlijk. Als het klaar is laat ik het lezen aan de hoofdpersoon om te checken of alles klopt, of er geen onzin instaat en of het op deze wijze het web op mag. Klaar is Clara.

Schrijven over iemand die niet meer leeft, vind ik lastiger. Dan wil ik vooraf goedkeuring van de meest naaste familie. En als alles dan meezit, zijn de naasten blij en ik ook omdat het klaar is. Maar ik gooi ook wel eens de volgorde door de war of zet er iets in wat anders was. Dan moet er gewijzigd worden. En hoe langer het verhaal is, hoe vervelender ik die wijzigingen vind. Een verhaaltje dat normaal binnen een halfuur klaar is, duurt dan wel eens een week.

Nu begon ik opnieuw aan een verhaal over mijn vader. Voor een blad dat over de historie van Zaandam gaat. Dus het is leuk om een beetje te schrijven over de bekende Zaanse plekken. Zodat ook de mensen die mijn vader niet gekend hebben, er nog wat herkenning in vinden. Ik denk hem natuurlijk door en door te kennen, maar als je gaat graven in een verleden waar je zelf niet bij was, heb je hulp nodig. De waslijst aan vragen kon mijn moeder bijna allemaal beantwoorden. Dat schoot op. Maar ook zij had natuurlijk een periode waarin ze mijn vader nog niet kende. Ik werd doorverwezen naar mijn oom Coen, de broer van mijn vader. Natuurlijk wilde hij op al mijn vragen antwoord geven. Nee joh, ik belde echt niet ongelegen, hij parkeerde gewoon even naast de snelweg waarop hij reed. En of ik wist dat mijn vader in een heel ver verleden nog eens in de krant had gestaan, toen hij tijdens zoveel jaar Zaandam, op een podium getekend had in het centrum? Mij zei het niets. Maar er ging wel een lampje in mijn hoofd branden. Het gemeentearchief van Zaandam heeft misschien iets? Ik ging naar de website en vulde het contactformulier met mijn vragen. De aanvulling van oom Coen kon ik gelijk in het verhaal kwijt, maar op de reactie van het archief moest ik wachten. Gatver, weer wachten. Uiteindelijk kwam de reactie al binnen twee dagen maar het voelde natuurlijk als weken. Niet alleen kreeg ik een vriendelijke, inmiddels oud collega aan de telefoon, er was ook een bericht gestuurd. Met kloppend hart opende ik thuis op de laptop, de ontvangen mail.  Ze hadden niets gevonden over de stadsfeesten, maar wel een ander krantenartikel van mijn vader met zelfs een foto! En ik maar klagen omdat ik zolang moest wachten. Wat was dit een mooi cadeau!

In rap tempo kon ik het verhaal nu afronden. Ik had graag mijn moeder ermee willen verrassen, maar ik moest natuurlijk wel haar goedkeuring hebben over de inhoud. Met nog twee kleine wijzigingen van haar kant zou het verhaal nu kloppen. Maar wat was het lang geworden, en er moesten ook nog een paar afbeeldingen bij. Dus met moeders de archieven in gegaan. Gelukkig wist ik wat ik wilde, er moesten alleen nog foto’s van gemaakt worden. Gewapend met een uit elkaar vallend boek van mijn vader en een schilderij van haast twee meter groot, vertrok ik opgetogen richting huis.

De tekeningen in het boek waren op A3 formaat, dus even inscannen kon niet. Op tafel was te weinig licht om een knappe foto te krijgen. Naar buiten dus ermee. Het boek had ik opengelegd op de tuintafel. Balancerend op een stoel kon ik van bovenaf precies het formaat in beeld krijgen. Jammer dat het zo waaide, een slapstick gevoel bekroop me. Deze actie herhaalde ik ook bij een andere herkenbaar Zaanse tekening. Ook het schilderij kon ik op deze manier vastleggen.

Als de wiedeweerga stuurde ik het door naar de redactie, aangevuld met nog een foto waar ikzelf zo dol op ben, en het krantenartikel.  Zou het goed genoeg zijn om te plaatsen? Hopelijk  was het niet ‘te lang’ geworden. De redactie had overleg. Direct na dat weekend werd ik al gebeld met de rustgevende woorden dat het geschikt leek. Misschien wilde ik nog wel nadenken over wat kleine aanpassingen, om het mooier te maken. Een andere titel misschien en het toevoegen van wat kopjes? En toen begon het echte wachten. 

Nog voordat de publicatie in de winkel lag, mocht ik de digitale versie al zien. De redactie moest eens weten hoe blij ik daarvan werd. De naam van mijn vader staat groot op de voorkant van het blad! De prachtige foto toen hij nog zo jong was, is groot afgedrukt bij de index. Het verhaal bekleedt vier pagina’s! De door mij aangeleverde tekeningen en het krantenartikel van mijn vader, ze staan er allemaal bij. Net als de foto van een van zijn schilderijen, die ik het allermooist vind.

De kans krijgen om te mogen vertellen over je vader, in zo’n mooi blad, jongens wat is dat een voorrecht. Deze maand zou hij jarig zijn. Onze eerste verjaardag zonder hem. Het blad voelt, hoe gek ook, een beetje als een cadeautje. Nummer 4 van ‘Historisch Zaandam’ is verkrijgbaar bij Bruna in Zaandam.