Woensdag: Ik heb een afspraak bij een orthopeed en hij vraagt wanneer ik geopereerd wil worden. Nou, gister? Lachend raadpleegt hij de agenda en zegt dat er over zes dagen iemand is uitgevallen, komende dinsdag. Wil ik dat? Gek hoe blij je kunt zijn met iets wat toch vervelend is. Maar inmiddels heb ik al twee jaar last van die ellendige kleine teen die steeds krommer is gaan staan. Charmante schoenen liggen stof te happen in de kast. Daarvoor in de plaats zijn lompe brede Nikes gekomen en nog minder gracieuze Dr Martens. Die zijn van oorsprong orthopedisch. Maar na een dag zit niets meer lekker. Het is nu zover dat zelfs op blote voeten lopen zeer doet. Als die teen niet zo rot voelde, was ik huppelend de deur uit gegaan met de afspraak op zak.
Als ik aan het eind van de werkdag mijn autootje start en wegrij, slaat direct de motor af. Huh, was ik nou zo gehaast dat ik mijn gas te snel losliet? Ik start opnieuw en rij weg. Maar het voelt anders. Hij lijkt wel in te houden. Zit de handrem er nog op? Nee. Hij rijdt, maar het zit me niet lekker. Klinkt de motor nou anders dan normaal? Ik zet de radio uit en luister. Het gebruikelijke monotone gebrom maakt nu haperingen. En hoe diep ik het gaspedaal ook intrap, hij blijft sukkelig optrekken. Dit geeft stress en ik bel mijn lief. Nee, ik sta niet op een parkeerplaats, ik rij richting de snelweg. Op wonderbaarlijke wijze denk ik in dit soort situaties niet als eerste aan de Wegenwacht maar wil ik zo snel mogelijk naar huis en iets horen in de trant van ‘komt wel goed schatje’. Gelukkig kan ik vlak voor de snelweg parkeren bij een tankstation en de ANWB bellen. Even tot mezelf komen.
Na een uurtje meet een vrolijke snuiter de boel door en schrijft wat codes op een briefje. Hij kan het niet repareren maar ik kan wel naar huis rijden. De boel is gereset maar moet wel even een afspraak maken bij mijn garage omdat de storing niet verholpen is. Iets met een sensor en een nokhuis. Als ik die avond tegen zevenen thuiskom moeten de honden nog uitgelaten worden en vraagt ons kind wat te eten. Als ik eindelijk zit check ik het saldo van mijn ov-kaart. Natuurlijk is het te laag om morgen met de trein te kunnen dus opwaarderen.
Donderdag: Ik bel met de garage en leg de storing uit. Ons vertrouwde adres is net van eigenaar veranderd en we kennen elkaar nog niet. ‘Nee mevrouw, met alle respect voor de ANWB, maar wij gaan zelf even bekijken wat er aan de hand is’. Prima, wanneer ik wil komen, nou, nu? Dat kan natuurlijk niet, er is woensdag pas tijd. Maar dat is lastig, want de operatie is dinsdag. ‘U mag de auto ook dinsdag komen brengen hoor’. Nee, dat kan dus niet. We spreken af dat ik ‘m maandag breng en jaha, ik snap dat ze er dan echt pas woensdag aan kunnen beginnen. Geluk bij een ongeluk, want na de ingreep mag ik vier weken niet autorijden. Per bus en trein naar kantoor die dag dus. Uitgerekend vandaag avonddienst en de treinen rijden dan maar eens in het uur. Mijn lief appt die avond dat de honden er nog uit moeten. Zowel zij als ons kind zijn werken. Even vergeten dat ik ook pas laat ben.
Vrijdag: Ineens denken we eraan dat over twee weken ook onze boot uit het water gehesen gaat worden. Die nemen we dan altijd op een trailer mee naar huis. Maar dat komt slecht uit want mijn lief moet dan werken en ik kan waarschijnlijk niet assisteren door de ingreep. Waarom hadden we dit niet eerder bedacht? Vrij nemen lukt nu niet meer. Ze mailt ons probleem en krijgt een goede oplossing aangeboden. We mogen zaterdag de trailer brengen, zij hijsen de boot er dan op (wij hoeven daar niet bij te zijn) en we mogen hem dan zondag ophalen. Superfijn. Ik haal voor een weeshuis boodschappen in huis om er even mee voort te kunnen. Ook wordt het goed weer dit weekend, dus kan ze toch het huis nog schilderen aan de achterkant. We hebben dit veel te lang uitgesteld.
Zaterdag: De wekker gezet omdat de schilderklus moet beginnen en de trailer moet worden weggebracht. Als ik om half tien met de honden uit de voordeur stap, klampt de buurman me aan. Of we de auto even weg kunnen halen uit de steeg, want dan kan hij zijn steiger neerzetten en starten met zijn gevel schuren. Schuren? Maar wij zijn aan net aan het schilderen. Maar hij heeft voor tweehonderdvijftig euro een schuurapparaat gehuurd voor dit weekend. Hij wilde al eerder aanbellen maar wij sliepen nog. Ik ben zo gestrest door alles dat ik mijn auto niet ingeparkeerd krijg. Hij neemt het over. Mijn lief schildert, de buurman schuurt. Op hoop van zegen, gelukkig is het windstil.
Om tien voor twaalf komen we aan met de trailer bij ons haventje. Het is nog een hele toer om tussen alle foutgeparkeerde auto’s door te rijden in het smalle straatje. Er zijn altijd voetbalwedstrijden op zaterdag en dus staan de auto’s, ondanks het parkeerverbod, in de berm, op de hoeken en dubbel geparkeerd. We zijn altijd een beetje gespannen totdat alles weer goed gegaan is. Mijn lief merkt op dat het wel erg rustig is op het terrein. Ik zeg iets te onaardig dat we ook veel te vroeg zijn, want we mochten pas begin van de middag komen. We stappen uit en loeren naar het uitgestorven terrein. ‘Het was toch niet een ander weekend?’ Ik kijk haar aan en heb geen idee. Zij heeft de afspraak gemaakt en mailde vanuit haar mailadres i.p.v. uit onze gezamenlijke. Ik heb dus niets meegekregen. De mobiel wordt gecheckt en het is over twee weken. We staan hier voor joker. En erger nog: we moeten keren in deze parkeerchaos.
Zondag: Met het vooruitzicht dat ik vier weken op krukken stuntel, wil ik de boel aan kant hebben. Dus aan de was, de poets en mijn lief helpen met schuren.
Maandag: Ik lever mijn auto in bij de garage, doe nog een boodschap en sop het sanitair. Mijn lief is nog steeds bezig met schilderen. Tijdens het schuren kwamen er lelijke plekken in zicht, die eerst uitgekrabd en gevuld moesten worden. Net als ik er aan het eind van de dag letterlijk en figuurlijk helemaal klaar mee ben, belt de garage. Nee hoor, ze hadden vandaag toch een gaatje en ik kan hem ophalen. Met een nieuwe sensor en een litertje olie kan ik er weer tegenaan. Mijn lief kijkt ondertussen nog eens goed in de agenda. Het weekend dat de boten gehesen worden staan wij eind van de dag op de planning. Ze werkt dan tot drie uur, dus kan er gewoon bij zijn. Of ik dan weer op de been ben of dat iemand anders even meegaat, dat zien we dan wel. Morgen eerst de ingreep, en dan even helemaal niets.