Dit verhaal lijkt in het begin wat warrig, maar hou vol.
Toen mijn lief en ik pas samenwoonden, was de inrichting van ons piepkleine huisje nog lang niet klaar. Elke middag en avond na werktijd moest er nog wel iets gebeuren. Ik denk dat ik niet erg in beweging kwam, want steevast kreeg ik de vraag: ‘Wat wil jij, de lamp ophangen (die gaatjes dichtplamuren/de spiegel ophangen/wasmachine installeren of meer van dat soort ellendige klussen) óf koken? Ik koos altijd voor het laatste, laat mij maar lekker rustig rommelen met eten. Helaas was mijn lief ook over die skills niet altijd te spreken. Mijn groenten kwamen rechtstreeks en zoutloos vanuit het water op je bord. Of, want dat vond ik zelf erg lekker, het (lees al het andere) werd aangemaakt met groentesaus. Nou ja aangemaakt, je hoefde de poeder er alleen maar overheen te kieperen.
Mijn lief greep in en bracht mij, tussen het klussen door, wat traditionele kookklassiekers bij. De zakjes en doosjes gingen als eerste de deur uit. Zo werd voortaan de andijvie gestoofd en afgemaakt met azijn en maïzena. Gehakt maakte je klaar met peper/zout/nootmuskaat, gesnipperd uitje, ei en paneer. Bakboter werd afgeblust waarna de boel daarna nog wat kon gaar sudderen. En overal mocht best een beetje zout op. Zodra haar kennis was overgebracht ging zij verder aan de klus en heeft ze nooit meer een pan aangeraakt. Ik denk echt niet eens bewust, maar het was een rolverdeling die ons beiden tot op de dag van vandaag wel bevalt.
Mijn broer en schoonzus hebben een volkstuin waarop ook dit jaar weer volop is geoogst. Tijdens het laatste familiebezoek ging ik opgetogen met een enorme zak stoofperen naar huis. Een paar dagen later meldde mijn lief dat mijn broer had gebeld. Of hij bieten kon komen brengen? Heerlijk. Toen ik later die dag uit mijn werk kwam bleken er ook mooie Kweeperen te zijn afgeleverd. Die had ik ooit al eens uit nieuwsgierigheid in de winkel gekocht, maar die bevielen slecht. Ze waren hard en smakeloos. Mijn broer had blijkbaar dezelfde ervaring, want hij gaf de tip mee om er moes of compote van de maken.
Nu vind ik koken nog steeds heerlijk, maar het liefst wel als er tijd voor is. Waar half Nederland in de weekenden ‘makkelijk’ eet, doe ik het tegenovergestelde. Uitgebreide recepten in het weekend en de Hollandse klassiekers doordeweeks. Bij weinig tijd wil ik gewoon aan tafel en vind het ook heerlijk als ik ergens kan aanschuiven, er iets gehaald/gebracht is of als iemand anders kookt. Onlangs heb ik met mijn lief de deal gemaakt dat zij op donderdagen voor het eten zorgt. Ik haal er niets voor in huis, zij regelt het. Voor de overige dagen maak ik een weekplanning in de vorm van een lijstje. Daarop staat ook wie er op welke dag aanwezig is. Op die manier weet ik wat er in huis moet zijn en hoef je daar niet dagelijks je hersens over te breken. Iets met rust, reinheid en regelmaat.
Maar nu werd mijn planning dus ineens doorkruist door bieten. En het fijne was, ze waren al schoongemaakt en gekookt. Ik gokte dat het een kilo was. Teveel voor diezelfde avond want ons kind at op zijn werk. Quasi flexibel wijzigde ik de avondetenplanning en verschoof de bieten naar de dag erna. Dan zouden we met zijn drieën zijn. Om de organisatie strak te houden haalde ik alvast vlees voor erbij. Het werd mager rundergehakt. Een kilo, zodat ik een deel ervan kon invriezen om later te gebruiken voor soep.
Zoals wel vaker op mijn werk ging het die donderdag al vroeg over eten. Vriendin en collega Natas informeerde wat er bij mij op het menu zou staan die avond. Stoer zei ik dat ik kon aanschuiven omdat mijn lief de honneurs zou waarnemen. Tot ik me realiseerde wat er aan de hand was. Ik had de afspraak doorbroken: zij kon het niet zelf regelen en bepalen, maar moest aan de bak met wat er in huis was. Gierend van het lachen zei ik dat ik straks wel een telefoontje verwachtte met de vraag hoe het bereid moest worden. ‘Nou, ze kan toch wel een balletje maken?’ was de reactie. Ja tuurlijk wel, alleen het is allemaal wel een tijdje geleden.
Net toen onze projectleider me serieus iets aan het uitleggen was, ging mijn telefoon. Ik weet dat mijn lief alleen belt als er echt iets is, dus enigszins geschrokken nam ik op. ‘Ja eeeeh, ik zit hier met een kilo gehakt……….’ Ik pieste haast in mijn broek van het lachen en hikte dubbelgevouwen de kamer uit. Soms als ik erg moet lachen, weet ik dat het eruit ziet of ik huil. Ik zag de geschrokken blikken van mijn baas, die net met Natas aan het praten was. Ik stak mijn duim omhoog en meldde hikkend: ‘mijn lief wil weten wat er moet gebeuren met het gehakt’. Aan de andere kant van de lijn werd er met me mee gehikt en hingen we uiteindelijk zonder conclusie op.
Thuisgekomen kwamen er heerlijke kookluchten uit de steeg en was de keuken vol in bedrijf. De tafel werd al gedekt en alles was onder controle. Ik zag dat het hele pakket gehakt in het iets te kleine juspannetje was gegaan maar zei er niets over. Door de lachbui was ik vergeten mijn lief te informeren over het soepballetjesplan. Tijdens het opscheppen kwam er een klaagzang over onze vloeibare Croma. In de tijd dat mijn lief kookte hadden we gewoon een pakje Croma bak en braad. Dan wist je tenminste hoe groot het deel was dat je moest gebruiken. Nu deed ze maar wat. Het schuimde ook niet fijn en…… ik kon het niet afluisteren maar stikte haast weer van het lachen. Mijn lief had duidelijk een worsteling achter de rug. Ze wist ook niet zeker of de ballen gaar waren.
Ik maakte een prakkie van de piepers met biet en hengelde twee ballen uit het pannetje. Nu paste de juslepel er in elk geval ook in. Ik hield mijn lachen in na de eerste hap gehakt. Ik wilde niet lullig zijn, want ik vind het oprecht altijd zo heerlijk als er eten voor me klaarstaat. Zelden zo’n droge hufter geproefd. De ballen aan de overkant van de tafel waren nog onaangeroerd dus wilde ik de reactie van ons kind alvast voor zijn en zei: ‘Mager rundergehakt is altijd wat droger omdat er nauwelijks vet inzit’. Ik zag hem een hap nemen en verschieten. Ik wist niet of hij zich nou verslikte of haast stikte van het lachen. Hij kon niet meer. Nadat we uitgelachen waren zei hij: die bal smaakt alsof hij zó onder de bank vandaan is gevist!’
De bietjes waren heerlijk, net als de Kweeperencompote (die ik een paar dagen later zelf maakte). De tomatensoep is vega gebleven. Komende donderdag regelt mijn lief zelf het eten weer.