Tijdens de wekelijkse boodschappen neem ik, uit de plaatselijke buurtsuper, het gratis ‘kookinspiratie blad’ mee. ‘De lekkerste recepten voor warme dagen’ staat er op de voorkant. Naast het feit dat ik er altijd gelijk trek van krijg, moet ik ook lachen om de clichés. In de zomer moeten er altijd frisse salades worden gegeten, ben je een kneus als je niet minimaal wekelijks gaat barbecue-en en het liefst dan ook nog Vega. Verder lees ik over picknicks, ‘supersnelle pasta’s’ en de ‘easy summer’.
Het sleutelwoord voor de Nederlandse etensbereider is toch wel dat het snel en makkelijk moet zijn. En dat begrijp ik niet, want hoe doe je dat dan? Regelmatig hoor ik iemand roepen; ‘we gaan barbecue-en, lekker makkelijk!’ Bij mij is dat nooit makkelijk. Misschien als je een elektrische hebt en er een paar kant en klare dingen op mikt met kant en klare sauzen, ja, dan is het makkelijk. Maar wij hebben (en willen) geen elektrische. De charme van een barbecue is toch dat je eind van de middag al in actie moet met kooltjes en aanmaakblokjes? Vóór die tijd wil ik de kippendijtjes al in de marinade hebben staan, net als de zalm. Zelfgemaakte knoflooksaus vindt iedereen bij ons lekkerder dan die van Calvé. En omdat de knoflook toch al ruimschoots aanwezig is, knijp ik gelijk een teentje door de huisgemaakte kruidenboter. Op warme dagen is het stokbrood snel uitverkocht. Dus ja, ik ga inderdaad met die hitte de oven aanzetten om een lekkere Focaccia te warmen. Daarbij willen wij altijd nog wel iets gezonds, dus worden er paprika’s gesneden met uien en champignons. Bij de saté (die ik rijg van de dijen) hoort eigenlijk wel een satésausje dus gaat er een pannetje op het vuur. Ik heb het zo vaak gemaakt dat ik de ingrediënten uit mijn hoofd weet. Een overgehouden tic van de snackbar waar ik vroeger werkte.
Tegen de tijd dat we alles buiten geïnstalleerd hebben en de boel gegrild kan worden, ben je altijd iets vergeten. Soms iets simpels als de servetten, maar het is ook wel eens gebeurd dat we door al het voorwerk de honden niet hebben uitgelaten. Dat moet dan alsnog en zit je wortel te schieten naast die bloedhete barbecue. Heeft iedereen dat trouwens, dat je barbecue eigenlijk qua temperatuur het best is als je eten op is?
Het fruit (als toetje) gaat niemand schoonmaken. Niet schoongemaakt fruit blijft bij ons liggen. Dus ben ik vooraf al in gevecht met druipende parten meloen en doe ik uit alle macht mijn best om de schillen niet op de grond te schieten. Ja, de pitten moeten er ook nog uit. Als dat geserveerd is, begint het (als je pech hebt) net te waaien. Overal rondvliegend as (ook in je eten) of iedereen heeft het koud en wil eerst iets aantrekken. Vaak zijn er mieren, wespen of vliegen. Soms ook alles bij elkaar. Ons kind verzucht regelmatig; ‘kunnen we niet gewoon binnen eten? Barbecueën duurt ook zo lang!’ Als je geluk hebt en het weer blijft zomers, moet je tijdens het grillen minimaal twaalf keer naar binnen en naar buiten lopen, omdat de dijtjes natuurlijk niet fris blijven in de zinderende zon. ‘Oh, als je toch naar de koelkast gaat, wil je dan nog even bijschenken? En neem de wijnfles mee!’ Nee, de hond mag niet bij de tafel, ook niet omdat ze zo lief is. De satésaus is niet echt warm meer, kun je misschien…….?’ Ik vind barbecueën heerlijk, maar ben altijd gesloopt als het afgelopen is.
En ALS het dan afgelopen is, zit je met heel veel zooi. In de keuken is het een slagveld door de voorbereidingen, buiten staat de vuile vaat én een vieze barbecue. Zelfs mét dienblad loop je weer twaalf keer heen en weer om alles weer naar binnen te halen. Ja, het rooster van de barbecue maken we gelijk wel even schoon, anders koekt het zo aan. Mijn lief gaat eerst even roken. Op die momenten mis ik het dat ik niet meer rook. Niet dat ik er ooit nog aan wil beginnen, maar die pauze van vijf minuten is heerlijk. Waarom neem ik die niet gewoon?
‘Zo simpel kan lekker zijn’ staat er bij de ‘lichte lunch’. Als ik die zou serveren, weet ik zeker dat mijn gezinsleden zich afvragen waar de rest van het eten gebleven is. Wij hebben meestal namelijk flink trek. Met Vega maak ik niemand blij. Pasta moet altijd langer koken dan op de verpakking vermeld staat en kaal is er niets aan. Hoezo ‘snelle pasta’? Als ik verder blader in het blaadje zie ik een ‘framboos mascarponetaart met aardbeien-bitterkoekjesijs’. Nu begint mijn hart sneller te kloppen. Onderaan het zalige recept staan de voedingswaarden; 945 calorieën per persoon. Laat maar. Ik smeer een krentenbol, lekker makkelijk. Ondertussen kook ik witlof, om straks een ovenschotel mee te maken. Het kan me eigenlijk niet zoveel schelen dat het buiten vijfentwintig graden is. Er is regen voorspeld dus we eten lekker binnen. Het is wel een uurtje voorbereiding en dan nog een halfuur in de oven, maar dan schep je je bord vol en hoef je niet meer op te staan.
Binnenkort gaan we een paar dagen op vakantie, in een hotel. De honden gaan niet mee, zij mogen uit logeren. Dán begint mijn ‘easy summer’! Want er is een ontbijtbuffet en we gaan elke avond ergens eten. Dus niks boodschappen, geen voorbereidingen en overal zó van tafel lopen als je bord leeg is. Mijn lekkerste recept voor warme dagen.