Alledaags

Soldaatjes

Toen mijn broer klein was kon hij het woord ‘sandaaltjes’ nog niet goed uitspreken. Hij maakte er altijd ‘soldaatjes’ van. Dat heb ik niet zelf meegemaakt, want ik ben bijna zes jaar jonger. Maar elke keer als een van mijn ouders nieuwe sandalen hadden gekocht, werd er trots geroepen ‘kijk, ik heb nieuwe soldaatjes!’ Zelfs toen mijn broer de vijftig al lang gepasseerd was, had ons hele gezin het nog steeds over soldaatjes. Wij weten wat daarmee bedoeld wordt.

Als puber op de brugklas haatte ik de sandalen van mijn vader. Ze waren lomp en alternatief. En het allerergste was dat hij ze ook in het najaar droeg, maar dan met geitenwollen sokken erin! Alleen het idee al aan de komende ouderavond deed mij gruwelen van ellende. Gek dat zijn schoenkeus op latere leeftijd opknapte. Of zal het de invloed van mijn moeder zijn geweest, die langzaamaan wat meer de overhand kreeg? In elk geval waren de sandalen van mijn ouders later een stuk beter. Vlotte leren modelletjes. Mijn moeder vaak met een hakje en mijn vader had tijdloze (uiteraard altijd zwarte) Teva’s. Ik kan hem nog uittekenen; korte broek, T-shirt (ja, ook zwart) en een bruin gespierde huid in stoere Teva’s. Hij wiebelde altijd zo grappig met zijn tenen. Alsof ze elk voorjaar weer blij waren dat ze bevrijd waren van zijn dichte schoenen.

Het was snikheet toen mijn lief de laatste hand legde aan onze huidige boot. Toen wij jong waren dachten we nooit aan het bezitten van een boot. Totdat mijn vader er over begon dat we er eentje ‘konden krijgen’. Na het eerst heel vaak te hebben afgewimpeld, kwam hij er toch steeds op terug. Hoe zonde het zou zijn, want er was echt nog iets leuks van te maken. Misschien vertel ik nog wel eens uitgebreider over onze boot-perikelen, maar voor nu een lang verhaal in het kort. Wij kregen het zwaar verwaarloosde bootje en mijn lief begon met mijn vader aan de restauratiewerkzaamheden. Dat wil zeggen; het hele interieur werd eruit gezaagd, alles weggegooid en vervangen door nieuw. Toen dit scheepje te water ging, leek hij fonkelnieuw en was het een ware belevenis. Mijn ouders waren er, mijn loopmaatje en ook mijn oom Coen kwam belangstellend kijken. Wat waren we blij en trots.

Toen dit scheepje na korte tijd toch wel erg klein bleek, hebben we hem voor een mooie prijs verkocht. Met de opbrengst konden we een groter exemplaar bemachtigen. Natuurlijk moest het een oude zijn, die betaalbaar was. Het opknappen kon mijn lief zelf, dat was bewezen. De noeste arbeid ging weer van start. Met hulp van mijn vader en buurman Richard kon ook deze boot na een jaar te water. Mijn ouders stonden weer op de kade bij de tewaterlating door Richard. Dat mijn ouders en wij naast elkaar konden liggen in de haven van Hoorn, was enorm gezellig. Alhoewel ons schip niet echt paste bij het Markermeer, hebben we er enorm genoten. Toen mijn vader overleed en zijn schip van eigenaar veranderde, hadden ook wij niets meer te zoeken in Hoorn. En al helemaal niet naast die plek waar zij 47 jaar hadden gelegen. Zodra het eerste weekend met mooi weer aanbrak, zijn wij terug gevaren naar Zaandam. De Zaan was eigenlijk veel gezelliger om te tuffen. Maar daarvoor was deze boot te hoog. Bij elke brug moesten we wachten tot hij open gedaan zou worden. Helemaal niet handig. Nu ik het zo schrijf voelt het decadent, maar dingen veranderen en daarin moet je meebewegen zolang dat kan.

Dat besef komt bij mij altijd wat trager dan bij mijn lief. Zij had allang een ander type boot op het oog. Want dat we wilden blijven varen, dat stond wel vast. Ik zelf had dood gaar geworden van die jarenlange klussen, maar zij wilde nog wel één keer beginnen. Boot nummer twee werd verkocht en diezelfde week was nummer drie een feit. Oud maar fantastisch leuk. Er werd beloofd dat dit de laatste is. Ik schrijf het maar even op, voor de zekerheid. Na nog een jaar buffelen door mijn lief is ook deze weer tiptop in orde gekomen. Gelukkig maar, want de zomer is echt begonnen.

Naast de gedachte of de boot wel af zou komen, heb ik ook altijd een schoenfrustratie in de zomer. Het liefst schiet je bij warm weer in een plastic flip-flop, maar dat kan natuurlijk niet aan naar je werk. Een dichte schoen is warm, nou ja, als je de hele dag binnen zit merk je dat niet zo erg. Als ik een keer wat verder loop dan om het huis, merk je dat een flip-flop ook niet comfortabel is. Het dempt niet en je struikelt makkelijk. Ik had het internet al afgespeurd naar een leuke sandaal maar zonder succes. Wat een gezeur weer om niets, ik weet het. Toch viel ik mijn moeder ermee lastig omdat wij die schoenfrustratie delen. Even lekker samen klagen voelt als gedeelde smart. Ineens gaf ze aan nog een paar haast nieuwe Teva’s te hebben liggen, precies in mijn maat. Ze zou ze voor me meenemen.

Laatst is de boot te water gelaten, het was een prachtig mooi weekend. Buurman Richard hielp erbij, en mijn moeder was van de partij om niets te missen van ons heugelijke moment. In haar eentje dit keer. Gemis dat anderen voelen tijdens kerst of verjaardagen, dat voelde ik nu. Op dit soort momenten was mijn vader er altijd. Wat zou hij hem mooi gevonden hebben; een Spitsgatter met een originele oude Albin dieselmotor. Helemaal in zijn straatje. Als hij er was geweest, hadden we vast niet zo gestunteld met het starten. De hete zon schijnt op mijn blote voeten. Nooit gedacht dat ik nog eens zijn Teva’s aan zou hebben. Vandaag voelt het extra stom.