Alledaags

Cassettedeck

Ik scharrel een beetje rond in de tuin en mijn blik valt op ons aanhangertje. Tussen alle oude stenen, afgezaagde tafelpoten en oude bootonderdelen ligt het cassettedeck van mijn lief. Klaar om met de andere meuk afgevoerd te worden richting afvalbordes. Het cassettedeck waar we altijd zo van genoten hebben, meer dan 20 jaar lang. Ik denk weemoedig terug aan vervlogen tijden, ons kind zal daarentegen blij zijn dat we van dat gekke ding af zijn. Hij heeft geen idee wat je ermee moet, laat staan hoe het werkt. Hij zal zijn ogen uitkijken als hij ziet dat je er ook iets in kunt stoppen. Ergens op zolder staat volgens mij nog minimaal één doos met cassettebandjes.

Toen ik voor het eerst bij mijn lief thuis kwam (het was toen nog niet mijn lief maar mijn collega) stond het ding onder de open trap. Hitachi was het merk. Ik weet nog dat ik nooit geweten had dat deze graafmachinemaker ook audioapparatuur fabriceerde. Er zat een radiofunctie op en nog een heuse antenne. Als de ontvangst niet optimaal was en het geluid blééf kraken, dan gaf je het ding een zetje de andere kant op. Negen van de tien keer dat het dan opknapte. Als dat niet werkte zette je ‘m uit of draaide een bandje. Voor ons kind en leeftijdgenoten; een bandje is een afkorting van cassettebandje. Ja ik weet het, het is een tijdje geleden dat dit gebruikt werd. Hierna kwam de CD, DVD en nu de usb-stick of gewoon bluetooth of Spotify. Bandjes kocht je leeg (dan kon je zelf iets opnemen) of bespeeld, maar dat was duurder. Ze waren er in vele varianten; een tijdsduur vanaf een halfuur tot volgens mij wel twee uur. De prijzen varieerden tussen de diverse merken; TDK en Philips waren betaalbaarder dan Maxell. Op een bandje van twee uur kon meer, maar die gingen eerder stuk. Het voordeel ervan was dat je ze niet steeds om hoefde te draaien. Het nadeel was dat je lang vooruit en terug moest spoelen als je een nummer verderop wilde horen. Als je een heel hip cassettedeck had, dan draaide hij vanzelf om aan het eind. Die luxe hadden wij niet.

Bij mij duurde het heel lang voordat ik een heus cassettedeck had. Om het in geld uit te drukken; de aanschaf toen was ongeveer net zo duur als een nieuw mobieltje nu (Oké, een oud model, dat wel). Dat redde ik natuurlijk nooit van mijn zakgeld van een paar gulden in de week. Lang had ik het oude gele pick-upje van mijn broer. Toen mijn interesse in muziek begon te ontwikkelen, kocht en kreeg ik langspeelplaten en singeltjes. Een singeltje kostte vijf gulden. Als ik verder niets kocht, kon ik er elke week één kopen. Langspeelplaten waren duur, dus die vroeg ik meestal voor mijn verjaardag. Kan me nog herinneren dat ik André Hazes ‘life in het Concertgebouw’ vroeg en kreeg van mijn opa en oma. Oma zei nog; hij maakt lekkere muziek, maar je moet ‘m niet zien! Kwam dat even mooi uit, ze zag ‘m ook niet. Later, toen mijn opa er lichamelijk niet meer toe in staat was, vertelde hij me een keer dat het laatste plaatje waarop mijn oma en hij gedanst hadden, ‘een beetje verliefd’ was. Gek dat je dat soort dingen niet vergeet.

Met mijn eerste cassettedeck was ik de koning te rijk. Hij was namelijk wit en dat vond ik bijzonder gaaf. Wit met gele details die zo gezellig stonden. Het was een Telefunken, enkel gekocht omdat de kleur goed was. Ik heb zojuist op internet gekeken omdat ik het merk nooit meer ergens heb gezien; het bestaat nog steeds! Urenlang bracht ik erachter door, om maar zoveel mogelijk goeie muziek op te nemen. Wel heel vervelend was het dat steeds de presentator er doorheen zat te kakelen. Zat je de hele middag naar de top-40 te luisteren omdat je zo graag de nummer één wilde opnemen. Je moest ook goed oppassen dat je niet net aan het eind van het bandje zat, want dan miste je de helft. Op school kocht ik later top-40 bandjes; één keer per maand kwam er een nieuwe uit en aan mijn klasgenootje Liane betaalden we meen ik vijf gulden per bandje. Toen ik mijn vader eens hielp met een productie klusje, had ik honderd gulden verdiend. Die zijn direct omgezet in een walkman. Het was maar goed dat ik daarna snel een weekendbaantje kreeg, want de batterijen die erin gingen waren niet aan te slepen.

In het Hitachi cassettedeck van mijn lief en in mijn witte Telefunken konden zelfs twee bandjes. Dat was jofel, want dan kon je een bandje van iemand anders kopiëren. Tijdig aan- en uitdrukken was nog een hele toer. ‘Record’ (knopje met rood stipje of geheel rood knopje) gelijktijdig met ‘play’ (knopje met driehoekje). Als je slechts één van de twee indrukte nam hij niet op. En dat was balen, want dan miste je het begin. Aan het eind weer tijdig op ‘stop’; die met het vierkantje. Grappig dat die symbolen door de jaren heen op alle apparatuur (en alle afstandsbedieningen) hetzelfde zijn gebleven. De cassettedecks en bandjes verdwenen langzaam naar de achtergrond door de komst van de Cd en Cd-speler. Het cassettedeck van mijn lief verhuisde naar de schuur. Ik heb het altijd bijzonder gevonden hoe dat ding is blijven werken onder een dikke laag stof van alle schuur-klussen. Bandjes werden niet meer gedraaid (teveel werk steeds dat omdraaien en verwisselen) maar de radio stond altijd aan.

En net nu we een prachtige Cd-collectie hebben opgebouwd de laatste jaren, is alles te vinden via je mobiel. Verbinden doe je via je soundbar of mobiele speaker. Zelfs in de auto verbind je je muziek draadloos naar je boxen via Bluetooth. Spotify is helemaal geweldig; je betaalt een beetje maar dan heb je ook alles wat je leuk vindt. Het cassettedeck van mijn lief kraakte de laatste tijd zó erg, dat zelfs de antenne niet meer bij te stellen was. Nu ligt hij op zijn rug in de regen in de aanhanger. In gouden lettertjes zie ik de voornaam van mijn lief er nog op staan. Weer een tijdperk dat voorbij is.