Alledaags

Bad

Mijn tante hoorde ik ooit zeggen: ‘Een bad? Het enige dat ik ermee doe is schoonmaken!’ Daar begreep ik niets van. Wij hadden thuis geen bad en ik vond het het summum van badkamergeluk. Als ik een vakantieaccommodatie boekte, keek ik altijd of er een bad was. Zodra we op locatie gearriveerd waren en de boel een beetje op orde was, lag ik erin. Op mijn zij meestal, want anders paste het niet, maar altijd met veel schuim.

Toen wij jaren geleden met de bouwer in gesprek waren over de wensen van ons huis, was een bad dan ook een vanzelfsprekendheid. Mijn lief wist wat de meest ideale versie was; een kunststof duobad. Mijn vreugde aan de gedachte dat je daar met twee personen in kon, was snel bekoeld toen ik erachter kwam dat dit inhield dat slechts de kraan in het midden zat. Een bad van kunststof omdat dit de warmte lang zou vasthouden. Met een aparte douche, zodat je tegelijkertijd kon poedelen zonder elkaar in de weg te staan/liggen.

Ik moet zeggen, ons bad is heerlijk. Ondanks dat ik het niet verwacht had, pas je er met z’n tweeën in. Als je het tenminste niet erg vindt dat er een paar lichaamsdelen boven water en dus koud blijven. Mocht je ooit samen in bad willen, denk er dan ook even aan dat je er wat minder water in moet doen. Ik vertel wel zo stoer over samen in bad gaan, maar ik geloof dat dit precies één keer is gebeurd in ons huis. Ongeacht het aantal personen dat wil gaan badderen, is vooraf klaarleggen van een handdoek wel een aanrader.

Ons bad wordt goed gebruikt. Onze vouwgordijnen zijn erin gewassen zonder dat de baleinen eruit hoefden. Ook hebben we geprobeerd de bootkussens uit onze vorige derdehands boot ermee op te frissen. Maar na zes badkuipen vol donkerbruin slootwater hebben we dit opgegeven. Nadat ze eindelijk in de zon gedroogd waren hebben we ze weg gemikt en fijne nieuwe gekocht.

Toen ons kind een ukkepukkie was, zetten wij zijn wastobbe in de badkuip. Zo had meneertje een heerlijk overzichtelijk speelbadje vol speelgoed en het maakte niet uit hoeveel er over de rand gutste. Toen de teil hem te krap werd, hing hij de superheld uit in het ‘grote bad’. Hij was er de hoeder van de dinosaurussen, heerser der Playmobile-leger-mannen en was standaard gloeiend roze en verschrompeld als hij eruit kwam. Terwijl hij de bodem nog afspeurde met zijn duikbril, waren wij blij dat we samen waren. Dan kon één van ons meneer naar bed begeleiden terwijl de ander het sanitair kon droogdweilen en ventileren. Als buurmeisje Lynn kwam logeren wilden meneer en mevrouw samen in bad, met duikbrillen uiteraard. Twee kleutertjes die er binnen een minuut een waterballet van konden maken maar wel heel snel en zoet in slaap vielen als het klaar was.

Tegenwoordig is onze badkuip vooral in gebruik als soort grote gootsteen. Waar je je natte zwemkleding in kunt gooien als de wasmachine nog niet beschikbaar is. Of waar je je strandtas vol zand in kunt leeg kieperen. Een fijner alternatief (ik haat het zand overal) is ‘De Jagersplas’: een natuurgebied bij ons om de hoek. In de zomer een topplek voor jongeren om te zonnen, zwemmen, keten en te socialiseren. Natuurlijk wordt er ook stiekem gerookt, gezoend, geblowd en misschien wel meer wat ik niet wil weten. Maar, de Jagersplastas komt altijd op onverklaarbare wijze terug vol gras. Trek niet per ongeluk een handdoek eruit want de pollen vliegen om je oren. Ook deze tas wordt eerst voorzichtig leeggeschud in onze badkuip.

Is de hond enthousiast in een prutsloot gesprongen? We tillen de stinkhaarbal naar boven (zelf naar boven lopen is geen optie) en zetten hem direct in bad. Afsproeien en heerlijk inzepen met speciale hondenshampoo. Als je snel genoeg bent, kun je na afloop nog net het badlaken boven hem houden op het onbewaakte moment dat hij zich uitschudt.

Zelf in bad gaan doe ik misschien twee keer per jaar. Eén keer als ik zó verkleumd ben dat ik niet meer warm kan worden, dan is een bad een uitkomst. De andere keer als ik een relaxmoment voor mezelf wil. Dan zet ik de badkamer in kaarslicht en als de kuip bijna vol is giet ik een flinke scheut lavendelolie erbij (of eucalyptus wanneer ik verkouden ben). Er gaat een glas thee mee en een boek. Omdat de planning is om er een tijdje in te blijven (de hoeveelheid water moet nuttig besteed worden) schroef ik de temperatuur wat op. Het gevolg is dat je moet doorkomen om erin te komen, veel te heet. Zodra ik helemaal onder ben plof ik bijna uit elkaar van de hitte waardoor die thee niet meer lekker is (nog warmer). Een straaltje koud erbij dan maar en in het boek. Shit, mijn boekenlegger glijdt te water en mijn handen worden koud omdat ze al een kwartier boven water zijn. Boek aan de kant dan maar en onderuit, helemaal onder water en ogen dicht. Jammer dat ik het kaarslicht nu niet zie. Meestal gaat er dan een telefoon, de bel of vraagt ons kind waar iets ligt. Met mazzel gebeurt dat niet maar dwalen mijn gedachten naar wat ik allemaal nog moet doen. Het gevolg is dat de hele sessie binnen een kwartier alweer is afgerond. Wat een gedoe, moet je nog uitzweten, afdouchen en de boel weer drooglappen.

Ons kind heeft inmiddels andere interesses dan Playmobile en dino’s en ook helemaal geen tijd meer. Tussen school, sporten en werken door ben ik al lang blij dat hij af en regelmatig onder de douche door rent. Van mijn lief kan ik me niet herinneren wanneer zij voor het laatst in bad is geweest. Elke week wanneer ik het ding uitsop, schoonspoel en weer droog denk ik aan de woorden van mijn tante: ‘Een bad? Het enige dat ik ermee doe is schoonmaken!’