Alledaags

Bretagne

Het eerste vakantieadres is heerlijk. Le Vivier sur Mer is een slaperig stadje zonder toerisme. Als ik ’s morgens naar de plaatselijke Boulangerie wandel, schuifelt er me altijd wel een dorpsbewoner tegemoet met het stokbrood al onder de arm geklemd. Bonjour zit gelukkig nog net in mijn Franse woordenschat. Dolenthousiast kan ik worden van een buitenlandse supermarkt. Wat hebben ze wat we thuis niet hebben? We speuren naar zacht meerlaags toiletpapier en kopen streekproducten. Alles hier en in de buurt ademt de zee. In elk restaurant worden moules (mosselen) geserveerd. Die avond maken we een lange wandeling over het drooggevallen strand. Het ligt er vol met de prachtigste schelpen, er groeit Zeekraal en de zon gaat zo mooi onder.

Le Mont Saint Michel is een rotsachtig eiland met daarop een middeleeuwse abdij. Het ligt op een kilometer uit de kust en is bereikbaar via een lange loopbrug. Bij vloed ligt het eiland in het water, bij eb valt alles eromheen droog en kun je eromheen lopen. Het is de derde publiekstrekker in Frankrijk na de Eiffeltoren en het kasteel van Versailles. De plaatselijke bevolking had ons al gewaarschuwd dat het er druk zou zijn, heel erg druk. Op internet lees ik dat er jaarlijks 3.500.000 bezoekers komen.

Het lijkt wel of het overgrote deel hiervan ook vandaag heeft uitgekozen om hier op af te gaan. Grote drommen mensen wandelen net als wij over de brede loopbrug richting het eiland. De zon schijnt zinderend en de wind maakt het heerlijk. Voor de stoet hondjes en kleine kinderen is het een stuk minder aangenaam. Veel gehijg en gehuil om ons heen. Afgeladen pendeldiensten rijden af en aan en sportieve fietsers gaan voorbij. Wij stoppen af en toe voor nog een mooie foto of een slok water.

Op het eiland aangekomen wurmen we ons door de menigte. Winkeltjes verkopen de lelijkste souvenirs en de horeca doet goede zaken. Je moet je best doen om niet te struikelen over de op- en afstapjes, kinderwagens en toeristen die overal stilstaan, gaan zitten en/of picknicken. Als we eindelijk tot grote hoogte zijn geklommen loopt de stoet volledig vast. Om de abdij te kunnen betreden moet je kaarten kopen, natuurlijk. Maar de rij mensen is oneindig. Omringd door zweetoksels kijken wij elkaar aan. Vinden we dit leuk genoeg en gaan we hier aansluiten in de brandende hitte? Nee, we kiezen voor het strand en begeven ons rap naar beneden. Rondom het eiland is het ook prachtig door het tij, de rotspartijen en spelende kinderen met het water. Mijn lief leeft zich uit met haar camera en ik met de mijne. Ons idee om op de terugweg het pendeltje te nemen is al snel van de baan als we ook hier de rijen wachtenden zien. Lekker wandelen dus maar weer. De heerlijke dag sluiten we af met mokka eclairs uit de patisserie.

Het stadje Cancale staat bekend om zijn oesters. Lopend langs de boulevard aan de Smaragdkust staan rijen kraampjes die allemaal hetzelfde verkopen. Ondanks de regen genieten we van de omgeving. Ook hier is het eb en ligt de baai vol drooggevallen bootjes. Meeuwen vliegen krijsend over. Het plateau dat mijn lief en kind aanschouwen bevat grote en kleine oesters, bestek en een halve citroen. De aardige verkoopster, die ook op de foto wilde, opent ze voor ons waar we bijstaan. Bij de vuurtoren staat een foodtruck die wijn verkoopt. Met twee glazen bruisend wit erbij glijdt de boel erin. Zullen we nog een schaaltje halen, vraagt ons kind en het tweede plateau volgt. Verderop genieten we van koffie met crêpes in een cafeetje.  De zee is ondertussen veranderd in vloed en de vele bootjes dobberen vrolijk. Het regent nu zo hard dat we kletsnat terugkomen bij de auto.

In de havenstad Saint Malo bewandelen we de stadsmuur met het prachtige uitzicht op de felblauwe zee rondom. Het fort in zee is, omdat het eb is, bereikbaar via een kronkelpad. Na een heerlijke wandeling is het ook hier weer een feest om op het hoogste punt te komen. Het uitzicht is geweldig. Op de terugweg zien we het water stijgen en realiseren we ons dat we net op tijd waren. De golven beginnen al over het pad te slaan. We zien de gendarmerie aan het begin staan: in discussie met een Indiaas stel dat geen idee heeft waarom ze niet meer richting fort mogen. Ik verwonder me al langer over de mensen die zich duidelijk niet verdiept hebben in de locatie waar ze naartoe gaan. Dames op hakjes en glittersandaaltjes ploeteren zich door rotspartijen en baby’s en peuters stuiteren in hun buggy’s op de kinderkopjes.

Omdat het Franse kraanwater smaakt alsof je het zwembad leegdrinkt (chloor), bewaren we flessen gekocht water in onze koelkast. Elke keer klaagt mijn gezin als die deur opengaat door de geur van mijn Franse kaas. Na vier dagen verkassen we naar ons tweede logeeradres in Honfleur. Het flinke pak aangeschafte zachtroze toiletpapier bleek trouwens doorzichtig en enkel laags te zijn.