Ons kind was nog net geen vier toen hij een brilletje moest. De oogarts druppelde een vloeistof in beide ogen waardoor een spiertje tijdelijk kon worden lamgelegd. Het zou gaan om een noodzakelijke actie bij zijn oogmeting. Ons kind schreeuwde moord en brand want het goedje prikte als de hel. Mijn hart brak bij het zien van dat kleine lijfje dat zich kansloos schrap zette. Met pupillen zo groot als aspirinen vertelde onze lieverd welke plaatjes er op het bord in de verte stonden. Met de resultaten van de meting togen we een paar dagen later richting opticien.
We werden hartelijk ontvangen door een verkoopster die zich voorstelde als Anne. Het was ontwapenend om te zien hoe zij zich over ons kind ontfermde. Het ijs tussen haar en hem was direct gebroken. Ze informeerde wat hij leuk vond en begon met het opentrekken van kasten en lades. Ons kind bekeek aandachtig wat de opties waren en liet zich het ene na het andere model opzetten achter de spiegel. Geen idee waarom wij mee waren want die twee redden zich prima samen. Ik dwaalde af naar vroeger tijden, waarin ikzelf in deze zelfde winkel mijn eerste bril moest uitzoeken. Zo vrolijk als ons kind nu was, zo miserabel voelde ik me toen. Toen ik vier was vond ik alle brillen lelijk en werd je ermee gepest op school. Nu zag ik alleen maar superleuke en stoere modellen de revue passeren. Er waren zoveel kindjes in de kleuterklas met bril, dat er niets raars aan was. Vroeger was niet alles beter dus.
De keus van ons kind was gevallen op een hippe rode. We hoorden Anne ook een paar keer zeggen: ‘nee, deze staat je niet leuk!’ Daar hou ik van; geen verkooptechnieken maar eerlijk advies. ‘Als ie klaar is dan bel ik je op’ zei Anne. Waarop ons kind antwoordde; ‘maar je hebt mijn nummer niet eens!’ Zo kwam het dat ons kind naar huis ging met het nummer van Anne en zij had die van hem.
Nou werd er op het schoolplein van onze kleuter flink geravot, waardoor het regelmatig gebeurde dat zijn bril ineens half dubbelgevouwen was. Of er op onverklaarbare wijze een glas sneuvelde. Anne stond elke keer weer voor hem klaar en fikste het. Niet alleen zijn eerste, maar ook de tweede en derde bril werd aangeschaft met haar hulp en advies. Door de jaren heen kocht niet alleen hij, maar ook wij onze brillen bij Anne. Tot we op een dag opmerkten dat ze er niet was. We werden ineens door een meneer geholpen. Ook die keer erna was ze er niet. We durfden ernaar te vragen en kregen in ietwat bedekte termen te horen dat Anne ziek was. Geen griepje maar ernstig; er was kanker geconstateerd en ze zat volop in haar behandeltraject. We waren er stil van.
Toen we maanden later weer een keer in de winkel zaten te wachten, kwam ze ineens binnen. Nog net zo mooi en verzorgd als altijd. Haar voeten in mooie hakken, prachtige make-up maar wel met een hoedje op. Ze was kaal geworden na de vele behandelingen. Tuurlijk mochten we aan haar vragen hoe het ging. Nee, ze kwam niet werken want dat was nog te zwaar. Ze hoopte wel om het binnenkort weer op te kunnen pakken. Het voelde intiem om zó met je opticien te praten over persoonlijke dingen. We hoopten haar snel weer in goede gezondheid terug te zien en wensten haar het beste.
Ook mijn moeder kwam sinds jaar en dag bij dezelfde opticien en was op de hoogte van de ziekte van Anne. Op een dag vertelde ze dat ze tijdens een uitvaart zo verrast was door de geweldige zangeres. Niemand van ons wist dat Anne prachtig kon zingen en mijn moeder zag haar ineens in een heel andere setting. Wat waren we blij te horen dat het ogenschijnlijk goed met haar ging. Zoals altijd ga je dan weer door met de dagelijkse beslommeringen en omdat we alle drie waren voorzien van een prima bril, kwamen we een tijdje minder vaak in de winkel.
Op mijn werk was het zoals altijd druk. Baliediensten, huwelijken, echtscheidingen, geboortes en overlijdens, als ambtenaar van de burgerlijke stand is geen dag hetzelfde. Mijn collega vertelde me dat ze eind van de dag waarschijnlijk weg moest, voor een ‘spoed-huwelijk’. Voor de voltrekking van een spoed-huwelijk heb je toestemming nodig van de officier van justitie. Dit omdat er normaal gesproken minimaal twee weken tijd tussen de melding van voorgenomen huwelijk (voorheen ondertrouw) en het huwelijk zelf hoort te zitten. Ze was in afwachting van de toestemming en zou direct na ontvangst ervan naar het ziekenhuis vertrekken om daar de voltrekking te doen. Ik weet niet of het komt omdat ik ook met een vrouw getrouwd ben maar ze vertelde me dat het ‘om twee vrouwen’ ging. Eigenlijk direct gaf ik aan dat ik geen twee vrouwen in onze kennissenkring heb, maar bekeek toch de akte. Mijn adem stokte bij het zien van de naam van Anne. Blijkbaar was ze nu ineens zó ziek dat ze op heel korte termijn zou komen te overlijden. Zonder een seconde te aarzelen vroeg ik aan mijn collega of ik het huwelijk mocht voltrekken. Het mocht. De dag duurde lang, ook officieren van Justitie zijn blijkbaar druk.
Nadat ik eruit had geflapt dat ik dit huwelijk wilde voltrekken, realiseerde ik me dat het lastig voor me zou worden. Het voltrekken van een huwelijk kan mij makkelijk emotioneren, zelfs als ik de betrokkenen nog nooit heb gezien. Gelukkig hebben de mensen er meestal zelf ook last van, waardoor het nooit opvalt. Door de jaren heen kan ik de brok wegslikken en red ik het om het vocht binnen te houden. Dit was andere koek. Nog maar net bekomen van de schrik dat het om Anne ging, baalde ik niet alleen dat ik dit niet had kunnen voorbereiden, maar ook van het feit dat ik mijn normale kloffie aanhad. Er was geen tijd te verliezen, Anne ging zo hard achteruit dat we eind van die middag nog zonder Justitiële toestemming richting ziekenhuis fietsten. Mijn lieve collega ging gelukkig met me mee, waarschijnlijk niet alleen om mij te ondersteunen, maar ook om te zien of ik het wel zou redden.
We werden opgevangen in een familiekamer door het verplegend personeel. De naasten werden geïnformeerd dat we er waren en we moesten even wachten tot Anne de hulp had gekregen die ze nodig had. De aanstaande bruid van Anne kwam binnen met haar schoonouders en lieten ons weten hoe geweldig ze het vonden dat we er waren. Omdat ik zwaar onder de indruk was van het geheel, was het enige wat me te binnen schoot het maken van excuses voor mijn spijkerbroek en t-shirt. De aanstaande bruid zei dat zij deze ochtend ook niet had verwacht vandaag te gaan trouwen. Kijkend naar haar spijkerbroek realiseerde ik me dat zij hoogstwaarschijnlijk binnen een aantal dagen of zelfs uren de liefde van haar leven ging verliezen en dan is wat je aanhebt prioriteit nul. Op zachte toon kwam iemand vertellen dat Anne er klaar voor was.
In een eenpersoonskamer lag Anne, omringd door bloemen, haar ouders en een handvol naasten. Ze draaide haar hoofd opzij, keek me aan en zei nauwelijks hoorbaar: ‘Hee, ik ken jou!’ Ik pakte haar hand en vertelde dat ik de moeder van Vince was. ‘Wat leuk’ fluisterde ze. Mijn keel werd nog nooit zo strak dichtgeknepen als nu. Ze had een hoedje op en zelfs een beetje lippenstift. Maar deze keer was alles anders dan voorheen. Haar nagellak, die altijd zo prachtig was aangebracht, was nu afgebladderd. Haar mooie ogen stonden moegestreden. We maakten plaats omdat de moeder van Anne haar een bruidsjurk wilde aandoen, dit was haar grote wens. De achterkant van de jurk was over de hele lengte opengeknipt, zodat ze hem als een soort schort kon aandoen. Na wat drapering zag je er niets van. Ik deed mijn best om niet steeds naar Annes enorme buik te kijken. Als je niet beter wist zou je denken dat daar een drieling inzat in de negende maand, de harde werkelijkheid was dat ze zoveel vocht vasthield.
Aanwezig zijn bij iemand waar je dol op bent die snel zal sterven is niet alleen pijnlijk maar ook heel intiem. Omdat we Anne alleen maar uit de zaak kenden en niet privé, voelde ik me een indringer tussen deze lieve mensen. Tijdens de huwelijksvoltrekking was ik zó zenuwachtig, dat ik de helft vergat te zeggen. Het was niet erg, iedereen was in de war. Toen de akte moest worden ondertekend kon Anne de balpen maar met moeite vasthouden. ‘Deze doet het niet’ zei ze nauwelijks hoorbaar toen bleek dat er geen inkt uitkwam. Gelukkig had ik een extra pen bij me. De dankwoorden van de familie kwamen binnen. Waar je normaal een bruidspaar een prachtige toekomst samen wenst, konden we nu slechts feliciteren en sterkte toewensen. Onze taak zat erop en we wilden deze lieverds zo graag de laatste momenten met elkaar gunnen. De familie sprak uit dat ze graag wilden dat we nog even bleven, zodat we het gezang en gebed konden meemaken. Trok ik dit? Ik ben niet gelovig en mijn collega was moslim, maar dit voelde zó intens, dat we niet weg konden gaan. Dat een bijbels lied op zo’n moment blijdschap tot uiting kan brengen, dat had ik nooit gedacht. Deze mensen, die tot op het bot verdrietig moesten zijn, waren nog in staat om te zingen. Ik had diep respect.
Na afloop was het echt tijd om afscheid te nemen. Zachtjes wreef ik over Anne’s hand en fluisterde haar gedag. Ze deed haar ogen nog even open en zei zacht; ‘doe de groetjes aan Vince’. Ik ben nog nooit zo snel een kamer uit gelopen als die keer. Als ik er nog aan denk schiet ik weer vol. Het was inmiddels ongeveer 17.00 uur toen mijn collega en ik naar huis fietsten. De tranen over mijn wangen liepen maar door. Thuisgekomen vertelde ik mijn gezin wat er die dag gebeurd was. Aan ons kind vertelde ik dat hij de groetjes kreeg. Ik hoefde niet uit te leggen dat ik er kapot van was.
Nog voordat de huwelijksakte gepasseerd was, was Anne de volgende ochtend vroeg al overleden. We waren op het nippertje op tijd geweest. Inmiddels was de toestemming van de officier van Justitie binnen. Het is misschien lastig uitleggen aan iemand die niet bij Burgerzaken werkt, maar ik wilde per sé ook de overlijdensakte opmaken. De cirkel moest rond. Dat het verlies van iemand die je privé niet eens kent er zó diep kan inhakken, had ik niet verwacht. Wat een onrecht dat mooie mensen soms zo genadeloos worden weggerukt. De pen waarvan Anne zei dat hij het niet meer deed, deed het gewoon. Ze was alleen te zwak om hem op het papier te drukken.
Eigenlijk heette ze geen Anne. Maar omdat ik niemand toestemming kan vragen voor het publiceren van haar verhaal, en het al zo lang in mijn hoofd zit, dacht ik dat het zo wel kon. Mooie, lieve, hartelijke Anne, onze laatste ontmoeting zal altijd een plekje houden in mijn hart.