Een tijdje geleden at mijn zwager mee. Of hij dan wel direct daarna voetbal mocht kijken, want anders zou hij te laat thuis zijn. Het mocht. Ik was de keuken aan het opruimen toen hij al op het puntje van de bank zat. Ik schrok me werkelijk kapot toen hij een enorme schreeuw gaf. Voorzichtig keek ik om de hoek de woonkamer in, en zag ons kind ook verontrust kijken. Er was een spannend moment, dat was alles. Kijken naar een voetballiefhebber is veel leuker dan zelf naar voetbal kijken!
Het Europees Kampioenschap voetbal was van start gegaan. Wij kijken nooit naar voetbal, heerlijk is dat. Maar als er een EK of WK is, vinden we het wel leuk. De winkels lagen vol oranje bende, in de straten wapperden vlaggetjes en het is altijd weer geinig om te zien welke oranje reclamestunt er met kop en schouders bovenuit steekt. Ik kan me het Bavaria-jurkje nog herinneren en ook de Vuvuzela vond ik hysterisch grappig. Voor iedereen die niet meer weet wat dat was; op Google staat ‘grote blaastoeter’. Bij ons in de kasten zul je dit soort zaken niet treffen. Ik heb wel een oranje shirt, maar dat is nog van Koninginnedag (zo oud ja). Voor het jurkje moest je bier drinken (de dames die ‘m droegen hadden trouwens veel betere lijven dan ik) en om nou als ‘niet liefhebber’ een beetje te gaan zitten toeteren is ook zoiets. De grootste reclameklapper van dit jaar was de juichcape van de Jumbo. Toen ik de spot voor het eerst zag, heb ik er hard om gelachen. Ondanks dat ie nu al ongeveer achthonderd keer voorbij is gekomen, werd ik er elke keer vrolijk van. Bijna jammer dat wij geen Jumbo hebben. Maar goed, wij gingen dus kijken naar de eerste wedstrijd Nederland-Oekraïne. Ons kind keek verveeld op boven zijn i-pad. ‘Is het heel erg als ik niet meekijk? Ik vind er niks aan en ik snap er ook niks van’. Door ons gerustgesteld gooide hij zijn glas achterover en keek weer verder naar zijn serie op Netflix.
Nooit kijken is niet handig. We snappen namelijk nergens iets van. Even kijken hoor, welke kant spelen we op? Oh, dat staat eronder, gelukkig. Direct merkten we dat we niet één speler van naam kenden. Nou ja, Dailey Blind is natuurlijk de zoon van Danny, die is meer uit ‘onze tijd’. Hoe die verslaggever al die Oekraïense namen kon uitspreken, begrijp ik nog steeds niet. Wat een vervelende kerel trouwens, hij is zo negatief. Frank de Boer fluit op zijn vingers en maakt woeste bewegingen. Jeetje wat kijkt hij boos. Terwijl het volgens mij best lekker gaat. We staan al twee-nul voor. Mijn lief doet of ze meekijkt, maar ik hoor zachtjes Glennis Grace vanuit haar mobiel. Spotify is blijkbaar leuker.
Ons kind kijkt nog eens op van zijn i-pad; ‘Wisten jullie trouwens dat die wedstrijd negentig minuten duurt?’ We wisten het, hem was het blijkbaar onlangs ter ore gekomen. ‘Hoe lang is de rust?’ Ik weet zeker dat hij daar niet in geïnteresseerd was, maar even wilde checken hoe lang het zou duren voordat ik de glazen zou bijvullen. Mijn lief is blij verrast als ze ziet dat ik het speelschema op het whiteboard heb gehangen. ‘En wanneer moeten we nu allemaal?’ Ik heb lang gestudeerd, maar veel verder dan de eerste drie data kom ik niet. Ik snap dat de rest afhankelijk is van hoe ‘we’ gespeeld hebben. Maar dat betekent dus dat je álles moet bijhouden?! Wat een ellendig overzicht.
Het gaat weer verder. ‘Max heeft gewoon vrijkaartjes!’ merkt mijn lief op. Max?? Ik vraag me af hoe mijn broers schoonzoon dat voor elkaar heeft gekregen. Als ik Alexander benepen zie juichen begrijp ik dat ze Maxima bedoelt. We gaan lekker. Er is nog iets wat ik niet snap. Alle spelers hebben toch hun achternaam op hun rug? Maar waarom heeft Memphis Depay dan ‘Memphis’ op zijn rug? Das toch zijn voornaam? Elke keer als hij aan de bal is hoor ik ook gewoon ‘Depay’. Of valt daar iets in te kiezen, dat hij zelf heeft aangegeven ‘nou, doe maar Memphis hoor’? Ik hoef het hier in huis niet te vragen, er zal geen antwoord op komen. Lang leve Google. Als ik ‘EK uitslagen’ intik, dan zie ik alles wat geweest is en wat nog komt. Deze maar even bewaren dan. Kan ik mijn eerder bewaarde snelkoppeling ‘hoe laat speelt het Nederlands elftal’ wegdoen.
Ondertussen moet ik wel iets opbiechten; ik heb de juichcape. Eén van mijn collega’s woont in de kop van Noord-Holland en zij doet er elke week de boodschappen. De lieverd heeft al heel wat mensen voorzien. ‘Ga je ‘m aandoen tijdens de wedstrijd?’ werd geïnformeerd. En dat heb ik dus niet gedaan. Stel je voor dat ze verliezen, zit je dan in je (ineens heel lullige) juichcape. En als ze winnen, moet ik er dan de straat mee doorrennen? Ik weet het eigenlijk niet zo goed. Ik had gewild dat ik de actie bedacht had, dan kon ik volgens mij met vervroegd pensioen. Alhoewel, als ‘onze jongens’ er vanaf nu niets meer van bakken, dan zijn wij in elk geval snel uitgekeken. Kijkt de rest van Nederland dan nog wel? Zolang we winnen vind ik het eigenlijk best gezellig, paprika chippies op tafel en soms is het zelfs spannend. ‘Met jullie voetbal kijken is echt niks aan’ zegt ons kind. Als ik informeer waarom niet, zegt hij; ‘nou, jullie schreeuwen helemaal niet! Hoeveel staat het eigenlijk? Mooi, dan weet ik dat voor morgen op school’.
Nu ik dit stukje op internet plaats, is Nederland na drie overwinningen en een dramatisch verlies uitgeschakeld. En twee dagen later nam de coach ontslag. Ik hoop dat hij snel weer een beetje kan lachen, dat staat hem veel leuker. Het speelschema heb ik bij het oude papier gedaan. Mijn gefrustreerde zorg dat ik er niets van begreep was volkomen onnodig. De vier wedstrijden die ze moesten spelen stonden erop. De rest niet, er was geen rest. Opgelost.